Een opgelegd kruis is een uiting van Gods liefde voor de mensen

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 219 / 302 »»
[1] Na dit zeer leerzame onder­ houd van het Kindje met Cyrenius, kwam ook Jozef naar het ­ Kindje toe, om te vragen wat er moest gebeuren met de naar huis meegebrachte kruisbalk
[2] En het Kindje gaf hem ten antwoord: 'Jozef, Ik zeg je, dat die zijn man en zijn plaats al ge vonden heeft!
[3] Jij zegt toch ook wel eens tegen een koopman: 'U hebt goeie waar, die zult u wel gauw kwijt, zijn;
[4] daarvoor zal zich wel spoe­dig een kooplustige koper mel­den!
[5] Nu, zo'n koopman ben Ik ook! Ik heb voor de vrije verkoop goede waar aangevoerd. .
[6] En een koper heeft zich ook al gemeld; hij heeft deze zich ver­worven met zijn liefde jegens Mij;
[7] en die koper is Jonatha, de sterke visser.
[8] Of moet die soms niet be­loond worden voor de vele vissen waarmee hij ons nu al zo vaak heeft verwend?!
[9] De ene hand wast de andere. Wie water reikt, aan die moet wa­ter worden aangereikt.
[10] Wie olie geeft, moet olie te­rug gegeven worden.
[11] En hem, die troost ver­schaft, geworde troost voor eeu­wig!
[12] Maar geeft iemand liefde,die zal ook zelf bemind worden.
[13] Jonatha nu heeft Mij heel zijn liefde gegeven; dus gaf Ik hem ook Mijn Liefde in dit kruis­hout. ..
[14] Ook jullie hebt Mij welis­waar jullie liefde gegeven in water en in olie ;
[15] maar Jozef, dit zeg Ik je: pure liefde heb Ik toch liever dan liefde met water en liefde met olie!
[16] Het kruis is nu voorwerp van Mijn hoogste liefde gewor­den!
[17] En omdat Jonatha zo'n grote liefde voor Mij heeft, daar­om heb Ik het hem gegeven.
[18] Want hij alleen bemint Mij om Mijnentwille en dat is de zui­verste liefde.
[19] Hij had Mij lief zonder te weten Wie Ik ben; jullie daaren­tegen houden minder van Mij, omdat jullie immers weten, Wie en Wat Ik eigenlijk ben.
[20] En kijk, dat was liefde met heel wat water! Jullie zullen op deze wereld dan ook nooit gebrek aan water hebben, namelijk in jul­lie ogen.
[21] Cyrenius' liefde was er een met olie; hij zal dan ook te zijner tijd gezalfd worden met de olie des levens, terwijl jullie gedrenkt zullen worden met het water des levens.
[22] Maar helemaal in mijn wo­ning zullen te zijner tijd slechts zij zijn, die Mij zuiver liefhebben!'
[23] Deze toespraak van het Kindje joeg Jozef hevige angst aan, terwijl ook Cyrenius er ver­baasd zijn wenkbrauwen voor op­trok.
[24] Nu sprak het Kindje echter: Jullie moeten niet denken, dat Ik jullie een kruis onthouden zou; want al wie met een open hart be­giftigd is, die zal ook het vrije kruis krijgen!' Deze uitspraak stelde Jozef en Cyrenius weer ge­rust.
«« 219 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.