Onbewust geven de mensen een waar getuigenis. Juist antwoord van Jozef aan die mensen. Jozef door zijn vriend hartelijk ontvangen

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 271 / 302 »»
[1] Toen Jozef nu in de stad aan­kwam, zag hij daar de mensen in grote angst en verwarring door el­kaar rennen.
[2] Er werd geschreeuwd: 'God, de Heer van Abraham, Izaak en Jacob, heeft ons zwaar bezocht!
[3] Laten we onze kleren ver­scheuren, onze hoofden met as bestrooien en boete doen, opdat de Heer Zich weer over ons moge erbarmen!'
[4] Enkelen van hen drongen zich aan Jozef op en vroegen hem haastig, of hij dan zijn kleren niet ook wilde verscheuren.
[5] Maar Jozef gaf hun ten ant­woord: 'Broeder, als je dan al echt boete wilt doen, doe die dan liever in je hart dan in je kleren!
[6] De Heer Iet namelijk hele­maal niet op de kleur van je kle­ren, noch ook of die wel heel zijn, dan wel gescheurd;
[7] waar de Heer op Iet is, of je hart er wel deugdelijk uitziet!
[8] want in je hart kan kwaad­aardigheid heersen, zoals: slechte gedachten en begeerten, en kwa­de wil;
[9] ontucht, hoererij, echtbreuk en dergelijke.
[10] Die dingen moet je uit je hart bannen als ze erin heersen, daaraan zul je beter doen, dan aan het verscheuren van je kleren of aan het strooien van as op je hoofd!'
[11] Toen de angstige Nazare­ners Jozef dit hoorden zeggen, dropen ze verslagen af, terwijl velen hunner tegen elkaar zeiden:
[12] 'Hoor hem nu eens! Wie kan die man wel zijn die woorden in de mond neemt als ware hij een groot profeet?'
[13] Maar het Kindje porde Jo­zef aan en zei glimlachend:
[14] 'Dat heb je nog eens goed gezegd! Dat is wat deze blinde lie­den nodig hadden!
[15] Maar Iaat nu de aardbodem maar weer tot rust komen, dan kunnen we ongestoord verder trekken!'
[16] Hierna begaf de familie zich naar een vriend van Jozef, die te Nazareth het beroep van arts uitoefende.
[17] Toen die nu de oude Jozef gewaar werd, holde hij, met al de zijnen achter zich aan hem tege­moet, viel hem om de hals en riep uit:
[18] 'Maar Jozef, ...Jozef, bes­te vriend en broeder van me, waar kom jij nu in dit benauwde uur vandaan?
[19] Waar heb jij drie lange ja­ren gezeten?!
[20] En waar kom je nu precies vandaan?'
[21] Jozef antwoordde enigszins ontwijkend: 'Broeder laat ons nu eerst maar eens binnen en geef ons wat water voor onze voe­ten. ..,
[22] dan zal ik je daarna alles vertellen, over waar ik geweest ben en waar ik nu precies vandaan kom!' ...En de arts gaf onmiddel­lijk gevolg aan Jozefs wens.
«« 271 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.