Adam komt tot inzicht en heeft berouw

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)

«« 14 / 187 »»
[1] En zie, toen viel Abel op zijn knieën neer, vervuld van overweldigende vreugde over de ontzaglijke genade van boven en zei: "O grote, meest heilige en bovenal goede lieve Vader, zie hier Uw onbeduidende dienaar in het stof voor U met gevoelens van de allerdiepste nietigheid ten opzichte van Uw almacht en oneindig erbarmen vanuit de diepste diepte omhoog kijken naar Uw hoogste hoogte, en verhoor het smeken om genade van een kind voor zijn zwakke ouders en voor al zijn broers en zusters en ontneem me niet de kracht, die een onmetelijk geschenk van U is en laat deze vol genade over hen uitstromen ter vergeving van de zonde en tot herwinning van het leven uit U in de benodigde macht en kracht!
[2] En verander deze omgeving barmhartig en genadig naar Uw hoogste welgevallen, opdat die vruchtbaar zal worden en de zwakken voeding zullen vinden om hun leden te versterken en hun brandende dorst te lessen aan een bron met fris water, en opdat er ook dieren zullen komen die nuttig zijn en hen dienen en aan hun wil gehoorzamen.
[3] O grote, allerheiligste en boven alles goede Vader, verhoor mijn zwakke smeekbede, opdat Uw heilige naam verheerlijkt zal worden in de harten van degenen die U berouw tonen!"
[4] En zie en luister nu wat er gebeurde, toen de vrome Abel zijn Mij welgevallige gebed had beëindigd: zie, er begon een fris briesje te waaien over de bewegingloze woestijn, ijle wolken versluierden de wijde ruimten van het hemelgewelf en in de hele woestijn begon het te regenen en midden onder het regenen vielen er allerlei soorten zaadkorrels in de door de dichte, harde regen van Jehova ontstane kleine voren in het anders kale zand. En in een ogenblik was de uitgestrekte woestijn groen geworden door duizend soorten gras, planten, struiken en bomen en op de plaats waar de vrome Abel, biddend tot Mij in geest en in waarheid knielde, groeide een grote boom op tot bijna in de wolken, met brede takken en brede bladeren, vol met broodvruchten met een fijne en zoete smaak en deze werd de naam 'Bahahania' of 'sterking en laving van de zwakken' (ook nu nog bl) jullie wel als 'broodboom' bekend), gegeven.
[5] En uit de van zegen druipende wolken zei een zachte stem tegen de vrome Abel: "Abel, Mijn lieve, vrij geworden zoon, zwaai met je linkerhand het zwaard over de slapenden en wek hen tot berouwen tot verbetering van hun toekomstige levenswandel voor Mij, en wees voor hen een waar voorbeeld van Hem, die eens zal komen in de grote tijd der tijden en zeg hen dat tot dan toe niemand meer vrijgesteld wordt van de wet, en dat de geboden tot die tijd en ook nog verder al diegenen zullen gevangen houden die zich niet de wedergeboorte door de Zoon eigen maken, welke zal zijn de weg, het licht, de waarheid en het eeuwige leven, als enige overwinnaar van de dood.
[6] Jij echter bent vrij als een engel van het licht en je zult opgenomen worden, nadat eerst het beeld van de grote Komende in korte tijd geheel voltooid zal worden, maar waarvoor jij je eerst door je toenemende deemoed, liefde en vroomheid geheel geschikt en bekwaam moet maken, ondanks alle vervolgingen en mishandelingen die je nog zullen treffen van de zijde van je broers en zusters ter wille van de verheerlijking van Mijn " naam.
[7] En zie, nogmaals stond Abel vervuld van macht en vol kracht van de aarde op en zweefde er als het ware boven in de lucht als teken van de ware vrijheid, en deed wat hem bevolen was.
[8] En zie, toen stroomden nieuwe levenskrachten in de slapenden en zij ontwaakten dadelijk, richtten zich op en keken ten hoogste verwonderd naar alle kanten om zich heen naar de grote, weldadige verandering van de woestijn en wilden wel juichen van vreugde; maar toen verhief Adam zich en ook Eva die naast hem lag, en hij zei tegen zijn kinderen:
[9] "Kinderen, juich en jubel niet al te vroeg, maar beween en berouw met mij en Eva allereerst onze grote schuld en bedenk wat we verloren hebben! Er is niets gelegen aan het aardse paradijs en al zijn goederen; want zoals ik en jullie het samen met mij zien, heeft de Heer ons in Zijn zeer grote, onbegrensde barmhartigheid zo veel teruggegeven, dat wij allen het verlies van de overvloedige goederen van het aardse paradijs zeer makkelijk zouden kunnen vergeten door deze nieuwe, onoverzienbare rijkdommen van Zijn grote Liefde. Maar kijk naar de dieren in de lucht zowel als op de grond, die zich hierheen haasten, kijk naar het gras, de planten, de struiken en al de kleine bomen en de grote bomen en de waaiende luchten en vraag deze allemaal en luister of je ergens een antwoord zult krijgen!
