De Heer als Vader van Zijn kinderen

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)

«« 3 / 187 »»
[1] Aldus sprak de Heer tot mij en in mij voor iedereen, en dat is waar, getrouwen gewis: Ik ben een goede huisvader; ook niet één broodkruimel gaat verloren. Wie zijn kapitaal bij Mij belegt, zal een hoge rente krijgen en het zal in Mijn hart te boek blijven staan en de rente zal groeien van eeuwigheid tot eeuwigheid. Kijk omhoog, jij dwaas, en zie naar de sterrenhemel! Wie heeft ooit het oneindige aantal zonnen (20 maart 1840) geteld en alle planeten die Ik daar bij duizenden omheen heb geschapen?! En Ik zeg je, Ik die waarachtig en getrouw ben in ieder van Mijn woorden: voor een cent geef Ik een aarde en voor een slok fris water een zon. Waarlijk, dit zeg Ik je: de geringste dienst van naastenliefde zal op ongehoorde en onuitsprekelijke wijze worden beloond!'
[2] Je vraagt Mij of er overal ook mensen zijn zoals hier op de aarde die jij bewoont en Ik zeg je: ja, er zijn overal mensen, zij die uit Mijn inwendige organen voortgekomen zijn en Mij herkennen aan het soort orgaan; degenen die uit Mijn handen voortgekomen zijn herkennen Mij aan Mijn handen; die uit Mijn voeten voortgekomen zijn herkennen Mij aan Mijn voeten; die uit Mijn hoofd voortgekomen zijn herkennen Mij aan Mijn hoofd; die uit Mijn haar voortgekomen zijn herkennen Mij aan Mijn haar; die uit Mijn lendenen voortgekomen zijn herkennen Mij aan Mijn lendenen; en overal herkennen zij die voortgekomen zijn uit een bepaald deel van Mijn wezenslichaam, Mij aan dat deel. En hun leven en hun zaligheid komt overeen met het deel waaruit zij zijn voortgekomen, en allen zijn Mijn schepselen die Mij lief zijn; want Ik ben geheel en al liefde en ben overal de liefde Zelf.
[3] Maar de mensen van deze aarde riep Ik uit het centrum van Mijn hart tevoorschijn en schiep hen geheel naar Mijn evenbeeld en zij zullen niet slechts Mijn schepselen, maar Mijn lieve kinderen zijn, die Mij niet als God en Schepper, maar alleen als hun goede Vader zullen kennen, die hen na een korte proefperiode weer geheel tot Zich wil nemen, opdat zij alles zullen hebben wat Hijzelf heeft en eeuwig bij Hem zullen mogen wonen en met Hem zullen mogen regeren en het heelal besturen. Maar zie, al Mijn schepselen houden van Mij als hun Schepper in de dankbare vreugde van hun bestaan; maar Mijn kinderen willen hun Vader niet en versmaden Zijn liefde!
[4] Ik ben bedroefd als Ik zie hoe er per uur duizenden en duizendmaal duizenden wegkwijnen en sterven! O, kon Ik ze toch maar helpen! Is het niet treurig als de Almachtige niet kan helpen?!
[5] Je vraagt Me alweer hoe dat dan mogelijk is? O ja, zeg Ik je, dat is heel goed mogelijk! Zie, al Mijn schepselen zijn van Mijn macht afhankelijk, maar Mijn kinderen zijn afhankelijk van Mijn liefde! - Mijn macht gebiedt en het gebeurt; maar Mijn liefde wenst slechts en vermaant in alle zachtheid de vrije kinderen, en de vrije kinderen verstoppen hun oren en willen het aangezicht van hun Vader niet zien. Omdat zij vrij zijn, zoals Ik vrij ben, kan Ik hen niet helpen als zij dat niet willen. Want Mijn macht gaat boven alles; maar Mijn wil is aan Mijn kinderen onderworpen. Maar laat ieder zich dit op het hart binden: Ik ben jullie Vader, maar Ik ben ook jullie God en buiten Mij is er niemand meer. Wil je Mij als Vader of als God? - Je daden zullen Mij het beslissende antwoord geven.
