Verhoor van de stadhouder door Cyrenius. Poging van de stad­houder om de zaak te vergoelijken. Gewetensvraag van Cyre­nius. Maronius' bekentenis

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 50 / 302 »»
[1] Toen Maronius Pilla door Cy­renius zo werd toegesproken viel hem een zware steen van het hart. Zijn pols begon rustiger te klop­pen en in korte tijd was hij weer in staat om Cyrenius te woord te staan.
[2] Toen Cyrenius zag, dat Mariniers Pilla zich herstelde, vroeg hij hem als volgt:
[3] 'Maronius, ik bezweer je mij op mijn vragen gewetensvol te antwoorden. Door welke uit­vlucht ook zul je je mijn misnoe­gen op de hals halen!
[4] Vertel me eens, ken je het gezin, waarvan de eerstgeboren zoon de zogenaamde nieuwe ko­ning der joden zou moeten zijn?'
[5] Maronius Pilla antwoordde: Ja, althans, naar wat ik van de joodse priesters persoonlijk heb vernomen. De vader heet Jozef; hij is een meester timmerman, die in heel Judea en in half Palestina als zodanig bekend is en die geves­tigd is te Nazareth.
[6] Zijn integriteit is overal in het land en in heel Jeruzalem wel bekend! Een maand of elf/twaalf geleden moest hij - ik meen inge­volge een soort van loting -een volwassen geworden meisje van­uit de joodse tempel onder zijn hoede nemen.
[7] Dit meisje nu, dat heeft waarschijnlijk tijdens de afwezig­heid van die brave timmerman on­tijdig de liefde bedreven. Ze werd zwanger en bezorgde daardoor naar mijn weten aan die man enorme moeilijkheden met de joodse priesterkaste!
[8] Tot zover ben ik met deze zaak goed op de hoogte, maar moeilijker is het om het fijne te weten te komen van de geheim­zinnige verhalen die onder het volk in omloop zijn over de be­valling van dit meisje! Om de schande, die hij van zijn volksge­noten te vrezen had, moet deze man haar nog voor haar bevalling tot vrouw hebben genomen.
[9] Zij is bevallen, toen de volkstelling te Bethlehem plaats­had, en wel in een stal, voor zover ik te weten ben gekomen.
[10] Zoals ik overigens ook al aan Herodes gezegd heb, weet ik er verder niets van.
[11] Maar Herodes meende dat Cornelius deze, voor hem door de Perzen verdacht geworden familie ergens onder het volk had willen verborgen houden, om hem op die manier zijn leenheerschap te kunnen betwisten. Hij weet im­mers zeer goed, dat Uw broeder geen vriend van hem is.
[12] Meer nog om Cornelius' plannen te verijdelen, dan om die nieuwe koning te pakken te krij­gen, heeft hij tot die krankzinnige gruweldaad kunnen besluiten.
[13] Het was dus eigenlijk meer uit wraakzucht tegenover Uw broeder dan uit vrees voor die nieuwe koning, dat hij die kinder­moord op touw zette. Dit is alles, wat ik over deze vreemde en uit­zonderlijke gebeurtenis weet te zeggen. ,
[14] Cyrenius sprak toen: 'Tot dusverre concludeer ik uit wat je gezegd hebt, dat je weliswaar de waarheid hebt gezegd, maar het is mij geenszins ontgaan, dat je tege­lijk in zekere zin probeert Hero­des te verschonen !
[15] Toch zeg ik je dat de mis­daad van Herodes, zoals ik al schreef door niets te verontschul­digen valt!
[16] Want, als je nog luisteren kunt, dan zal ik jou eens in ver­trouwen zeggen, waarom Hero­des deze alleronmenselijkste mis­daad feitelijk bedreven heeft.
[17] Om te beginnen! Herodes is de meest heerszuchtige mens, die ooit door deze aarde werd ge­voed!
[18] Ware hij ertoe in staat, zou hij een daartoe ook maar enigs­zins toereikende legermacht ter beschikking hebben, dan zou hij vandaag nog met ons, Romeinen, Augustus niet uitgezonderd, het­zelfde doen, wat hij met die on­schuldige kinderen heeft gedaan! Heb je me nu begrepen?!
[19] Deze kindermoord heeft hij op touw gezet in de veronder­stelling daarmee aan ons Romei­nen, een hoogst belangrijke dienst te bewijzen en zich daardoor als een echte Romeinse patriot voor te doen. .., teneinde van de kei­zer naast zijn leenheerschap ook nog mijn functie toegewezen te krijgen !
[20] En als hij dan, net als ik, vice-Caesar zou zijn geworden, en de autonome beschikking zou krijgen over een derde deel van heel de Romeinse macht, dan zou hij daardoor in staat zijn om zich van Rome vrij te maken en als onafhankelijke alleenheerser over Azië en over Egypte te re­geren!
[21] Begrijp je het nu? Dit plan­netje van die oude schurk is mij maar al te goed bekend. En zoals ik, zo kent hem nu ook Augustus!
[22] Nu vraag ik jou en je zult met je leven moeten instaan voor de waarheid, of jij van dit plan van Herodes afwist, toen hij jou dwong als uitvoerder voor hem op te treden?
[23] Spreek dus, maar denk er­om, een onwaar ontwijkend woord kost je het leven. Want ik ben van deze zaak nu tot in de kleinste details op de hoogte.
[24] Hierdoor werd Maronius Pilla opnieuw lijkbleek en hij stot­terde: ' Ja, U hebt gelijk, het was ook aan mij bekend wat Herodes in zijn schild voerde!
[25] Maar ik was bang voor zijn geïntrigeer, en ik moest hem geen kans geven om nog heviger tegen mij te intrigeren en dus wel naar zijn pijpen dansen.
[26] Maar, zo goed als ik hem nu door U heb Ieren kennen, zo goed heb ik hem toch nog niet eerder gekend, anders zou hij nu niet meer in leven zijn geweest!'
[27] 'Mooi,' zei Cyrenius, 'dan schenk ik je nu, in naam van de keizer, wel het leven, maar ik zal je niet in je ambt herstellen, voor­dat je geest, die zwaar gestoord is, weer helemaal in orde zal zijn. Ik zal je hier onder mijn eigen ogen laten verplegen en intussen zal ik je functie laten waarnemen door mijn broeder Cornelius. Want je begrijpt wel, dat ik je nu niet meer echt vertrouwen kan! Je moet der­halve hier blijven, totdat je weer helemaal gezond bent!'
«« 50 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.