Inleiding

Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis

«« 1 / 7 »»
[1] Mijn kind, luister! Jij zult een boek schrijven, ten teken dat het Mij om het even is welk werktuig Ik kies of wie Ik uitzoek als drager van Mijn woord. Want niet de groten en geleerden zullen ondervinden wat het betekent "een werktuig van de Heer" te zijn. Ook zeg ik je, dat je nog heel wat zult hebben te lijden en te verdragen. Maar wees niet bezorgd, Ik zal je terzijde staan.
[2] (Als reactie op twijfels van de schrijfster t.a.v. de vraag, of het gehoorde waarlijk van de Heer afkomstig is en niet misschien onbewust uit de eigen ziel komt): Ik wil jou, ongelovige ziel, bewijzen dat Ik het ben, de Heer van hemel en aarde, die door jouw aardse hand schrijft. - Ja, Ik schrijf Zelf! - En Ik wil, dat jij uit jezelf de liefde en het vertrouwen zult hebben. En geloof derhalve nu en heb vertrouwen.
[3] Ik, jouw God en Vader van eeuwigheid, gebied je het volgende: je moet van nu af aan elke dag in de avond een uur aan Mij overlaten, waarin Ik jou door middel van jouw pen zal zeggen wat Ik de wereld wil verkondigen. - Wees niet bang, Ikzelf ben immers bij je!
1 / 7 »»