De inzegening van het jonge paar door de oervaderen. Het sluiten van nog vier huwelijken door de Heer

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)

«« 5 / 280 »»
[1] Na deze handeling riep Abedam Jared, Henoch en Methusalah bij zich en zei tegen hen:
[2] 'Luister, jullie vriendelijke, broederlijke en vaderlijke woonstee is ruim genoeg om naast Lamech ook zijn vrouw onder te brengen!
[3] Zolang jullie met elkaar in onderlinge vrede en eendracht onder één dak zullen wonen en alleen Mij liefhebben, zal ook Ik temidden van jullie wonen; hetzij zichtbaar of onzichtbaar, laat dat voor jullie liefde geen verschil uitmaken!
[4] Ik zal Mij regelmatig aan jullie laten zien en jullie huis zegenen!
[5] En neem daarom het jonge echtpaar op in Mijn naam! Amen.'
[6] En de drie vielen voor Abedam neer en dankten Hem in de allerdiepste deemoed voor deze grote genade en uitermate grote erbarming.
[7] Maar Abedam liet hen weer opstaan om het jonge echtpaar te ontvangen, zoals de zede van de liefde het van oudsher gebood.
[8] Zij verhieven zich meteen, namen het echtpaar in hun midden en zegenden het. En nadat zij hen gezegend hadden, kusten zij eerst Ghemela en daarna Lamech op het voorhoofd en beloofden dat zij hen altijd hun vaderlijke zegen in de naam van de Heer zouden geven; daarna geleidden zij het echtpaar volgens Abedams wil ook naar Adam en Eva, zodat Adam Lamech en Eva Ghemela kon zegenen.
[9] Deze eerste mensen van de aarde waren echter zo ontroerd, dat zij ternau-wernood de woorden van zegen over hun lippen konden krijgen en Eva zei wenend tegen Adam: 'Zie, jij heer van mijn leven, dit echtpaar vertelt mij stilzwijgend hoe wij ons voor de Heer hadden moeten gedragen!
[10] Oh, dan zou er geen duistere diepte vol slijk onder onze voeten ontstaan zijn!
[11] O, dat toch ooit weer de vloek over de aarde zou kunnen worden weggenomen?!'
[12] En Abedam zei tegen Eva: 'Jij hebt terecht verdriet; maar zie, hier reeds is voor je ogen door Mij de grondslag gelegd voor de bron waaruit te zijner tijd levend water over de gehele aarde zal uitstromen en de oude vloek van haar zal af' wassen.
[13] Vanuit Ghemela zal de zuivere lijn beginnen en wanneer de aarde geheel en al met het levende water gedoopt zal worden, zal zij ook spoedig daarna door Lamechs vuur vanuit de hemelen gelouterd worden, waardoor zij geheel van haar vloek gereinigd wordt en weer zal worden tot een Mij welgevallige ster aan de hemel, die haar licht met brede stralen zal uitzenden door alle eeuwige ruimten van de oneindigheid!
[14] Geen andere ster uit de eeuwigheid zal, zoals de aarde, de grootste wonderen van Mijn erbarming vertellen!
[15] Maar nergens anders ook zal de slang het zo te verduren krijgen als op dit schouwtoneel van Mijn erbarmen!
[16] Eva, jou zeg Ik: waar Ik Mijn grootste erbarmen heb uitgestort, daar zal ook Mijn grootste toorn uitgestort worden!
[17] Al die talloze sterren zullen volgens hun aard door de engelen geoordeeld worden, maar het slangen en addergebroed van de aarde zal Ikzelf berechten en Ik zal het zijn verdiende loon geven in het eeuwige vuur van Mijn allerergste gramschap en bitterste toorn.
[18] Waarlijk, waarlijk, de draak van Kaïn met al zijn gevangenen zal eeuwig moeten boeten voor zijn grote boosheid in het meest intense toornvuur van Mijn grimmigheid en aan hun eindeloos grote lijden zal nooit ofte nimmer een einde komen; en het grote geween van hun angst, wanhoop en pijn zal door niemand meer worden gehoord; zij zullen in de volledige vergetelheid geraken, zodat niemand ooit meer aan hen zal denken.
