De oorzaak van de dood van Lazarus

Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)

«« 33 / 77 »»
[1] Wij liepen nu snel voort om de weg die ons naar Bethanië voerde zo snel mogelijk af te leggen.
[2] Om die plaats te bereiken moesten we een omweg maken, omdat Ik niet de bedoeling had langs Jeruzalem te gaan, maar ongezien in de woonplaats van Lazarus wilde aankomen, die volgens de Joodse maat vijftien veldwegen daarvan verwijderd was. Bethanië lag echter niet op de plaats van het huidige dorp El Azarije *,(* El Azarije of eizariya: tegenwoordig neemt men aan dat hier vroeger Bethanië lag; werd in de 4e eeuw Lazarion genoemd.) maar nog meer naar het oosten, zodat wij daar niet vanaf de westkant van de Olijfberg, maar vanaf de oostkant aankwamen.
[3] De afstand van vijftien veldwegen werd gemeten vanaf de voorhof van de tempel, waar een pilaar als Romeinse mijlpaal was opgesteld, zoals jullie dergelijke markeringsstenen ook nu nog in kleinere dorpen aantreffen. Men legde die vijftien veldwegen, wanneer men op zijn gemak liep, in anderhalf uur af, tot men Bethanië vanaf het zojuist genoemde punt bereikte.
[4] Daarmee kan een oudheidkundige ter plaatse nu iets nauwkeuriger vaststellen waar het echte Bethanië gestaan moet hebben. Maar behalve een woest gebied, behalve stenen en struiken zal hij tegenwoordig niets meer vinden van de plaats waar Ik het laatste en voor de Joden onmiskenbaar grootste werk volbracht.
[5] Zoals reeds bekend was Lazarus een van de rijkste mannen van heel Judea, en omdat hij gestorven was zonder dat hij directe erfgenamen had, behoorde volgens de wet van de tempel een derde van zijn totale vermogen aan de tempel, terwijl zijn zusters, die geen mannelijke familiebescherming hadden Lazarus had verder geen nauwe bloedverwanten -onder het oppergezag van de tempel waren komen te staan, die in zulke gevallen een uiterst onaangename voogdij uitoefende. De Farizeeën en tempeljoden waren al geruime tijd heel begerig naar de rijke bezittingen van Lazarus en hadden, zoals bekend, reeds allerhande trucs en listen bedacht om Lazarus in hun vingers te krijgen, om zo mogelijk het gehele rijke erfgoed in handen te krijgen. Van zijn twee zusters verwachtten ze niet te veel moeilijkheden.
[6] Lazarus had echter alle brutaal naar voren gebrachte aanspraken en aanbiedingen van de hand gewezen en ergerde zich vaak zo sterk aan de opdringerigheid van het tempelgespuis, dat Ik hem vermaande om die vurige drift af te leggen, omdat die kwade gevolgen voor hem kon hebben. Hij volgde Mijn raad ook naar vermogen op en werd, sinds Ik hem toentertijd die honden had bezorgd, ook veel rustiger, omdat hij niet meer zo vaak werd lastig gevallen.
[7] Maar nu, kort voor zijn dood, had hij weer een strijd met de leden van de tempel gehad, die een aanklacht tegen hem hadden ingediend omdat hij niet het nodige respect voor de tempel zou hebben opgebracht, en dat ging zo ver dat hij de leden van de tempel, die met de beste bedoelingen van zielszorg naar hem toekwamen, met geweld wegjoeg en zijn personeel er zelfs van weerhield de tempel te bezoeken en de noodzakelijke boete -en reinigingsoffers te doen.
[8] Ook al wisten de tempeldienaren dat deze en soortgelijke leugens ongegrond waren, evenals de pogingen hem als vriend van de volksopruier Jezus ook bij de Romeinen verdacht te maken, rekenden ze toch op de bekende opvliegendheid van zijn karakter, waardoor hij zich misschien bij eventuele verhoren onvoorzichtig bloot zou geven; zodoende zou het mogelijk zijn hem aan de tempel te binden, zodat hij, om vrij te komen, op zijn minst grote beloftes met betrekking tot zijn erfgoed had moeten doen.
[9] Lazarus doorzag die geslepen plannen heel goed en weerlegde de aanklachten die tegen hem waren ingediend, tegenover de Romeinse stadhouder met gezag, zodat hij vrijuit ging, zonder dat hij daarbij uiterlijk zichtbaar enige opwinding had getoond.
[10] Des te meer kookte het echter inwendig in hem, zodat hij een gloeiende galkoorts kreeg, die hem in zeer korte tijd de dood bracht. Dat was de uiterlijke aanleiding tot zijn dood; de innerlijke, zuiver geestelijke was al aangeduid door het antwoord dat Ik de knecht gaf, en ook door de woorden tegen Mijn leerlingen.
«« 33 / 77 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.