Henochs ontroering over de vrijwillige armoede van de Vader. De openbaring van de Heer over de grootte van Zijn vaderliefde voor Zijn kinderen. Aanduiding over de menswording en de offerdood van de Heer

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)

«« 251 / 280 »»
[1] Toen Henoch en alle anderen dat van de Vader, in de gedaante van de Arme, hadden gehoord, vielen ze allen aan Zijn voeten, aanbaden Hem en loofden Zijn oneindige goedheid en zulke oneindige liefde.
[2] En Henoch zei vol geestvervoering: 'O heilige Vader! Vele jaren hield mijn armzalige ziel zich bezig met U en vond in zichzelf, dat U de eeuwige, allerzuiverste en oneindige liefde bent.
[3] Door mijn gevoel leerde ik al vroeg alleen met al mijn liefde aan U, o heilige Vader, te hangen en leerde U uit dat gevoel kennen als de enige ware, oneindig goede Vader en geen andere leer was in staat mij op andere ideeën en voorstellingen over U te brengen, - kortom, ik herkende in U de eindeloos goede Vader voor het eerst ten volle in mijn hart!
[4] Toen op de hoogte het eindeloze hemelse genadegeluk dat U ons bezocht, ons aller deel werd, vond ik dan ook die vroegere leer van mijn hart op de heerlijkste wijze volkomen bevestigd.
[5] Maar bij dat alles zou ik toch nooit gedurfd hebben om ook maar van verre een dergelijke voorstelling over U te hebben!
[6] Nu sta ik hier als geheel vernietigd voor U, o heilige Vader, die Zichzelf arm noemt, ja niet alleen noemt, maar ook waarlijk arm wil zijn om ons allen, evenals de miljoenen en nog eens miljoenen die volgens Uw heilige wil na ons zullen volgen, als een teruggekeerde genadestraal, die eens van U uitging, weer door Uw liefde en erbarmen eindeloos verheerlijkt in U op te nemen om dan voor ons allen een zichtbare, almachtige, allerheiligste Vader te zijn!
[7] O heilige, onuitsprekelijk liefdevolle Vader van ons allen! Waarlijk, waarlijk, deze onthulling is te onnoembaar groot en heilig verheven voor een sterfelijk mens!
[8] Heilig, heilig, heilig bent U, o Vader, en hemel, zon, maan, sterren en deze aarde zijn vervuld van Uw oneindige eer!
[9] Daarom wil ik U in mijn hart vurig loven, prijzen en liefhebben boven alles, alles, alles!
[10] O eindeloos goede Vader! Als het mij toch mogelijk was U weer rijk te maken, U alles terug te brengen wat Uw eindeloze liefde ons allen zo rijkelijk, ja in zo'n eindeloze overvloed gaf, - wat zou dat toch een zaligheid voor mij zijn!'
[11] Hier omarmde de Vader Henoch en sprak: 'Mijn geliefde Henoch, maak je geen onnodige zorgen! Zie, als het Mij erom te doen zou zijn, al het weggeschonkene weer te willen bezitten, dan zou Ik het immers ook weer kunnen nemen; want Ik alleen heb immers de macht en de kracht daartoe, omdat er buiten Mij immers geen andere macht noch een andere kracht is!
[12] Maar Ik zeg je: Al zou je ook in staat zijn Mij zonnen, manen en al die talloze aardplaneten in de eindeloze ruimte te geven, dan zou zoiets voor Mij eindeloos veel minder zijn, dan wanneer je Mij boven alles liefhebt als een ware zoon zijn enig ware Vader.
[13] Want zie, dat is het allerhoogste, dat Ik voor jullie een ware Vader ben en jullie Mijn waarachtige kinderen zijn.
[14] Waarlijk, waarlijk, Ik wil ter wille van één kind miljarden zonnen en werelden van allerlei soort opofferen, als Ik het op een andere manier niet weer bij Mij terug zou kunnen krijgen!
[15] Ja, luister, Mijn Henoch, Ik wil je nog veel meer zeggen dan hetgeen Ik je nu heb gezegd!
[16] Zie, je weet dat Ik alleen het leven, Mijn liefde, ongedeeld in Mij achtergehouden heb, terwijl Ik verder alles heb weggegeven! Dit eeuwige enige leven ben Ik Zelf; buiten Mij is alles dood, en heeft niets een leven - dan alleen vanuit Mij !
[17] Wanneer het erom zou gaan, dat een kind alleen te redden zou zijn als Ik daarvoor Mijn enige eeuwige leven op zou moeten geven, dan zou Ik dit ook eerder geven, dan een van Mijn kinderen te verliezen! - Henoch, kun je deze liefde vatten?'
[18] Maar Henoch en alle anderen vielen voor de Vader neer, en weenden van overgrote liefde, en niemand was in staat om ook maar een woord over zijn lippen te brengen.
[19] De Vader zei echter: 'O kindertjes, jullie goede Vader heeft dit nu gezegd, opdat jullie je van Zijn liefde bewust worden! En Hij heeft dat niet voor niets gezegd, want wat Hij heeft gezegd zal Hij ook eens volbrengen door Zijn vleesgeworden woord in de grote tijd der tijden.
[20] Ja, Ik zal een Zoon verwekken, en Ik zal deze Zoon al Mijn leven geven, en Ik zal in de Zoon zijn, en de Zoon zal in Mij zijn, en de Vader en de Zoon zullen dan eeuwig volkomen één zijn! Amen.'
«« 251 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.