Maria in gesprek met Zuriël en Gabriël. Het Kindje wijst op de nieuwe ordening in de hemelen en op aarde. Eudokia's navorsin­gen naar het wezen van de aartsengelen

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 114 / 302 »»
[1] Nadat het maal verorberd was en zij allen onder Jozefs leiding voor de Heer een danklied had­den gezongen, sprak een der jon­gelingen Maria aan:
[2] 'Maria, gezegende onder alle vrouwen op aarde, kunt u zich mij nog herinneren? Ik ben name­lijk degene, die in de Tempel zo vaak met u heb gespeeld, en die u altijd verwende met heerlijke spijzen en dranken!?'
[3] Maria enigszins onthutst, antwoordde: ' Ja, ik herken U, U bent Zuriël, een Aartsengel! Maar U hebt mij ook vaak hevig geplaagd, door wel tegen mij te spreken maar U daarbij niet te la­ten zien!
[4] Vaak moest ik U urenlang smeken voor U zich liet bewegen U te tonen!'
[5] 'Ja,' zei de jongeling, 'maar dat was nu eenmaal de Wil des Heren, ...gezegende moeder van Hem, Die U buitengewoon lief­heeft !
[6] Zoals het hart in Uw binnen­ste - dat de zetel der liefde is ­voortdurend klopt, en heel Uw wezen voelbaar beroert,
[7] zo is het ook met de liefde van de Heer: ook die stompt, plukt en plaagt voortdurend Zijn lievelingen! Maar juist daardoor vormt zij ook het leven, terwijl ze het tevens duurzaam maakt voor de eeuwigheid!'
[8] Bijzonder blij met deze uit­eenzetting, loofde Maria de grote goedheid des Heren.
[9] Nog een andere jongeling wendde zich nu tot Maria en sprak: 'Gezegende Maagd, her­kent U mij ook? Het zal niet veel langer dan een jaar geleden zijn, dat ik U te Nazareth bezocht heb!'
[10] Nu herkende Maria hem aan zijn stem en zei: ' Ja, ja, U bent Gabriël! Waarlijk met U kan nie­mand zich meten; want Gij hebt aan de Aarde wel de allerbelang­rijkste boodschap aller tijden ge­bracht en het heil voor alle volke­ren!'
[11] Maar de jongeling bracht daar tegenin: 'Neen, Jonkvrouwe, met wat U het eerste zei hebt U zich vergist, want de Heer is reeds met mij begonnen toen Hij Zich voor de uitvoering van Zijn groot­ste daad bediende van Zijn ge­ringste middelen.
[12] Daardoor ben ik wel de kleinste en onbelangrijkste in het Rijk Gods, maar zeker niet de grootste! Wel heb ik de aarde de grootste en heiligste boodschap gebracht.
[13] Toch is het niet zo dat ik de grootste van allen zou zijn, inte­gendeel, het is andersom: name­lijk dat ik juist de kleinste ben in het Godsrijk!'
[14] Maria zowel als Jozef ston­den verbaasd over de grote dee­moed van de jongeling.
[15] Maar het Kindje zei: ' Ja, deze engel heeft gelijk! In het be­gin was het inderdaad de grootste, die Mij het meest nabij stond. ..
[16] Maar die verhief zichzelf en wilde aan Mij gelijk zijn, ja Mij zelfs overtreffen, waardoor hij zich juist van Mij verwijderde!
[17] Daarom heb Ik toen de he­melen en de aarde gebouwd en de regel uitgevaardigd, dat alleen wat nederig is mij na zal zijn.
[18] Voor Mijzelf heb ik nu ook het allernederigste ter wereld ge­kozen; daarom zullen voortaan slechts zij bij Mij de grootsten zijn, die­ net als Ik - zowel tegen­over de wereld als voor zichzelf de kleinsten en nederigsten willen zijn!
[19] Op deze wijze is het dat je gelijk hebt, Gabriël, en dat ook Maria gelijk heeft, want daarom ben jij de grootste, omdat je zowel uiterlijk als innerlijk de kleinste wilt zijn!'
[20] Terwijl nu het Kindje deze woorden tot de jongeling Gabriël richtte, vielen alle jongelingen op hun knieën om Het te aanbidden.
[21] Eudokia echter liet haar blikken vorsend rondgaan; zij kon er nog geen hoogte van krijgen, wat deze beeldschone jongelingen nu eigenlijk wel waren.
[22] Zij hoorde wel dat zij aarts­engelen genoemd werden en bo­den uit het Godsrijk, maar zij dacht dat daarmee Palestina en Egypte bedoeld werden. Ze vroeg dus of het wellicht gezanten waren.
[23] Een van de jongelingen zei toen: 'Heb maar wat geduld Eu­dokia; wij zullen hier immers drie dagen blijven en dan zullen wij elkaar dus nog wel beter Ieren kennen! Hiermede tevredenge­steld, begaf Eudokia zich spoedig ter ruste.
«« 114 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.