Het afscheid van Efraïm. Vertrek naar Bethanië

Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)

«« 58 / 77 »»
[1] In de hierna volgende tijd is er naar buiten toe niets belangrijks gebeurd. Wij leefden heel rustig en regelmatig. En nu er in Palestina een felle kou was ingevallen, die zich in de ruwe streek van de bergen sterk deed voelen, waren de leerlingen meer dan anders in het beschermende huis in een gezellig samenzijn bij elkaar en discussieerden vol vuur.Allemaal deden ze ijverig hun best om zich op de juiste manier in de geest te ontwikkelen, en daarom werd er veel nogmaals door hen besproken wat betrekking had op Mij en Mijn leer; het heeft geen zin om dat te herhalen, aangezien het al in andere vorm vaker is gezegd.
[2] Alleen één ding moet hier nog vermeld worden. Het viel hun op dat deze winter een voor Palestina ongewoon lage temperatuur vertoonde, en ze zochten naar de redenen daarvan. Toen zagen ze in een helderziende toestand dat het land overdekt was met de reeds vaker genoemde vredesgeesten, elementaire geesten die speciaal tot taak hebben op de orde van alle aardse omstandigheden toe te zien; zo zagen ze hoe die ijverig in de weer waren om alle opstijgende heetgebakerde zielendeeltjes zoveel mogelijk te vangen en te temperen. Dat was een grote strijd in de natuur, die zich door de reeds genoemde kou sterk deed voelen.
[3] Ze vroegen Mij vanwaar die strijd juist nu ontstond, en Ik legde hun met weinig woorden uit dat dit in zeer nauwe samenhang stond met het ten einde lopen van Mijn missie. Nu werden de opstijgende toornelementen, die gewekt werden door het verzet van de verloren zoon, nog met geweld bedwongen, opdat het werk niet gestoord zou worden en het volk, dat zich door zijn zonden zeer ontvankelijk had gemaakt voor het opnemen ervan en de verharding van hun zielen die daardoor ontstaat, niet in het verderf gestort zou worden. vóór het sluiten van de poort, voordat de maat tot de rand toe vol was, zou de barmhartigheid steeds proberen te verhinderen dat iedereen zichzelf in het verderf zou storten. Maar als geen acht geslagen zou worden op de laatste grote waarschuwing, zou de wet in werking treden en zouden de gevolgen van alle zonden zich vreselijk doen gelden.
[4] Zo zal het ook met de Joden gaan.Als zij hun instelling niet veranderen en hun ziel niet afsluiten voor de ontvankelijkheid en het opnemen van de vele toornelementen, door om te keren van de tot nu toe betreden wegen, zullen die niet meer tegengehouden worden en zal daarmee het verderf over mensen en land losbarsten.
[5] Toen wij nu bijna drie maanden in Efraïm hadden doorgebracht, kwam er op een dag een knecht van Lazarus naar ons toe, die in het geheim was gestuurd en Mij wilde spreken.
[6] Ik liet hem bij Mij komen, en hij zei (de knecht): 'Heer en Meester! Lazarus, die door U is opgewekt, stuurt mij naar U toe en vraagt U of U hem raad en hulp wilt geven! De priesters van de tempel zijn nu, sinds hij uit de dood is opgestaan, meer op hem gebeten dan ooit en dreigen hem te vervloeken als hij niet bekent dat hij niet gestorven was, omdat het nog nooit werkelijk is gebeurd dat een dode terugkeerde. Ze dreigen hem dat hij het vervloekte water moet drinken, om te bewijzen in hoeverre God met hem is. Maar Lazarus kent hun arglist en weet heel goed dat men hem in dat geval een heel speciaal water zal geven, dat hem met zekerheid voor de tweede keer zou doen sterven. Maar nu weet hij niet of hij zich, in vertrouwen op U, aan hen ter beschikking moet stellen of dat hij nu helemaal afstand moet nemen van de tempel, die toch door God is opgericht.'
[7] Ik zei tegen hem: 'Zeg tegen Mijn beste Lazarus dat hij God moet zoeken waar hij denkt dat hij Hem zal vinden! Als hij weet dat Hij in de tempel woont, dan moet hij doen wat de tempel verlangt; maar als hij weet dat Jehova daar niet woont, wat vraagt hij dan naar de tempel en de priesters daarvan? Mij zijn die kinderen het liefst, die zich in hun hart met de Vader verenigen en daar luisteren naar wat Hij hen aanraadt om te doen! - Ga dat tegen je heer zeggen! ,
[8] De bode, die een van de meest getrouwe van Lazarus was, bracht hem onmiddellijk deze mededeling over, waarop Lazarus zich geen moment bedacht, volledig afstand nam van de tempel, en zijn kwellers dreigde dat hij Romeins burger zou worden en zich volledig onder de bescherming van Rome zou stellen als men hem nog langer lastig viel. De priesters lieten hem toen ook met rust, omdat door het uitvoeren van die dreiging ieder uitzicht op het toekomstige bezit van zijn goederen voor hen verloren zou. zijn gegaan, terwijl ze zo langs kromme wegen nog hun doel hoopten te bereiken.
[9] Nu was het langzamerhand zover dat de koude tijd in Palestina voorbij was en de eerste voorbereidingen voor het Paasfeest merkbaar werden. In die tijd maakten veel Joden een bedevaart naar Jeruzalem; ze .begonnen om hun huis orde op zaken te stellen, opdat daar tijdens hun afwezigheid niets in het ongerede kon raken. En zo was er ook in Efraïm een grotere bedrijvigheid merkbaar onder de inwoners die voorbereidingen troffen om enige tijd in het nabijgelegen Jeruzalem door te kunnen brengen.
[10] Daarmee naderde nu de tijd dat Mijn lichaam geofferd moest worden, en de ziel werd bekropen door treurigheid en een voorsmaak van het grote lijden dat Mij te wachten stond. Tegelijkertijd werd ze echter doorstroomd van het bewustzijn van de grote taak die vervuld moest worden, en ze voegde zich naar de wil van de Vader. De leerlingen zagen die strijd en vroegen Mij bezorgd wat er met Mij aan de hand was. Maar ik wees hen allen terug en zei dat hen binnenkort alles duidelijk zou worden.
[11] We hadden nog enkele dagen om in Efraïm door te brengen. Daarom verzamelde Ik de Mijnen en zei hen dat ze zich gereed moesten maken voor de reis, omdat we naar Lazarus zouden gaan om bij hem onze intrek te nemen.
[12] Petrus waarschuwde Mij nogmaals voor de tempeldienaren, en Ik zei tegen hem: 'Nu is de tijd gekomen dat de Mensenzoon zwak bevonden zal worden en het Zijn vijanden zal lukken Hem te overweldigen - tot hun eigen gericht, maar tot heil van de wereld.'
[13] Petrus was daar erg ontdaan over en deelde Mijn woorden aan de broeders mee, die eveneens bezorgd werden om Mij. En vanaf dat uur droeg Petrus steeds heimelijk een zwaard bij zich, bereid om zijn leven voor Mij te offeren als de gerechtsdienaren zouden komen om Mij gevangen te nemen:
[14] Nu naderde de dag van het afscheid. Ik droeg onze burcht met alles erin over aan de leider van de stad, zegende hem en door hem de gemeente, en riep de leerlingen bijeen; snel begaven wij ons nu naar de grote weg die naar Jeruzalem leidde, omdat wij nog diezelfde dag bij Lazarus wilden aankomen, om daar voor het laatst verblijf te houden, voordat Mijn aardse loopbaan afgesloten zou worden.
«« 58 / 77 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.