Mura's aanwijzingen voor de opzichters die de bouw van de tempel gaan uitvoeren. Kisehels aanwijzingen voor de orde in de staat en het uitzenden van vijf boden naar de andere steden

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)

«« 212 / 280 »»
[1] Toen het plan geheel was uitgezet, riep de bouwmeester Mura zijn dertig opzichters bijeen en zei tegen hen:
[2] 'Kijk, hier is het ontwerp! Zo is de indeling van het fundament en zo die van de onderbouw; zo die van de overstek, en zo die van de bovenbouw!
[3] Bespreek alles met elkaar en verdeel dan het werk!
[4] Jullie hebben een vraag over de bouwstenen? Kijk eens in de richting van de berg! Het zal in een rechte lijn nauwelijks zevenduizend schreden zijn, daar zullen jullie een grote hoeveelheid stenen aantreffen die goed zijn voor het fundament!
[5] Meteen daarnaast bevindt zich een prachtige steengroeve; gebruik die voor de onderbouw! Het is dooraderd grijs marmer, dat ruw gehouwen moet worden in gelijkmatige vierkante blokken.
[6] Maar voor de overstek en de bovenbouw moet je kijken naar hetgeen zich tegenover de genoemde steengroeven bevindt! Kijk eens naar die witte rotswanden! Het is het fijnste witte marmer; dat moet gebruikt worden voor de overstek en de bovenbouw.
[7] Dit gesteente moet van tevoren fijn bewerkt worden, zowel aan de binnen als aan de buitenkant van de wandzijde, dan met olie geslepen en goed gepolijst worden, vóór het gebruikt wordt om mee ie houwen.
[8] Het bindmiddel voor het fundament en de onderbouw moet uit de gewone kalkbrij bestaan; de jullie welbekende metselspecie dient voor de binding van de overstek en de bovenbouw.
[9] Voor de binnenste, ijzeren muurankers zal na opgave van de goede maat en al naargelang het nodig is Thubalkaïn wel zorgen.
[10] Wat het dak betreft, dat zal aan de timmerlieden worden toebedeeld en vervolgens aan de metaalarbeiders.
[11] Nu weten jullie alles, begin het werk met de enig ware God van Farak, de wijze leraar van de mensheid, dan zullen jullie het ook met God beëindigen!
[12] Laat niemand zich om eten en drinken en het juiste loon bekommeren, want dat zal allemaal aan iedereen in de juiste mate worden gegeven!
[13] Laat iedere arbeider bedenken, dat deze bouw ter ere van de enig ware God door ons wordt uitgevoerd, dan zal hij een grote zegen in zijn werk vinden!
[14] En ga dan nu heen in de naam van de enig ware God en begin met het werk!'
[15] Een van de opzichters echter vroeg aan Mura: 'Meester, in het ontwerp is toch ook een ringmuur opgenomen! Wat moet daarmee gebeuren?'
[16] En Mura antwoordde de steller van de vraag: 'Luister, mijn Cural! Heb jij je ooit zorgen gemaakt over een hemd voor een kind, terwijl het nog maar nauwelijks verwekt was?
[17] Je zegt: `Beslist niet, - maar pas toen het geheel ter wereld was gekomen!'
[18] Laten wij daarom ook hier het kind eerst geboren worden en pas daarna voor het hemd zorgen!
[19] Ga dus nu en begin vol ijver aan het heilige werk! Amen.'
[20] Na deze order van Mura begonnen allen als mieren en bijen te werken.
[21] Maar Lamech en Mura gingen naar de zeven boden en voornamelijk naar Kisehel, die juist met Thubalkaïn over het benodigde ijzerwerk sprak, en zij vertelden hem hoe zij alles hadden geregeld.
[22] Daarop zei Kisehel tegen hen beiden: 'Mijn broeders, zo is het goed en God welgevallig! Hij zal daarom het werk zegenen, en in zeven dagen zal alles geheel voltooid zijn; wees daar volledig van verzekerd!
[23] Maar laat ons nu weer naar huis gaan in de stad en daar voorbereidingen treffen om alle arbeiders behoorlijk te verzorgen!
[24] Jij, Sethlahem, bespreekt het werk met de vrouwen en de meisjes, en jij, broeder Lamech, beveelt op jouw manier je nu aanwezige bedienden en knechten, dat zij hun ambt - ieder weer in zijn eigen vak - moeten gaan uitoefenen en zorgen voor de goede orde in de stad alsook in het hele land!
[25] Ik zal bij jou blijven en Sethlahem zorgt voor de vrouwen en de meisjes.
[26] Jij, Joram, gaat met je vier broeders naar de andere steden, en wijst hen kort en bondig op hetgeen God verricht heeft aan onze broeder Lamech en win hen allen voor God!
[27] Maar keer allen op de zevende dag weer terug, en nodig alle ambtenaren van Lamech uit hier naar Hanoch te komen, om deel te kunnen nemen aan de inwijding van de nieuwe tempel in de laagte!
[28] En zo geschiede alles volgens de wil van de Heer! Amen.'
«« 212 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.