Lamechs en Thubalkaïns dank voor de kracht van God in de mens. Kisehel woorden over de verzoekingen van de mens

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)

«« 205 / 280 »»
[1] Nadat nu het tumult was opgehouden en orde en rust daarvoor in de plaats waren gekomen, wierpen Lamech en Thubalkaïn zich op de grond en loofden en prezen God, omdat Hij allergenadigst zulke kracht aan de mens had verleend, en zij vroegen Hem, hen met Zijn heilige kracht nooit meer te verlaten, maar steeds bij hen te blijven gedurende hun hele leven, en ook hun nakomelingen met zo'n genade te zegenen en hen voortdurend daarin te behouden.
[2] Na deze lof, dank en dit verzoek ging Kisehel naar beiden, die nog op de grond lagen, toe, hief hen op en zei vervolgens tegen hen:
[3] 'Vrienden, broeders! De heilige, liefdevolle Vader beleeft werkelijk vreugde aan jullie, daar kun je volledig van verzekerd zijn; want jullie hebben nu drie krachtige proeven van je beginnende trouw afgelegd.
[4] Maar, geloof ons, zolang wij mensen dit sterfelijke vlees met ons meedragen, dragen wij ook onze verzoekingen met ons mee die zich steeds weer vernieuwen en zijn daarom niet zo zeker dat wij kunnen zeggen: nu is er een eind aan de verzoekingen gekomen!
[5] Ja, hoe meer wij onze voleinding naderen, des te meer worden wij ook gewaar dat ons vlees, de wereld en de eerzucht van ons vleselijk hart aan de geest die geheel levend en wakker wil worden steeds nieuwe stenen voor de voeten willen leggen, opdat hij maar weer terug zal vallen in zijn oorspronkelijke doodsslaap!
[6] Maar, moeten wij daarom angstig en kleinmoedig worden?
[7] O beslist niet, mijn lieve vrienden en broeders! Want juist daarin schuilt immers de grote erbarmende liefde van de heilige, meer dan goede Vader in de hemelen; want door zulke beproevingen worden wij immers ten eerste in onze geest gewekt en vervolgens wakker gehouden tot aan het tijdstip dat voor de geest een nieuwe, eeuwige dag zal aanbreken, waarop hij niet meer door slaap en ook niet meer door beproevingen wordt belast!
[8] Deze gelukkige toestand zal eens na het afvallen van het lichaam zeker volgen, maar kan ook al gedurende het leven met recht ten deel vallen aan degene die in alles enkel en alleen de goddelijke wil tot enige richtsnoer heeft genomen.
[9] Maar hoe kan zoiets gebeuren? - Op de gemakkelijkste manier van de wereld! Men hoeft alleen maar geen enkele waarde aan het wereldse te hechten, en aan God meer dan al het andere; men moet niets beminnen wat ook maar van de wereld is, maar alleen God boven alles liefhebben en vanuit deze heilige liefde al zijn medemensen als zijn broeders en zusters beschouwen, - en dan is de hele, moeilijk lijkende levensopgave volledig geklaard!
[10] Als echter iemand daar tegenin zou willen gaan en zeggen: 'Ja, dat is gemakkelijker gezegd - dan op de juiste manier gedaan!', dan zeg ik niets anders dan: Vriend, ondervind je dan zoveel goeds van deze wereld, datje haar daarom acht en liefhebt, en haar niet durft te treden met je voeten, die onsterfelijk zullen gaan worden?
[11] Zie, zij is niets anders dan een armzalige vulling van je maag en je buik, een ellendige bedekking van je huid, een met een vloek beladen dienst van je broeders en zusters - en tenslotte na een korte tijd de tijdelijke en eeuwig meest pijnlijke dood!
[12] Zie, dat zijn dus alle voordelen die de nietige wereld ons biedt!
[13] Zeg me, zijn zij het wel waard, dat een mens ook maar daaraan denkt?!
[14] Wie haar, de wereld namelijk, eens goed bekijkt, zal geen moeite hebben om spoedig om te keren, de hele wereld de rug toe te keren en met een monter en blij hart de heilige roep te volgen van de eeuwige, heilige, allerliefdevollste Vader in en uit de hemelen van het eeuwige, allerzaligste leven!
[15] Als je een droom zou hebben waarin je zo echt van alle kanten gewoonweg als een god werd geëerd, en je had de zoetste lekkernijen gegeten, en had de mooiste en bekoorlijkste bijslapen; als je dan wakker zou worden, zou je dan naar die droom terugverlangen?!
[16] Een nar zou dat doen; maar een wijze weet dat het slechts een ijdele droom was en zal er niet naar hunkeren.
[17] Zo is het ook met de wereld; zij is niets anders dan een ijdele, lege droom, die meteen vergaat zodra de geest in de nieuwe dag ontwaakt! Hecht daarom geen waarde meer aan de wereld, die niets is; dan zullen jullie ook al haar verzoekingen even gemakkelijk overwinnen, als het ontwaken op de dag alle ijdele dromen van de nacht zonder moeite overwint!
[18] Onthoud dat goed en handel ernaar; dan zal het eeuwige leven jullie deel zijn; maar wees nu weer vrolijk en opgewekt! Amen.'
«« 205 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.