Pura's grote, voorbeeldige liefde voor de Heer. Een belofte van de Heer aan Pura

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)

«« 122 / 280 »»
[1] Toen nu Pura deze woorden had gehoord hief zij haar tedere handen boven haar hoofd en vouwde ze door haar vingers ineen te strengelen en zei ten slotte opgetogen:
[2] 'O, eeuwige, oneindige liefde en wijsheid, wat een eindeloos diepe zin ligt toch in elk van deze woorden!
[3] O, heilig Leven van al het leven, eindeloos heilige Oorsprong van al het zijn, wie kan de diepte van Uw wijsheid vatten en wie de raad van Uw liefde doorgronden'?!
[4] O mijn God, mijn God, - hoe groot en verheven bent U toch!
[5] Jehova! U die Zich door de zwakke mens zelfs `Vader' laat noemen, ja - niet alleen laat noemen, maar ook wil dat Hij in het hart van ieder mens in de volste kinderlijke liefde en ernst als zodanig getrouw en waarachtig bekend wordt, - hoe zal ik, een aller puurste niets ten overstaan van U, U nu loven en prijzen, hoe U danken voor Uw bovenal grote erbarming en genade'?!
[6] Want U hebt nu zo'n troost, als een buitengewoon grote lichtstroom, in mijn hart doen vloeien, dat ik me nu van louter hemelse vervoering geen raad weet.
[7] O, jullie grote vrienden van deze heilige goede Vader, help toch, help mij, zwakke, deze buitengewoon grote zalige last te dragen en loof met één stem Hem, die hier in ons midden vertoeft, zo heilig, zo goed en zo liefdevol genadig en barmhartig!
[8] O mijn Jehova, welk een zaligheid is het bij U te zijn; welk een levend voedsel voor het zwakke naar liefde hunkerende hart, als het door Uw oneindige vaderlijke mildheid wordt verzadigd!
[9] O, laat U door mij beminnen, laat me sterven van liefde tot U!
[10] O, hoe zoet moet de dood zijn die men voor U uit liefde sterft !
[11] Jehova, God, Vader! Tot nu toe heb ik mijn hart ingehouden uit te grote heilige schroom voor U; maar nu kan ik liet niet meer!
[12] Laat U Zich door mij omarmen en zo hevig liefhebben dat het vuur van mijn liefde tot U, zal verteren als een droge strohalm! Want zie, nu is alle schroom van mij geweken, - ook heb ik geen angst en vrees meer voor U; ik wil immers sterven uit liefde voor U! 0, mijn onuitsprekelijk geliefde Jehova!'
[13] Hierbij sloeg zij haar armen ijlings om Abedam heen, drukte Hem uit alle macht tegen haar hele wezen en het leek wel of zij met haar hand haar hart uit haar lichaam wilde rukken om het dan aan de borst van de Allerhoogste te houden.
[14] In een dergelijke staat van liefde straalde ook weldra haar gehele wezen zo lieflijk licht als het licht van de zon wanneer het getemperd door een heerlijk rozenblaadje schijnt.
[15] Toen de vaderen en alle anderen dat zagen, sloegen zij zich op hun borst en Henoch zei zuchtend: 'O heilige Vader! Wij zijn kinderen van de hoogte, - dit meisje is echter een zuigeling van het slijk van de laagte; maar welk een verschil is er tussen haar en ons!
[16] Zij alleen bemint U meer dan de hele hoogte bij elkaar en zij begrijpt U in haar hart ook al beter dan wij allen, terwijl we toch van kind af aan gevorst en gehandeld hebben in Uw liefde en genade!
[17] O zie, zie, jullie allen, vaderen, wat voor een meer dan hemelse schoonheid, wat voor een glorie straalt er uit dit kind van de laagte!
[18] O Adam, o Seth, o jullie allen, vaderen, broeders en kinderen, waar is het oog, dat ooit iets mooiers, iets verhevenere, iets onnoembaar verrukkelijkers gezien heeft dan dit nauwelijks twintig zomers tellende meisje uit de laagte in de kracht van haar liefde, die voor ons allen zo onbegrijpelijk machtig is!
[19] Welk een meer dan hemelse lieftalligheid en verheven schoonheid straalt er uit al haar vormen, wat een mildheid, wat een zachtheid in al haar ledematen! Hoe eindeloos teer is haar hele gestalte - en nochtans: welk een macht der liefde in haar meer dan etherisch tere borst!
[20] Ja, ja waarlijk, zij is ons gegeven als een groot leraar; want nu pas is ons allen een maatstaf van de liefde gegeven waar wij de gebrekkige zwakte van ons hart heel goed aan kunnen meten!
[21] O Jehova Abedam, U alleen zij eeuwig, eeuwig, eeuwig hemelhoog geprezen, geloofd en bemind, omdat U ons allen een kind uit de laagte tot heilige maatstaf van Uw liefde hebt gegeven!
[22] O Vader, heilige Vader, hoe oneindig goed en vervuld van liefde en erbarmen bent U!'
[23] Hier verstomde ook Henoch. En Abedam zei daarop tegen hem: 'Henoch, geloof dat het zo is en eeuwig zo zal zijn: een kind van de wereld en van de zonde zal een groter gewicht in de schaal leggen, als het Mij net zo vast zal aannemen als dit meisje hier, dan negenennegentig rechtvaardigen, die dat vanaf hun geboorte altijd al zijn geweest.
«« 122 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.