[19] En Ik zal eeuwig Mijn oren voor hen dichtstoppen en Mijn ogen geheel van hen afwenden en hen geheel uit Mijn hart verbannen.
[20] Zo zullen ook hun namen geheel uit het geheugen van Mijn liefde worden gewist, zodat ook Ik hen geheel zal kunnen vergeten en zij zullen alleen door Mijn grootste levende toornvuur eeuwig een allerverschrikkelijkst leven leiden, dat zonder einde zal zijn, net zoals het leven van Mijn liefde en dat van al Mijn kinderen in de allergrootste verrukking en gelukzaligheid!
[21] Daarom Eva, leef in toewijding aan Mij en wees onbekommerd! Jij kunt immers de aarde niet reinigen met al je zorgen; daarom heb Ik je dit nu onthuld, zodat je gerust kunt zijn wat de aarde betreft.
[22] Zie, het zal spoedig geschieden dat de vloed der zonde haar golven zelfs over de bergen neer zal storten en ze tot aan de wolken zal drijven; maar zie, de vruchten van dit echtpaar zal Ik dragen op Mijn handen over al die dodende golven heen en Ik zal hen dan een nieuw, rein en hoogst vruchtbaar land bereiden! Daarom, verheug je in de rust en de liefde van je hart over deze grote belofte van Mij; want Ik heb je verjongd en gereinigd in deze Ghemela! Begrijp dat goed in je hart! Amen.'
[23] Daarop riep Hij Methusalah en Zuriël met zijn vier andere dochters bij Zich en sprak:
[24] 'Methusalah, zie, jij hebt nog vier welopgevoede zonen, die Mij lief, waardevol en dierbaar zijn; kijk, hier zijn hun vrouwen!
[25] En jij, Zuriël, aanschouw daar achter Lamech de vier broeders die Ik aan je dochters wil geven!'
[26] En Zuriël weende van vreugde en zei: 'O Jehova, hoe ben ik zo'n genade van U waardig bevonden?'
[27] En Abedam antwoordde hem: 'Omdat jij dapper tegen alles van de wereld hebt gestreden en je deze enige vijf kinderen die je bezit weer zo zuiver en ziende aan Mij terug hebt gegeven, als Ik ze jou zuiver en als blinden gaf!
[28] Deze vier paren zullen echter niet in het huis van Jared wonen, maar zij zullen op een geëigende afstand van de woonstee van Jared hun nieuwe zuivere woningen, van alles voorzien, al aantreffen; daar zullen zij wonen in alle reinheid van hun hart en alle kuisheid van hun gemoed; dan zal Ik hen te rechter tijd ook kinderen van het licht geven in een gepast aantal!
[29] En nu zullen ook jullie, vier nieuwe paren, bij Mij komen, zodat Ik ook jullie kan zegenen en aannemen als Mijn kinderen! Amen.'
[30] En de vier paren wierpen zich neer aan Abedams voeten en dankten Hem uit het diepst van hun hart.
[31] Maar Hij zette hen overeind, gaf hen de zegen en gaf ze tenslotte over aan de zegeningen van de vaderen en zei uiteindelijk tegen de van grote vreugde wenende Zuriël:
[32] 'Zuriël, kom jij nu ook hier bij Mij om het grootste loon voor je trouw te ontvangen!
[33] Zie, Ik maak je nu tot een grote engel en stel je aan als een trouwe wachter en onzichtbare beschermer van al Mijn kinderen en jij zult van nu af aan altijd Mijn aangezicht aanschouwen en je verheugen in Mijn licht! Amen.'
[34] En Hij raakte Zuriël aan, - en Zuriël werd stralender dan de zon en verdween weldra uit ieders gezicht.
«« 5 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.