Het ochtendmaal en het wegzenden van de gezegende armen. Henochs afscheidswoorden tot Lamech en zijn plotselinge verdwijning

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)

«« 272 / 280 »»
[1] Na zonsopgang begaven allen zich op aanwijzing van Henoch naar de stad en daar weer naar de woning van Lamech.
[2] Na aankomst liet Lamech meteen zorg dragen voor een goed ochtendmaal, waar alle gasten, de armen en vroegere gevangenen van beiderlei kunne hij waren. Terwijl ze God loofden en Hem hogelijk prezen. namen zij daaraan deel.
[3] Na het ochtendmaal legde Henoch in naam van de Heer alle armen en vroegere gevangenen de handen op en droeg hen op uit te gaan zover als de aarde bevolkt is door de kinderen van Kaïn en overal getuigenis af te leggen van wat zij allen gehoord en gezien hadden; maar de vrouwen moesten thuis blijven en hun huis verzorgen; want het was niet de bestemming van de vrouwen van de diepte om in de naam van de Heer te profeteren, behalve aan hun kinderen.
[4] Na deze opdracht zei Henoch tegen Lamech: 'Maar jij, mijn geliefde Lamech, mijn broeder en ambtgenoot, weet de wil van de Heer al en heb nu niets meer van mij nodig!
[5] Maar houd bovenal in je hart vast dat je God, de meest liefdevolle Vader, altijd en boven alles liefhebt en al je broeders en zusters uit de stamvader Kaïn dubbel zoveel als jezelf, dan zul je steeds in Gods licht wandelen, en Zijn heilige vaderstem zal je te allen tijde leren de wonderbaarlijke wegen van God te gaan!
[6] Bouw de tempel op de berg zoals het je opgedragen werd; en als die klaar zal zijn dan zullen wij volgens de belofte van de Heer weer in groten getale van de hoogte naar jouw huis komen. We zullen dan de nieuwe tempel zegenen en je ook naar de hoogte leiden, opdat je daar de zegen van Adam mag ontvangen, die nog leeft en de eerste mens was op aarde en zodoende de oerverwekker van alle nu levende mensen. Daardoor moge dan de vloek over Kaïn van je voorhoofd gewist worden.
[7] Ook zul je Eva, de stammoeder, zien, die je eveneens zal zegenen, en dan zul je je vrouwen Ada en Zilla terugkrijgen, en je dochter Naëhme zul je zien met de edelmoedige Hored, die haar door de Heer ten huwelijk is gegeven.
[8] En als je de Vader er in je hart innig om zult vragen, dan kan het zelfs gebeuren dat die nieuwe en ware schoonzoon ook met je afdaalt naar de stad van je vaderen.
[9] Ook zul je je beide zonen, Jabal en Jubal, weer terugkrijgen; maar, zoals gezegd, moet je daarvoor wel de wil van de Heer zeer nauwgezet vervullen.
[10] Al is de Heer ook de eeuwige, eindeloze liefde Zelf, Hij laat toch niet met Zich onderhandelen; want omdat Hij oneindig trouw is in al Zijn beloften, eist Hij ook volgens het goddelijke en scheppende recht een dergelijke trouw van ons al naargelang onze kracht, en wij moeten daarom Zijn wil onvoorwaardelijk vervullen, koste wat kost!
[11] En je kunt er volledig van verzekerd zijn dat Hij Zich stipt aan alles zal houden wat Hij je heeft beloofd, als je volledig zult handelen volgens Zijn heilige wil.
[12] Maar in het tegenovergestelde geval laat Hij iedereen zitten tot in de dood; en wie zich niet om Hem bekommert en alleen maar zorgelijk aan de wereld hangt, om diegene bekommert de Heer zich ook niet, en laat hem de weg gaan die hem beslist in het verderf en zodoende in de eeuwige dood trekt.
[13] Laat daarom al je zorgen in God zijn en laat Zijn heilige wil al je daadkracht zijn, dan zal God je getrouw zijn voor altijd en eeuwig! Amen.'
[14] Na deze woorden verdwenen Henoch en de zeven door Gods kracht eveneens zo plotseling, dat Lamech niet wist hoe hij dit verschijnsel moest verklaren.
[15] Maar Terhad zei tegen Lamech: 'Omdat zij ware kinderen van de Heer zijn, zijn zij immers ook in alles aan Hem gelijk, omdat Hij voor hen alles in alles is!
[16] Moge Hij ook voor ons in de mate van onze liefde tot Hem zo worden, dan zullen wij zijn zoals zij! Maar Zijn wil moet heilig voor ons zijn zoals het weergaloos voor hen is!
[17] Laten wij ons er dus niet over verbazen, maar laten wij daarentegen aan het ons opgedragen werk gaan! Gods wil geschiede altijd en eeuwig! Amen.'
[18] Lamech begreep deze woorden meteen en riep Mura en Thubalkaïn bij zich en beraadde zich met hen over de bouw van de nieuwe tempel.
[19] Mura ontwierp het plan, en reeds de volgende dag gingen duizend handen aan het werk.
«« 272 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.