God als de oneindige liefde en wijsheid is de eeuwige waarheid. De bestemming van de mens

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)

«« 220 / 280 »»
[1] Na deze woorden van Henoch sloegen alle aanwezigen zich op hun borst en de een zei tegen de ander: 'Wat was dat voor een toespraak, en wat waren dat voor woorden!
[2] O waarheid, eeuwig heilige waarheid, de weg naar jou is voor degene die jou niet kent onuitsprekelijk moeilijk te vinden!
[3] Als je echter de vermoeide wandelaar tegemoetkomt, dan ben je meteen zo herkenbaar voor hem, als de opgaande ton voor ieder oog herkenbaar is!
[4] Ja, men kan nu denken wat men wil, er is beslist geen andere zin te vingen, die ook maar naast deze zou kunnen bestaan!
[5] Daarom is er maar één waarheid: God is deze eeuwige waarheid, en deze loont de enig ware verhouding tussen Hem en de mens en zegt, dat deze de liefde is!
[6] Maar kan het beste en zuiverste verstand misschien ook een andere verhouding vinden?
[7] Neen, wij weten immers dat alle werken van het menselijke verstand uit louter versplintering bestaan en tenslotte tot vernietiging leiden.
[8] Wij zijn zoekende, tastende plannenmakers, die al bouwend alles dichtbouwen en kapotmaken; wij willen steeds iets nieuws, steeds iets beters en volmaakters; en vergeten terwijl we zo bezig zijn geheel en al dat wij onszelf nooit kunnen overtreffen en dus al onze werken niets anders kunnen zijn dan alleen wat er aan ten grondslag ligt: ons verstand!
[9] Wij zien onmiddellijk de dwaasheden van anderen; maar wij zijn niet in staat de eigen dwaasheden te zien, die veel groter zijn.
[10] En dat komt allemaal, doordat wij nog nooit een volle waarheid hebben gezien.
[11] Maar nu heeft deze machtige vriend van God ons de zuiverste waarheid getoond! Daardoor zijn wij ook in staat in één klap al onze grote en grove dwaasheden te herkennen; want de liefde is immers het enige in de mens dat hem bijeenbrengt en bijeenhoudt, - het enige waardoor nog iedereen zijn gedachten verwezenlijkt!
[12] Ja, de liefde is de klaarblijkelijke grondvoorwaarde van al het zijn en dus ook van al het worden; ja, zij is - in feite - het eigenlijke zijn zelf; zij is de enige realiteit, dus de enige waarheid! En dat kon ons eeuwenlang ontgaan?!
[13] Ja, grote, machtige vriend en waarachtige, enige hogepriester van God, je hebt volkomen gelijk, omdat de liefde de enige werkelijke realiteit is, het enig ware zijn en zowel het eigenlijke wezen van God en derhalve ook ons eigenlijke wezen volkomen uit Hem.
[14] Wat kunnen wij Hem dan anders bieden dan alleen datgene wat als enige voor Hem iets betekent, namelijk de liefde, dat wil zeggen al onze liefde, omdat alles van ons immers ook van Gods liefde afkomstig is!
[15] Neem daarom als onze volste en stelligste verzekering aan, dat wij dat uit alle macht zullen en willen doen; en moge God ons zoals tot nu toe, genadig en barmhartig zijn!
[16] Geloofd en bovenal geliefd zij Zijn heilige naam!'
[17] En Henoch zei: 'Amen! Eeuwig zij de heilige, allerliefdevolste Vader geloofd en bemind door ons allen, Hij die ons reeds heeft bemind, nog voordat wij bestonden; want als dat niet zo was, dan zou er nooit iets zijn geschapen!
[18] God als de eeuwige, oneindige liefde en wijsheid, dus de eeuwige waarheid, zag sinds eeuwigheid dat de werken van zijn liefde goed waren, zijn en eeuwig zullen blijven; daarom draagt de oude aarde ons nog, en de oude zon schenkt ons steeds hetzelfde heerlijke licht!
[19] De mens nu werd neergezet ter hoogste voltooiing op deze kleine kring; die is weliswaar nauw, maar des te machtiger gevuld met Gods liefde.
[20] Mogen daarom allen in deze kleine kring van liefde zien dat God de liefde is; herken met liefde de liefde, dan zal deze liefde een machtig vuur worden dat weldra de kleine kring zal doen openbarsten!
[21] En jullie zullen dan vrij naar buiten treden in de oneindige kring van de goddelijke liefde, genade en erbarming en zullen daar een leven leven, dat heet: `Wees volkomen zoals Ik, jullie Vader, het ben!'
[22] En laten wij nu een maal tot ons nemen, broeder Lamech! Laat ons, zoals wij hier tezamen zijn, ook gemeenschappelijk maaltijd houden!
[23] Leid ons dus naar de eetzaal! Amen.'
«« 220 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.