De grootste beloning voor de mens: de Heer te mogen liefhebben

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)

«« 45 / 280 »»
[1] Hierna wendde Abedam Zich tot Pariholi en zei tegen hem: 'Pariholi, zie, iedere trouwe en vlijtige arbeider is zijn loon ook volledig waard!
[2] Ik heb voor jou intussen al wel je familie opgewekt, waarvan je je zo-even zelf overtuigd zult hebben, omdat je vrouw en je zeven kinderen je met open, reeds onsterfelijke armen opnamen toen je met deze zoon van Mij (namelijk Adam) hier terugkeerde, - maar deze weldaad als loon is wel groot voor het gevoel van liefde van een vader, maar als de vader dan ten aanzien van zichzelf een wat dieper gaande vraag stelt, die zo zou kunnen luiden: `Wat heb ik er nu eigenlijk zelf aan als mijn familie onsterfelijk is geworden en mij met onsterfelijke armen heeft omhelsd, terwijl ikzelf geen ander aandeel heb dan alleen maar de grote vreugde om als vader mijn familie onsterfelijk te weten, maar vervolgens mijn eigen sterfelijkheid maar al te helder en duidelijk in mijn organen en ledematen voel?'
[3] Zie, dat is toch heel redelijk deze vraag aan het eigen gevoel te stellen; en op grond van deze vraag, die weliswaar niet jij, maar Ik alleen in jou gesteld heb, zal aan jou ook geschieden wat je familie overkomen is en het is je reeds te beurt gevallen toen zij je in hun armen namen en je bent al onsterfelijk gemaakt doordat Ik je beroepen heb Mijn woord daarheen in je te dragen waarheen Mijn liefde je dat gebood; desalniettemin heb je als getrouwe overbrenger van Mijn wil aan Adam nog een beloning verdiend.
[4] Zie, Ik laat het geheel aan je volkomen vrije wil over. Ondervraag je hart; wat het ook maar wenst, het zal je onmiddellijk ten deel vallen!
[5] Mocht je de zon aan je voeten willen hebben, Ik zeg je: waarlijk, zij zal zich uiterst snel naar Mijn wil moeten voegen!
[6] Of wil je de maan? Hij zal zich naar de minste van Mijn wenken voegen!
[7] Of wil je alle sterren? Ik verzeker je, zij zullen als sneeuwvlokken aan je voeten vallen!
[8] Of wil je de binnenste organen van de aarde? Je kunt Me geloven: zij zullen zich onmiddellijk als een machtig grote kluwen slangen rondje voeten winden!
[9] Dus, wat je je ook maar wenst, dat zal - zoals Ik reeds eerder gezegd heb - ook onmiddellijk geschieden! Amen.'
[10] Pariholi viel meteen voor de voeten van Abedam neer en smeekte wenend: '0 liefdevolle, heiligste Vader, God, Jehova! Nu U mij, worm in het stof voor U, reeds allergenadigst de onsterfelijkheid hebt gegeven, wat zal de grote dwaasheid van mijn hart U dan nog vragen?!
[11] O heilige, allerbeste Vader, ik zal U voor het kleinste deel van Uw heilige genadeschenking aan mij, onwaardige, in eeuwigheid nooit genoeg kunnen bedanken; want in iedere ademtocht ligt immers al zo'n eindeloze weldaad die U aan ons, mensen geeft, dat deze door geen enkele engel ooit genoeg kan worden geprezen, - om over andere dingen nog maar te zwijgen!
[12] En ik, afschuwelijke worm in het vuile stof voor U, zou mij aanmatigen om daarenboven nog in alle ernst om dingen te vragen, als zijnde het loon dat een nietsnut toekomt, die Uw allerheiligste tong voor mij uitgesproken heeft, of misschien nog om andere ongehoorde dingen?!
[13] Nee, nee, Vader, heilige Vader! Eerder laat ik, wangedrocht ten aanzien van U, mij door alle slangen en adders van de aarde aan stukken scheuren dan dat mijn hart ook maar de flauwste gedachte zou koesteren nog meer van U te vragen dan U mij toch al door Uw eindeloze vaderlijke goedheid in zo'n eeuwig onmetelijke omvang hebt doen toekomen, terwijl ik van al dat onuitsprekelijke ook niet het allerkleinste in e allergeringste mate waardig ben!
[14] O heilige Vader, ik hoop dat U mijn zwakke dank voor Uw eindeloze weldaden allergenadigst niet als nietig terzijde schuift en dat U mij ook wil toestaan om U boven alles lief te hebben! Zie, heilige Vader, - dat is alles waarnaar mijn hart verlangt! Laat Uw heilige wil geschieden!'
[15] Bij deze woorden van Pariholi hield Abedam Zijn hand voor Zijn ogen en verborg Zijn tranen voor de andere vaderen; maar al spoedig nam Hij zijn hand van Zijn ogen weg, en zeer bewogen boog Hij Zich voorover naar de nog wenende Pariholi, hief hem snel op en zei de volgende woorden tegen hem:
[16] 'Pariholi, het lijkt weliswaar alsof je om het geringste hebt gevraagd; maar waarlijk, Ik zeg je, het is het allerhoogste!
[17] En daarom zul je in de hoogste mate Mijn liefde hebben en je hele, kleine familie met jou, niet slechts tijdelijk, maar voor eeuwig!
[18] Jouw dochters zullen mooi zijn als morgensterren en je zonen wil Ik sieren met een kracht in hun ogen waardoor zij het schrift van de sterren zullen zien en zullen lezen wat het betekent!
[19] Jouw vrouw zal deel hebben aan Mijn hart evenals jij het volste aandeel aan Mijn liefde; en Ik zal je in eeuwigheid niet meer verlaten!
[20] Kom daarom nu allen hier aan Mijn vaderborst! Amen.'
«« 45 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.