De zondeval

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)

«« 8 / 187 »»
[1] En zie, toen bedekte de eeuwige Liefde Haar aangezicht en ging volgens een door het getal van de ordening bepaalde tijd weg en was blind uit de diepte van Haar erbarmen en wilde en kon niet weten, wat de nieuw geschapenen zouden doen in het gericht van de Godheid ter beproeving van hun vrijheid door de erbarmende Liefde in de korte tijd op aarde. De plaats die hen op het vaste land was gegeven om te bewonen, was een dal en was een tuin en werd paradijs genoemd; en dat was het land, dat later overvloeide van melk en honing en het was de plek, die in de grote tijd der tijden van de grootste daad van de eeuwige Liefde 'Bethlehem' heette en eeuwig zal heten, en het was het punt, vanwaar het vlees geworden eeuwige Woord voor de eerste maal lijfelijk het licht van Zijn genade, aan de tranen der erbarming van de verre zonnen, de manen en van alle sterren zag oplichten.
[2] En zie, tijdens het gericht waarmee de Godheid hen in Haar gramschap beproefde, groeide hun begeerte. En er stond een boom in de tuin en deze boom droeg de mooiste soort appels en Eva begeerde deze hevig en ze zei tegen Adam: "Zie Adam, ik heb een hevig verlangen naar deze vrucht! Als jij wilt, dan zal ik er één plukken en proeven en hem dan aan jou geven als de eerste gave uit mijn hand!"
[3] En zie, Adam zweeg, nadenkend over het gezegde van Eva. En een innerlijke stem, die heilig was, omdat deze van de Godheid in hem kwam, zei tegen hem: "Als jullie van de vrucht van deze boom zullen eten, dan zul je sterven!" En Adam schrok daarvan zozeer, dat hij zijn geliefde Eva geen antwoord kon geven.
[4] En de begeerte steeg in Eva op en trok haar tot onder de boom en dwong haar er een appel van te plukken. En Adam bemerkte nu dat Eva zijn hart ontrouw werd, en hij werd treurig en zei:
[5] "Eva, Eva, wat doe je? Zie, wij zijn nog niet door de Heer van de macht en de kracht en het leven gezegend! Zie, je houdt de vrucht van de dood in je hand; gooi die weg, zodat wij niet in naaktheid voor de Heer der gerechtigheid sterven!"
[6] En zie, toen schrok de door begeerte overmande Eva van de ernst van Adam en liet de vrucht van de dood op de grond vallen. En haar begeerte verliet haar en zij werd bevrijd van haar begeerte en Adam voelde een groot welbehagen door de bevrijding uit de strikken van de dood brengende begeerte van Eva.
[7] Maar zie nu, de door Eva uit haar hart gebande begeerte lag nu op de grond en veranderde zich door de macht van de richtende gramschap van de Godheid in de gedaante van een grote slang, die de vrucht van de dood in zijn bek nam, naar de boom toe gleed en alle takken en twijgen van de wortel tot aan de top omgaf en zijn starre blik op Eva richtte. En Eva merkte dat en keek de slang aan en Adam merkte het door Eva ook; maar hij zag de slang nog niet.
[8] En zie, Eva ging naar de slang toe en bekeek met veel genot zijn verleidelijke windingen om de boom en de steeds veranderende kleuren van zijn schubbenhuid.
[9] Maar de slang bewoog zich en legde de appel in de schoot van de nu zittende Eva, richtte toen haar kop weer op en sprak Eva met de volgende woorden aan:
[10] "Eva, zie hoe jouw dochter die door jou verstoten werd, de boom van jouw verlangen omslingert! Versmaad de geringe gave, die ik in jouw schoot legde niet, maar geniet onbezorgd van de vrucht van je liefde; jij zult niet slechts niet sterven, maar je zult bevredigd worden met meer kennis over al wat leeft, dan de God die jij vreest, omdat die toch zwakker is dan jij bent!" En zie, toen deelde de tong van de slang zich en werd puntiger dan een pijl en de slang boog haar kop naar Eva's borst, alsof zij die als een kind wilde kussen; maar nu stiet zij haar twee giftige pijlen in de borsten van Eva, en Eva aanschouwde in de slang haar eigen gedaante.
[11] En nu merkte ook Adam wat zich onder de boom afspeelde en de tweede Eva beviel hem bijzonder goed en hij merkte niet, dat het slechts een slang was. En zie, toen ontstak ook in hem de begeerte, de hartstocht voor de tweede Eva, hij nam de vrucht uit de schoot van Eva, werd ontrouw aan zijn liefde en genoot van de verboden vrucht uit de schoot van Eva met wellustige begeerte; en in dat genot herkende hij zich als de eerste die verloren ging door de grote ijdelheid van zijn blinde zelfzucht in het rijk van het licht van de eeuwige Liefde, en die gevallen is in de zee van gramschap van de eeuwig onverbiddelijk dodende Godheid.
[12] En zie nu, toen hij zich als zodanig herkende en de verblinde Eva zich door hem herkende, steeg een groot berouw op uit het diepst van zijn hart, en Eva schaamde zich over de naaktheid die zij bespeurde en over Adam's naaktheid en was van top tot teen ontdaan en bedekte haar naaktheid met bladeren van een vijgenboom. En ook Adam strekte zijn handen uit naar de bladeren om zijn blootheid te bedekken en verborg zich in een grot en weende vele tranen van grote smart; en Eva verborg zich achter een doornstruik en treurde hevig over haar schuld aan de verleiding.
«« 8 / 187 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.