Het maal in Lamechs eetzaal. De aankondiging van de voltooiing van de tempel. De afrekening van de bouwmeester. Henochs toespraak tot de werkmeesters

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)

«« 221 / 280 »»
[1] En allen begaven zich naar de eetzaal. Volgens een oud gebruik moesten Lamechs dienaren er steeds voor zorgen dat de tafels voortdurend van de meest uitgelezen vruchten waren voorzien.
[2] Toen allen verzadigd waren kwam Thubalkaïn met Mura en Cural de zaal binnen en liep direct naar Lamech en Kisehel, om hen met een verheugd gezicht aan te kondigen dat de tempel nu geheel gereed was. En zijn ertsmeester had uit het overgebleven edele metaal een schitterende poort vervaardigd, die zelfs van een ingenieuze grendel was voorzien, zodat de tempel buiten de gestelde tijd geheel kon worden afgesloten.
[3] Na deze mededeling loofde Lamech God, dat Hij de bouwlieden zo'n inzicht en zo'n kracht had verleend, om zo'n groot werk in zo korte tijd te kunnen voltooien, terwijl anders voor een zeer eenvoudig woonhuis van een heel gewone burger van de stad toch meerdere jaren nodig waren voordat het geheel voltooid was.
[4] Na deze lof en dankzegging van Lamech gingen toen ook Mura en Cural naar Lamech toe, en Mura nam het woord en zei tegen Lamech:
[5] 'Lichtvolle, machtige, wijze koning en heer, u zou mij nu wel willen vragen: `Laat mij de rekening zien, aangezien het bouwwerk zo prachtig en op de afgesproken tijd geheel voltooid is, zodat ik je het hele bedrag voor de verrichte bouwarbeid kan geven!'
[6] Maar dat, o koning, zou nu overbodig zijn; want zie, evenals het grote werk steeds op waarachtig wonderbaarlijke wijze vorderde, evenzo ontving ik en iedere arbeider ook op hoogst wonderbaarlijke wijze een zeer rijkelijk hoog loon!
[7] Er was nauwelijks een uur verstreken sinds het grote werk volledig was beëindigd of er kwamen mannen naderbij die gevolgd werden door grote kudden edele tamme dieren, zoals ossen, koeien, geiten en zeer mooie witte schapen.
[8] Daarvan ontving iedere arbeider zonder onderscheid tien stuks mannelijke en vrouwelijke dieren van iedere soort, en wel zo, dat ieder tien stieren en tien koeien had, tien bokken en tien geiten, en tien schapen en tien rammen, dus ieder zestig stuks; en ik en Cural kregen ieder het tienvoudige samen met nog andere onderopzichters !
[9] Wij zijn dus uitermate goed beloond en hebben daarom voor ons en onze opvolgers niets anders meer te vragen dan uw koninklijke welgevallen, en dat u ons altijd goedgezind moge zijn!
[10] Cural heeft uit bijzondere dankbaarheid tegenover God, met mij aan zijn zijde, besloten om de hele ruimte binnen de ringmuur met witte glad gemaakte stenen te beleggen.
[11] Meer dan drievierde is al gelegd, en in korte tijd zal ook het laatste deel klaar zijn, en u zult alles in gereinigde en prachtig glanzende toestand aantreffen!
[12] Hier is de sleutel van de tempelpoort en hier een kleinere voor de eveneens gouden traliepoort van de prachtige ringmuur!
[13] De sleutel van de tempelpoort kunt u meteen houden; maar de kleine zal ik door een bediende laten overhandigen zodra de plaats geheel zal zijn belegd.
[14] En laat ons nu dus weer gaan om het laatste vrijwillige werk af te maken; uw wil geschiede! Amen!'
[15] Dit bericht verraste onze Lamech zozeer, dat hij van louter vreugde niet wist wat te doen en ook geen woord kon uitbrengen.
[16] Daarom trad Henoch naar voren en zei tegen Thubalkaïn, Mura en Cural:
[17] 'Ik ben een nieuwe bode van de Heer uit de hoogte; mijn naam is Henoch, en ik ben de enige hogepriester van God.
[18] Als zodanig zeg ik jullie: Verheug je niet zozeer over het loon en ook niet zozeer over het voleindigde werk, maar verheug je eerder over Gods grote genade en erbarming! Zie jullie gebreken, reinig jullie harten, wees ijverige uitvoerders van Gods wil, en bemin Hem boven alles en elkaar zoals ieder zijn eigen leven liefheeft, pas dan zullen jullie in zulke liefde de grote beloning vinden, die zal heten het eeuwige leven in God!
[19] Jij, Thubalkaïn, blijft hier; maar jij, Mura en jij, Cural, ga en voltooi jullie werk, en kom dan zelf weer terug, want ik heb met jullie nog wat belangrijks te bespreken! Amen.'
«« 221 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.