[6] Dus let op: de liefde woont alleen in de Vader en heet de Zoon. Wie deze versmaadt zal in de handen vallen van de machtige Godheid en zal voor eeuwig van zijn vrijheid worden beroofd en de dood zal zijn deel zijn; want de Godheid woont ook in de hel, maar de Vader woont alleen in de hemel. God berecht alles naar Zijn macht; maar de genade en het eeuwige leven berusten slechts bij de Vader en heten de Zoon. De Godheid doodt alles; maar de Zoon ofwel de liefde in Mij heeft leven, geeft leven en maakt levend.
[7] Dit alles zegt de goede en spaarzame Vader tegen al Zijn kinderen, opdat zij zich zullen beteren om eens het erfgoed aan te nemen dat Ik vanaf de eeuwigheid zo getrouw voor hen gemaakt en bewaard heb.
[8] Zeg in alle liefde aan je vrienden en broeders: Ik, hun liefdevolle Vader, heb reeds Mijn beide armen uitgestrekt om hen allen tezamen voor eeuwig, eeuwig aan Mijn hart te drukken. Zij zullen zich niet meer van Mij afkeren, maar zij zullen Mij onafgewend in Mijn gezicht kijken en Mijn oog zal hun zeggen, ja zal het hun luid mededelen, hoe zeer Ik hen liefheb en hoe oprecht Ik het met hen meen.
[9] Zeg tegen hen: Ik heb hun zonden voor Mijn ogen weggedaan en heb ze zo wit als sneeuw gewassen; er is nu geen hindernis meer. Ik wil voor hen geen onzichtbare Vader meer zijn; zij zullen Mij altijd aanschouwen en met Mij stoeien en schertsen en zich verheugen; al hun zorgen zullen zij nu aan Mij overdragen.
[10] O, met wat een plezier zal Ik verder voor ze zorgen! O, wat betekenen alle vreugden en zaligheden van Mijn hemel voor Mij tegenover het geliefd worden door Mijn lieve kinderen, als hun enige, ware Vader!
[11] Zie alle zaligheden geef Ik je in ruil voor dit ene, dat Ik voor Mijzelf alleen bestemd had en daarom zullen Mijn kinderen ook niemand anders dan Mij en geheel alleen Mij, hun Vader noemen; want dat ben Ik ook en heb ook alle recht daartoe en niemand kan Mij dat recht ontnemen, omdat Ik de Enige, Al-enige ben en er buiten Mij niemand meer is.
[12] Zie, Ik wil hen (dat wil zeggen: jouw vrienden en broeders) je allen bij naam noemen: Hl B VI T Z L G D Z G *. (* De verklaring van deze tien letters staat aan het einde van dit boek ) Zij zullen allen Mijn vaderlijke groet ontvangen en vandaag nog, als ze dat willen, zullen de poorten van de hemel, dat zijn de ogen van hun geest, voor hen geopend worden en Ik wil nog heden in hun harten wonen. Slechts één ding moeten zij nog met volharding doen, namelijk, zij moeten hun vlees schoon wassen aan de bron waarin het levende water is en zij moeten een stok nemen die voor de helft zwart en voor de helft wit is; hiervan moeten zij de helft afbreken en het zwarte stuk moeten zij de wereld voor de voeten gooien en het witte stuk voor zichzelf houden als teken dat zij voor altijd met de wereld en met haar vlees gebroken hebben.
[13] Maar dat is zo veel, dat zij ernstig bij zichzelf te rade moeten gaan, alles van zichzelf moeten doorzien en dan de daar gevonden gebreken van hun hart getrouwen naar waarheid aan Mij voorleggen. Ik zal het vuil in hun hart verdelgen en zal hen met het vuur van Mijn goddelijk Vaderliefde vullen. En aldus gereinigd moeten zij zich dan door en in de biecht aan de Priester laten zien; en vervolgens zal Ik komen en met hen het vreugdemaal aan het altaar houden.
