De ware kerk

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)

«« 4 / 187 »»
[1] Zo sprak de Heer tot mij en in mij voor iedereen, en dat is waar, gewis en getrouw: Mijn genade is een rijke schat; wie deze ten deel valt, zal nooit te eniger tijd, noch in der eeuwigheid, aan iets gebrek hebben. Daarom moet iedereen zijn best doen, zich deze in ieder geval meteen eigen te maken; want Ik geef haar aan iedereen die ze maar hebben wil.
[2] Want zie, willen jullie vergeving van zonden, dan worden ze je vergeven als je door Jezus, die Mijn levende woord en de liefde in Mij is, de ware boete doet; dan staan de poorten van de hemel voor je open en als je naar binnen wilt gaan, dan kun je binnenkomen en daar het aangezicht van jullie heilige Vader aanschouwen; want dat ben Ik, de eeuwige God Jehova.
[3] Dat kunnen jullie doen krachtens het levende woord, dat Jezus Christus is, ofwel de eeuwige liefde en wijsheid in Mij, waaruit al het goede en ware vloeit. De liefde is je vanaf het allereerste begin gegeven; want zij is het werkelijke leven in jullie, alsmede de macht in Mijn schepselen, die weliswaar ook uit Mijn liefde voortkomt, maar toch niet de liefde zelf is, omdat er in haar geen vrijheid is, maar alleen de uitwerking van de liefde, die echter op zichzelf beschouwd levenloos is, - vandaar dat ook alles wat uit macht voortkomt op zichzelf beschouwd dode stof is, waarvan het leven slechts schijn is, - in werkelijkheid is het echter de dood. (22 maart 1840)
[4] Vandaar dat, als iemand zijn liefde aan de materiële wereld hecht, zijn liefde zelf door de macht van de dood plat wordt gedrukt en het gevolg is het lot van het stoffelijke ofwel de dood.
[5] Maar wie zijn liefde op Mij richt en zich aan Mij hecht, die verbindt zijn liefde wederom met de Liefde ofwel met het Leven van al het leven; diegene wordt dan door en door levend.
[6] Maar let nu op: de liefde op zich is blind en duister en juist daardoor vrij en onafhankelijk, - maar is daardoor ook juist in groot gevaar zichzelf te verliezen en te gronde te gaan.
[7] Daarom voeg Ik aan alle tot Mij gerichte liefde naar de mate van haar omvang ook tegelijk de juiste hoeveelheid licht toe, en dat is een geschenk en heet genade; hiermee stroom Ik bij ieder mens naar binnen al naar de mate van zijn liefde.
[8] Als iemand de liefde heeft omdat hij Mijn wet, die de hoogste liefde is, in zich levend maakt, over hem zullen stromen licht uitgegoten worden en zijn ogen zullen de aarde doordringen en de diepten der hemelen schouwen.
[9] Zeg het aan de kinderen en zeg het tegen allen van welke godsdienst ze ook mogen zijn - roomsen, protestanten, joden, mohammedanen, brahmanen of duistere heidenen -, kortom aan allen zij het gezegd: op aarde is er slechts één ware kerk en dat is de liefde tot Mij in Mijn Zoon, die echter de Heilige Geest in jullie is en zich openbaart door Mijn levende woord, en dat woord is de Zoon en de Zoon is Mijn liefde en Hij is in Mij en Ik doordring Hem geheel en Wij zijn één en zo ben Ik in jullie, en jullie ziel, wier hart Mijn woonstede is, is de enige ware kerk op aarde. In haar alleen is eeuwig leven en zij is de enig zaligmakende.
[10] Want zie, Ik ben Heer over alles wat er is! Ik ben God, de eeuwige en machtige en als zodanig ben Ik ook je Vader, de heilige en meest liefdevolle. En dat alles ben Ik in het woord; maar het woord is in de Zoon en de Zoon is in de liefde en de liefde is in de wet en de wet is aan jullie gegeven. Als je die in acht neemt en ernaar handelt, dan hebben jullie haar in jezelf opgenomen; dan wordt zij levend in je en verheft je zelfs en maakt je vrij en dan staan jullie niet meer onder de wet, maar erboven in de genade en in het licht, wat allemaal Mijn wijsheid is.
[11] En dat is de zaligheid of het rijk Gods in jullie of de alleen zaligmakende kerk op aarde en alleen hierin ligt het eeuwige leven en in niets anders.
[12] Of denken jullie soms dat Ik in de muren woon, of in de ceremonie, of in het gebed of in de verering? 0 nee, jullie vergissen je heel erg, want daar ben Ik nergens, - maar alleen waar liefde is, ben ook Ik; want Ik ben de liefde of het leven Zelf. Ik geef je liefde en leven en verbind Me alleen met liefde en leven, maar nooit met het stoffelijke of met de dood.
[13] Want daarom heb Ik de dood overwonnen en de Godheid aan Mij onderworpen, opdat Ik alle gezag zal hebben over alles wat er is en Mijn liefde eeuwig zal heersen en alles wat aan haar onderworpen is levend zal maken.
[14] En hoe denken jullie dan dat Ik in de dood met ongeduld op jullie wacht, terwijl Ik toch het leven Zelf ben?! Ga daarom van tevoren de ware kerk binnen, waarin het leven huist, en dan pas in de dode kerk, opdat die door jullie levend zal worden!
«« 4 / 187 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.