[10] Ik deed dat meteen bij het ontwaken en overtuigde mij ervan, dat alle dingen voor mij stom geworden zijn en de klank van mijn stem niet meer verstonden. Het gekwetter van de vogels, het gebrul van de dieren, het ruisen van dit uit een bron ontsproten beekje en al het gefluister van het gras, de planten, de struiken en al de boompjes en bomen drong weliswaar meteen tot mij door; maar wat schrok ik, en ik ben nog volledig ontsteld, toen ik van hen allen niets meer verstond en versta!
[11] Maar zie, ik schrok niet omdat ik mogelijkerwijze mijn verstand verloren had, maar ik schrok veel meer van het oneindig veel grotere verlies van de genade van de heilige Vader over al het geschapene en te midden van al het geschapene!
[12] Zie, alles wat ik verloren heb, dat hebben jullie ook verloren door mij omdat jullie door mij en met mij gezondigd hebben op één na, die ik niet meer waard ben mijn zoon te noemen, die gebleven is in de volheid van de genade en in de volheid van de zegen, in alle macht en in alle kracht, rein en rechtvaardig voor het alziend oog van de meest heilige en allerbeste Vader, van Zijn liefde en van Zijn geest.
[13] En dat is mijn geliefde Abel, die door de hoogst rechtvaardige Heer ook van ons weggenomen is, want mijn ogen zien hem nergens meer. Dat is zeker om mij en jullie allen door mij te laten ondervinden wat het betekent uit de genade van de eeuwige liefde te geraken en onder de strenge gerechtigheid van de Heer te vallen door de zonde van de hoogst lichtzinnige ongehoorzaamheid tegen Zijn zo hoogst milde wetten van liefde en tegen de gemakkelijke geboden van de genade.
[14] O kinderen, neem alles goed ter harte wat ik je nu gezegd heb en probeer en overtuig jezelf of ik de waarheid tegen je heb gesproken; en kom dan en oordeel zelf hoe de zaken er voor staan, - of wij zullen wenen en treuren uit diep berouw, of dat wij ergens nog iets zouden kunnen vinden waarover onze harten zich zouden kunnen verheugen!
[15] Ja, mijn kinderen, de eeuwige Liefde van de heilige Vader heeft ons slechts één enkele vreugde als geschenk van haar grote genade achtergelaten - en daarover kunnen en zullen wij blij zijn -, en dat is de grote genade berouw te kunnen hebben en te kunnen treuren!
[16] Zie, het enige wat de Heer ons nog gelaten heeft, zijn de tranen van berouw en de tranen van verdriet! Laten wij Hem daarvoor uit het diepst van onze harten danken!
[17] 0 hoe ontzettend gelukkig zijn wij nog, dat de Heer ons nog zo rijkelijk bedacht heeft! Wat zouden wij zonder deze genade zijn?!
[18] Laat ons daarom met de diepste gevoelens van algehele onderworpenheid op de grond neervallen en zo lang wenen en treuren tot er geen bittere traan meer vloeit en onze ogen droog zijn en wij de Heer hebben teruggegeven wat van Hem is en wat wij in het geheel niet waard zijn, en dat Hij dan met ons vanuit Zijn allerheiligste rechtvaardigheid kan doen wat Zijn heilige en altijd goede wil is en voor alle eeuwigheid was!"
[19] En zie, toen viel Adam met al de zijnen op de aarde neer en deed wat hem duidelijk was gemaakt door het stille en geheime erbarmen van de eeuwige liefde in de Vader en door het geringe nog achtergebleven deel van de genade en weende en klaagde bitter tezamen met de zijnen, op Kaïn na. Die wierp zich weliswaar ook op de grond neer, net als de anderen, maar zijn ogen bleven droog en het ergerde hem dat hij niet net als de anderen ook kon huilen en hij stond op en liep weg. En toen hij zo voortliep en naar de groene grond staarde, zie, toen zag hij opeens een slang op de grond weg kruipen; hij bukte zich voorover en greep haar, scheurde haar in stukken en at haar vlees op en maakte dat, door woede en toorn verteerd, tot het zijne.
«« 14 / 187 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.