Kaïns bekentenis

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)

«« 15 / 187 »»
[1] En zie, toen nu Kaïn dat gedaan had, kwam zijn vrome broer Abel hem achterna en zei uit naam van de eeuwige Liefde het volgende tegen hem:
[2] "O broer, waarom eet jij het vlees van de slang, terwijl er toch een grote hoeveelheid vruchten aanwezig is om je honger te stillen?! Zie, onze vader Adam dronk van een gewas dat hij niet kende en dat door de slang slim en listig met alle meesterschap van zijn grenzeloze boosheid was uitgedacht tot verderf van hem en al zijn nakomelingen. Adam zondigde daardoor voor de Heer van alle gerechtigheid en door hem, jullie allemaal; en ikzelf werd met de last van de schuld tegenover God beladen en moest boeten, net als jullie die van het sap van het verderf gedronken hebben en ik moest het paradijs verlaten, net als jullie en moest je gewicht met mijn lichaam torsen en al je zegen in mijn geest meedragen en moest daardoor ter wille van jullie een dubbele last op mij nemen.
[3] En zie, jij eet het vlees van de levende slang helemaal op, samen met zijn bloed! Kaïn, waarom deed je dat?"
[4] En zie, toen kwam Kaïn over zijn ergernis, zijn woede en zijn toorn heen, keek Abel aan en zei: "Zie, wat ik deed, deed ik uit wraak teneinde de slang en haar geslacht te gronde te richten en om mijzelf te gronde te richten omdat ik nooit waardig bevonden ben de zegen des Heren te ontvangen en omdat ik buiten mijn schuld werd die ik ben. Het was de schuld van mijn ouders, die voor mij bestonden nog voor ik er was en ik ontstond, doordat zij gezondigd hadden voor de ogen van Jehova.
[5] Waarom moet en zal ik dan mijn schuld boeten, terwijl ik aan het ontstaan daarvan nooit iets heb kunnen bijdragen omdat ik slechts de vrucht van de zonde ben, maar niet de oorzaak ervan - en ik moest daardoor de zegen ontberen die jullie in overvloed deelachtig werden en ik moest mij, belast door de onverdiende vloek van Jehova, moeizaam voortslepen, terwijl jullie als herten rondsprongen?!
[6] En zie nu wat de oorzaak van mijn daad was; de slang in het gras sprak mij aan en zei: 'Eet mij op en verzadig je aan mijn vlees en stil je dorst met mijn bloed, dan zul je een heer van de aarde zijn en al je nakomelingen zullen over die aarde heersen en hun kracht en macht zal groter zijn dan die van alle gezegenden; en ik geef je geen gebod, maar de macht om te heersen en de kracht om alles aan je te onderwerpen!'
[7] En zie, de slang sprak aldus verder: 'Mijn vlees zal je onterechte schuld voor God vernietigen en mijn bloed zal je een nieuw wezen geven, zonder schuld, toegerust met alle macht en kracht!' - Toen verstomde de slang en ik greep haar, scheurde haar in stukken en at haar op, zoals je zojuist zag!"
[8] En zie, toen werd Abel ontroerd en zwaaide met zijn rechterhand het zwaard van de gerechtigheid over het hoofd van Kaïn; en Kaïns ogen werden geopend en hij zag zijn grote ongelijk in; hij had God en zijn ouders beschuldigd en zag de hele schuld in zichzelf en zag de ondoorgrondelijke wegen van de eeuwige Liefde in haar geheime en onbegrensde wijsheid. Hij zag hoe hij welbeschouwd de verleidende slang zelf was, die door het onbegrensde erbarmen van de eeuwige Liefde door hem tot mens werd, opdat zij, weliswaar door een zwaardere beproeving in haar tijdelijke zegenloze zwakte, zich van deze zwakte bewust zou worden en zich in deze bewust geworden toestand van zwakte dan uiteindelijk, zelf bestemmend in alle vrijheid van haar wezen tot de Heer van alle macht en kracht zou hebben kunnen en moeten wenden, waarna haar dan ook, net als de reeds gezegenden, de zegen en daardoor de wederopname in de grote genade van de meest erbarmende Liefde in de grootste overvloed van macht en kracht ten deel zou zijn gevallen.
