Jozef geeft raad om op God te vertrouwen. Ostracine's einde voorspeld

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 85 / 302 »»
[1] Cyrenius vervolgde: 'Waarlijk, beste vriend, goede raad zal hier erg duur zijn!
[2] Als jij in jouw van echt god­delijke wijsheid vervulde binnen­kamer raad kunt vinden, geef mij die dan !
[3] Want heus, hoe meer ik over deze zaak nadenk, des te penibe­ler en ingewikkelder zij wordt!'
[4] Toen sprak Jozef tot Cyre­nius: 'Luister, edele vriend, het is helemaal niet zo moeilijk om je te helpen !
[5] Ik zal je dus een goede raad geven, dan weet je wat je in dezen te doen staat.
[6] Kijk, innerlijk ben jij feite­lijk al mijn levend geloof toege­daan; evenals ik bemin je en eer je de Enige Ware God!
[7] Toch moet ik je dit zeggen: zolang als jij alles zelf wilt blijven regelen, zolang zal God voor jou niets doen !
[8] Maar naargelang je al je zor­gen op Hem gaat afwentelen en zelf geen andere zorg en bekom­mernis overhoudt dan deze: die Ware God béter te erkennen en steeds méér lief te hebben,
[9] naar die mate zul je ervaren dat Hij jou dan in alles gaat hel­pen! En alles, wat je nu nog niet begrijpt, zal dan morgen zo helder als glas voor je worden!
[10] Laat deze stad dus alleen maar daar puinvrij maken, waar mogelijk onder dat puin nog men­sen bedolven liggen, maar dat ge­beurt reeds!
[11] Alle overige tempels, on­der het puin waarvan zich hoog­stens wat plompe, waardeloze en verbrokkelde afgodenbeelden be­vinden, kun je rustig als ruïnes aan de vergetelheidoverlaten!
[12] Voor het volk betekent im­mers: wat de elementen vernieti­gen, vernietigen de goden!
[13] Het volk zal zich dan ook geenszins bekommeren om de we­deropbouw ervan.
[14] Het is namelijk bang, zich een grote straf op de hals te halen, als het zich zou inspannen iets te doen, wat tegen de wil van de go­den zou kunnen indruisen!
[15] Ook zijn er nu geen pries­ters meer, die weliswaar ten eigen bate, maar zogenaamd door de goden daartoe aangespoord, die wederopbouw tot stand zouden willen brengen, door daartoe het volk in te zetten.
[16] En die er nog wel zijn, die zullen voor afgoden nooit meer laten bouwen!
[17] Je kunt dus zonder zorg zijn; de Heer van Hemel en Aarde zal er voor jou en voor heel het volk zeker het beste van maken.
[18] Trouwens, in deze tijd zul­len meerdere steden door een der­gelijk lot worden getroffen: hier, daar en overal zullen ze verwoest worden. Het zal niet eens opval­len als deze oude stad binnen een jaar of tien tot ruïne zou verwor­den!'
[19] Door deze uiteenzetting van Jozef werd Cyrenius getroost en heel welgemoed ging hij weer met Jozef mee naar binnen.
«« 85 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.