Zegen des Heren over Jozefs huis. Verwondering en dankbaarheid van het gezin. Jacob spreekt over het wonder van de tarwekorrel

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 252 / 302 »»
[1] Terwijl dit alles geschiedde, verzorgden Jozefs zonen het vee, ze molken de koeien en de geiten en ditmaal leverde dat een bijzon­der grote hoeveelheid op van bij­zonder vette melk.
[2] Daarmee klaar gekomen, gingen twee van hen naar een oogstrijpe akker en sneden daar een flink aantal aren af, waaruit zij snel een flinke mand vol tarwe­korrels wreven.
[3] De twee andere jongens de­den de inhoud van die mand vlug in twee handmolens, die Jozef zelf ooit had gemaakt, en in korte tijd hadden ze het graan gemalen.
[4] Door de zegen des Heren was nu echter ook de opbrengst aan meel nog eens tweemaal zo groot als er voordien aan graan in die mand had gezeten!
[5] In drie uur tijds was dit alle­maal gereed gekomen! Toen nu dat meel dus in twee grote platte manden in de zon stond te drogen,
[6] kwam Jozef naar buiten en vroeg hun waar ze dat prachtige meel vandaan hadden.
[7] Toen zijn zoons hem zeiden dat zij dat meel hadden geprodu­ceerd, keek hij eens naar de leeg ­gewreven garven en zei:
[8] 'Hoe kan dat nu? Ik zie maar tien schoven: kunnen die dan deze twee grote manden met meel heb­ben gevuld?'
[9] Nu zeiden de zoons: ' Ja, va­der, zo is het! Door Gods genade hebben we echt uit die tien garven al dit meel gewonnen; in deze kor­te tijd!
[10] Gods zegen werd over die schoven en over ons werk uitge­stort. ..vandaar deze rijke op­brengst!'
[11] Jozef was vervuld van dankbaarheid en diep bewogen. Hij ging het huis weer binnen om dit álles aan hen die binnen waren te gaan vertellen.
[12] Iedereen ging nu naar bui­ten om naar het meel te kijken, en de een na de ander zei:
[13] 'Onmogelijk! Althans, langs natuurlijke weg, uitgeslo­ten!'
[14] Innerlijk daartoe aange­dreven, nam nu Jacob een tarwe­korrel, die daar lag, van de grond op, en sprak:
[15] ' Ja, daar staan jullie alle­maal van te kijken hé, dat er zo­veel meel uit die schoven kwam,
[16] maar, waarom heeft nooit eerder iemand van ons zich erover verwonderd, als hij zo'n korreltje in de grond zaaide, dat hij al spoe­dig daarna uit die ene korrel een honderd korrelige aar zag ont­spruiten!?
[17] En toch is dat alledaagse wonder groter dan deze meelver­dubbeling, omdat daardoor een korrel zich verhonderdvoudigt!
[18] Als die tien zware garven maar één mand vol meel opgele­verd zouden hebben, dan zou nie­mand zich daarover hebben ver­wonderd, alhoewel een mand vol evengoed een wondere gave Gods zou zijn als twee!
[19] Men is alleen maar niet meer verwonderd over een hon­derd korrelige aar, doordat men aan dat wonder al gewend is ge­raakt!
[20] Maar ik vraag me af of het eigenlijk wel juist is om slechts dan God te bewonderen, wanneer Hij iets buitengewoons doet ge­beuren, terwijl toch het normale, de regelmatige orde van veel ho­gere waarde is, omdat die immers doorlopend getuigt van de onaf­gebroken grenzeloze goedheid, almacht, liefde en wijsheid Gods! ,
[21] Deze toespraak van Jacob veroorzaakte groot opzien. Ieder­een loofde de Heer, Die zo grote wijsheid had gegeven aan een mens! De zoons namen nu het meel mee naar de keuken om daar te beginnen aan de toebereiding van een stevig middagmaal.
«« 252 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.