[14] Zeg hen tevens dat zij zich niet in en aan de kerk moeten ergeren; want iedere spijze die Ik aanbeveel, reinig Ik voor diegene die haar in de geest en in waarheid wil genieten en die zal er dan ook zonder zorg van genieten. Wat Ik aan Mijn kinderen geef, is rein en wordt voor diegenen waarvoor Ik het gezegend heb door de uiterlijke vorm niet ontheiligd. De tempel zal Ik zegenen en de plaats waar zij zich zullen bevinden zal heilig zijn; want Ik, hun heilige Vader, zal daar te midden van hen zijn, waar zij ook heen zullen gaan en hen zal geen haar worden gekrenkt.
[15] Zeg in ieder geval met klem tegen hen: Mijn liefde wacht met ongeduld op hen, en Mijn armen zal Ik niet eerder sluiten dan wanneer zij allen tezamen daarin zullen rusten. Daar zullen zij hun liefdevolle, heilige Vader van aangezicht tot aangezicht aanschouwen en er zal aan hun vreugden nooit een eind komen. Amen!
[16] Zeg tegen allen die Mij zoeken, dat Ik altijd thuis ben en nooit uitga en dat Ik niet slechts bepaalde uren of tijden bestemd heb waarin men tot Mij komen kan, zoals de koningen van de aarde en alle groten van de wereld. Dus niet alleen op de sabbat of op feestdagen, maar iedere minuut is Mij een liefhebbend hart welkom en zelfs in de nacht heb Ik nog nooit voor iemand de deur vergrendeld; dus ongeacht wanneer jullie zullen aankloppen, zal Ik "binnen!" roepen.
[17] Je moet en kunt het Mij nu wel vrijuit zeggen of Ik je ooit op een bepaalde tijd tot iets verplicht heb en of het niet altijd aan je vrije wil overgelaten was om naar Mij toe te komen om het een en ander te vragen dat je had willen weten en of Ik je ooit het antwoord op een vraag schuldig ben gebleven! En al had je Mij vanuit de hel iets gevraagd, dan antwoordde Ik je; en was je op aarde, dan sprak Ik met je; en in de hemelen sprak Ik met je. Bij dag en bij nacht is Mijn oor voortdurend naar je toegewend. Wat je hier opschrijft, schrijf je immers alleen als het je in je tijd gelegen komt, en dat vind Ik altijd goed zolang als je wilt en zoveel je wilt en zie, Ik vind het best! Zeg het ze daarom heel precies: het is Mij om het even; wanneer iemand bij Mij komt, wordt er naar hem geluisterd en hij wordt opgenomen.
[18] Zeg tegen de kinderen dat zij niet de spot met Mij moeten drijven, maar dat zij het ernstig op moeten vatten! Zeg tegen hen dat Ik doorgaans geen grappenmaker ben, noch enige scherts versta; want Ik meen het serieus met allen, met groot en klein, met jong en oud, met mannen en vrouwen. Uitzonderingen vinden bij Mij helemaal niet plaats.
[19] Want zie, Mijn schepselen die niet deugen, verwoest Ik ogenblikkelijk en vernietig ze voor eeuwig; maar voor Mijn kinderen heb Ik ook massa's straffen en Ik zal de ongehoorzamen straffen tot op de laatste druppel van hun bloed en zij zullen dan beslist erkennen dat Ik tenminste de Heer des huizes ben, als zij Mij als liefhebbende, heilige Vader niet willen erkennen.
[20] Wee echter degenen die Mijn vaderlijke straffen miskennen en verkeerd uitleggen! Ik zeg nog eenmaal: wee hen! Deze zal de Vader verstoten en dan zullen zij met hun eeuwig onverbiddelijke God te maken hebben. Dat zeg Ik tegen jou als een slechte, luie knecht. Amen. Ik, Jehova, Amen.
«« 3 / 187 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.