[9] En hij zag dat het nog boze deel in hemzelf de slang was die hij zojuist had opgegeten en hij zag dat hij alleen door zijn wrevel die boze delen had ingeblazen in haar weer op aarde teruggekeerde wezen. En hij zag dat de woorden van de slang zijn eigen woorden waren, afkomstig van wat nog in de diepste grondlagen van zijn oerwezen leefde, dat al van vóór de schepping van de zichtbare, materiële wereld stamde.
[10] En hij zag ook nog hoe hij de slang daardoor weer in zich opnam, zodat hij eigenlijk zichzelf opnieuw in al het boze en de daaruit voortvloeiende valsheid had gesterkt. En hij zag hoe diep hij opnieuw in de dood vervallen was.
[11] Toen viel hij door berouw overmand ter aarde neer en weende en riep luid: "Grote, almachtige, meest krachtige en boven alles heilige God! Nu eerst besef ik mijn oneindige schuld en zwakte voor U, Uw rechtvaardigheid, maar ook Uw onbegrensde liefde!
[12] Zie, ik ben niet waard te bestaan; vernietig mij daarom geheel en al voor alle eeuwigheid, zodat ik voortaan voor eeuwig niet meer besta en daardoor mijn grote, alleen op mij rustende schuld gedelgd zal worden voor alle toekomstige, gezegende nakomelingen van Adam en Eva!"
[13] En zie, toen nam zijn broer het zwaard weer in zijn linkerhand en zwaaide het nogmaals, - maar nu over Kaïns borst.
[14] En zie, toen stroomde er nieuw leven in Kaïn en het hunkeren naar de dood verliet hem; maar daartegenover werd de honger om te leven des te groter in hem. Maar hij kon niets vinden wat hem meteen zou hebben kunnen verzadigen. En toen hij niets vond, wendde hij zich nogmaals tot Abel en zei:
[15] "Zie, broer, ik heb een geweldige trek in voedsel dat leven geeft, dat leven in zich heeft en niet de dood, zoals het vlees van de slang en haar koude bloed! Want zie, broer, toen het besef kwam hoe ik voorheen was en hoe ik nu ben vanuit de grond van mijn bestaan, ondervond ik een sterk berouwen kreeg grote honger en een brandende dorst naar de goddelijke liefde en haar grote barmhartigheid! Want zie, ik ween zonder geluid en mijn berouw is zonder tranen; verzadig mij daarom met de stem van de liefde en les mijn grote dorst met de tranen van het berouw!
[16] Want hoor en versta dit: ik, de grootste, werd minder dan het stof; ik, de sterkste, ben zwakker dan een mug geworden; en ik, de schitterendste, werd zwarter dan het middelpunt van de aarde!
[17] En zo sta ik nu voor je. Uit mij kwam een kleine geest voort, die nu reeds groter is in alles dan ik toen was, toen de wereld er nog niet was, toen ik mijzelf heb verstrikt in mijn al te grote kracht en daardoor de zwakste onder allen werd; want toen verloren zij die veel hadden, veel, zij die weinig hadden, weinig en ik, die alles had, verloor ook alles en dat allemaal door mijn schuld en die anderen verloren het vele en het weinige ook door mijn brandende schuld.
[18] O broer Abel, talm daarom niet en reik mij een schotel met spijzen van het leven, opdat ik een stem om te wenen zal verwerven en reik mij, zegenloze, een drank aan, opdat ik niet van berouw zonder tranen versmacht!"
[19] Toen daalde Abel weer op aarde neer, ging bovendien in den lijve naar Kaïn toe en zei tegen hem: "Kaïn, jij zwakke broer van mijn lichaam en zoon van Adam en Eva, sta op en volg mij! Ik zal je weer bij je ouders en al je broers en zusters terugbrengen; en daar zul je overvloedig vinden waaraan je zo'n behoefte hebt en je zult geheel verzadigd worden en alle dorst stillen.
[20] Maar als je verzadigd bent geworden en je hebt je brandende dorst gelest, gedenk dan de Heer in Zijn liefde en Zijn erbarmende genade en bedenk dat het eerste het laatste en het laatste het eerste is!
[21] En volg mij nu met alle geduld en zachtmoedigheid - en laat in het vervolg geduld je sterkte zijn en zachtmoedigheid je kracht -; en dan zul ook jij nog genade vinden voor Hem, wiens liefde oneindig is en geen grenzen heeft in alle eeuwigheden der eeuwigheden. "
«« 15 / 187 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.