Jozef vertelt de bevriende arts over zijn belevenissen. Hartelijk medeleven van de dokter en diens eigen ervaringen. Jozefs ergernis over Archelaüs door het Kind je getemperd

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 272 / 302 »»
[1] Toen Jozef en zijn gezin hun voeten hadden gewassen en zij het woonvertrek van de arts binnen­traden, waar verscheidene zieken werden behandeld, nam hij met de zijnen plaats en vertelde hij de arts in korte trekken de hoofdza­ken over zijn vlucht en de reden daartoe.
[2] Toen de arts dit aangehoord had werd hij hevig verontwaar­digd over Herodes, maar meer nog over diens nog levende zoon Archelaüs.
[3] Hij beschreef deze dwinge­land als nog veel erger dan diens vader!
[4] Jozef zei tegen hem:'Vriend, wat jij mij zojuist over Archelaüs verteld hebt, dat heb ik op reis hierheen ook al gehoord.
[5] Maar je mag wel weten, dat de Heer voor mij dan reeds heeft gezorgd!
[6] Want ik bewoon thans een belastingvrij huis, zoals een Ro­meins burger, en ik heb dus met die dwingeland niets te maken!'
[7] Maar de dokter zei hierop: 'Neen vriend, neem mijn huis nu eens; dat bezat ook zo'n keizerlij­ke vrijdomsbrief;
[8] maar kort geleden zijn die belastingbeulen van Archelaüs 's nachts hier geweest, hebben het bordje van de deur afgescheurd, en de volgende dag hebben zij op de meest smadelijke wijze bij mij beslag gelegd !
[9] Iets dergelijks kan ook jou overkomen; wees dus maar op je hoede!
[10] Laat mij je dit zeggen: De­ze duivel van een koning ontziet niets; en wat hij niet rooft, dat roven dan wel zijn onderpachters en de wegentolgaarders; dat zijn de allerergsten!'
[11] Toen Jozef de arts zo hoor­de spreken, raakte ook hij vervuld van ergernis over Archelaüs en zei:
[12] 'Laat die tiran dat maar eens proberen, ...ik verzeker je dat het hem dan duur te staan zal komen!
[13] Ik heb namelijk het ere­woord van de stadhouder, dat Ar­chelaüs terstond als een landver­rader zal worden behandeld, als hij het Romeinse privilege niet ontziet!'
[14] De dokter zei: 'Broeder­lief, ik raad je aan: eerder op wat dan ook te vertrouwen dan op dergelijke privileges;
[15] want geen vos kan slimmer zijn bij het ontlopen van een strik dan dit Griekse ondier!
[16] Weet je wat hij deed toen ik mi j daarover bij het Romeinse hof beklaagde?
[17] Hij beschuldigde zijn man­dataris onmiddellijk van eigen­machtigheid en liet hem in de ge­vangenis werpen.
[18] En toen ik mij vervolgens bij dat hof vervoegde om schade­loosstelling, werd ik afgewezen met het bescheid:
[19] "Omdat de koning, naar gebleken is, niet deelachtig is aan deze misdaad, is hij ook niet aan­sprakelijk voor schadevergoe­ding; dat is uitsluitend de eigen­machtig handelende dader .
[20] Bij hem thuis heeft men echter niets kunnen terugvinden; de schade treft dus -net als dat bij een gewone roof het geval is -de Heer." ...Ja, ja, zó ben ik afge­poeierd !
[21] Het vrijdomsbordje is wel­iswaar weer aan mijn deur beves­tigd, maar voor hoelang, dat zal Archelaüs wel het beste weten!'
[22] Toen hij dit alles hoorde werd Jozef werkelijk kwaad; hij wist dan ook niet wat hij daarop zeggen moest. Maar voor hem sprak het Kindje:
[23] 'Ach erger je toch niet zo over je onmacht; er is immers nog een Heer en Die kan meer dan Rome!' Dit kalmeerde Jozef. Maar de arts, die het Kindje nog niet kende, die zette wel grote ogen op!
«« 272 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.