Het maal in de eetzaal. Thubalkaïn kiest zijn bruid. De huwelijksvoltrekking

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)

«« 202 / 280 »»
[1] En daarop begaven allen zich naar de eetzaal. Toen zij daar aankwamen was alles feestelijk versierd. Op negen ronde tafels, met mooi vlechtwerk getooid, stonden sierlijke, goed gevulde spijskorven.
[2] In het midden van de negen ronde tafels bevonden zich nog twee tafels met enigszins langgerekte vorm; op sierlijke wijze was daar het goed gebraden vlees neergezet, zoals daar de gewoonte was.
[3] En de gasten gingen aan de tafels zitten, dankten en loofden God en aten en dronken welgemoed. Toen zij naar behoefte van de vruchten hadden gegeten, stond Kisehel op, wendde zich tot Thubalkaïn en zei:
[4] 'Nu, broeder Thubalkaïn, is zoals afgesproken de beurt aan jou, om uit deze mooie en sierlijk getooide meisjes en vrouwen een bruid en echtgenote naar jouw tevredenheid te kiezen, als je tenminste niet van gedachte bent veranderd!
[5] Want zie, het bruids en huwelijksmaal is besteld; een lam voor jouw vader Lamech en een kalf voor jou en je bruid!'
[6] Deze aankondiging beviel Thubalkaïn zeer goed en daarop zei hij: 'Pas nu zie ik volledig in dat de verzoeking een volkomen leeg drogbeeld was; want Naëhme, de ware Naëhme, leidt beslist een beter leven dan een leven dat volkomen in tegenstelling tot God staat, die zij reeds hier in het geheim zozeer was toegedaan!
[7] Ja, - als zij in een dergelijke tegenstelling tegenover God zou hebben gestaan, dan zou haar voet beslist nooit de hoogte, de woonplaats van Gods kinderen, hebben bereikt en zou Hored haar ook niet aangeraakt hebben. En dat is toch allemaal gebeurd. Hoe zou het dan kunnen zijn dat dat drogbeeld de godsvruchtige Naëhme zou zijn geweest?!
[8] Daarom ben ik nu blij en vol vreugde en wil daarom zonder enig bedenken je raad opvolgen!
[9] Want nu zie ik in dat jullie geen verraders zijn, maar waarachtige vrienden en machtige afgezanten van God! Daarom wil ik ter wille van jullie ook altijd God loven en prijzen, omdat Hij zo genadig en barmhartig is; en daarom geschiede jullie wil uit God tot mijn heil!'
[10] Nu stond Thubalkaïn op en ging naar de meisjes, bekeek hen allen goed en vond er één onder hen die hem goed beviel, hij koos haar uit en leidde haar naar Kisehel. Maar toen hij met haar Kisehel naderde, stond de uitverkorene plotseling stil en wilde niet verder gaan.
[11] En Thubalkaïn vroeg haar: 'Je hebt je toch door mij laten kiezen. Waarom wil je je dan niet met mij naar de gezant van de almachtige God begeven, opdat hij ons zal zegenen?'
[12] Maar de uitverkorene antwoordde zeer nors: 'Waartoe zou zijn zegen dan wel dienen?! Hebben niet vele duizenden vrouwen sinds alle tijden ontvangen en gebaard zonder een dergelijke zegen?! Waarom zouden wij dan nu een uitzondering vormen?!
[13] Wil je je echter tot eeuwige slaaf van Jehova laten zegenen, dan moet je dat maar alleen doen; ik zal echter vrij blijven en je laten zien dat ik ook kinderen kan baren zonder die onnozele zegen!'
[14] Thubalkaïn was verbijsterd over die brutaliteit, liet die uitverkorene staan en ging alleen naar Kisehel. Deze wist wel wat Thubalkaïn hem voor zou leggen en zei daarom meteen:
[15] 'Broeder Thubalkaïn, zie, je hebt een slechte keuze gedaan - ik weet de oorzaak daarvan -, maar ik zeg je: kies met God, dan zul je niet bij zo een uitkomen die al heel ver voorbij het aantal geschikten staat!
[16] Zie, met deze uitverkorene is het net zo gesteld als met de bedrieglijke Naëhme van voorheen! Ga er heen, spuug haar in het gezicht en kies meteen een andere!' En dat deed Thubalkaïn.
[17] De slechte uitverkorene verdween onmiddellijk en een nieuwe uitverkorene volgde Thubalkaïn naar Kisehel, God lovend en prijzend.
[18] Deze zegende hen in naam van Jehova, en Thubalkaïn was verheugd, loofde en prees God tezamen met zijn nieuwe, mooie vrouw en nodigde ten slotte allen uit, deel te nemen aan zijn bruiloftsmaal.
[19] En allen begaven zich naar de twee bruiloftstafels, zegenden deze en aten en dronken met het nieuwe paar.
[20] En zo werd aan Thubalkaïn het door hem bedongen loon op gezegende wijze gegeven.
«« 202 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.