De roeping van Horidaël tot schrijver van de vrije tekens die overeenstemmingen bevatten en aanduiden

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)

«« 65 / 280 »»
[1] En Abedam reikte Horidaël Zijn hand en vroeg hem die beet te pakken en Horidaël greep haar met beide handen vast en drukte haar met alle liefdegeweld tegen zijn borst.
[2] Toen richtte Abedam de volgende woorden tot hem en zei: 'Horidaël, je hebt me getrouw gegeven watje in jezelf hebt gevonden; zo wil Ik je dan ook tot een zoeker van de verborgen schatten van het innerlijke leven maken.
[3] Jij zult de tekens der overeenstemmingen hebben om daarmee te getuigen van de innerlijke en ook de meest innerlijke, levende, geestelijke betekenis van ieder ding!
[4] Jouw visioen laat zien dat de liefde voor Mij het hart hoe langer hoe meer zal vervullen en het ze ook door de geestelijke warmte zal doen uitdijen en wel zoals je het hebt gezien toen je een zeer groot aantal rusteloos ronddwalende sterren zag, die zich geleidelijk aan tot één gemeenschappelijk licht verenigden en je hart pas volkomen uitbreidden toen zij in jou één geworden waren.
[5] En nadat een dergelijk groot werk in jou volbracht was, zie, toen werd het rustig in je en zag je de sterren weer en de sterren verlichtten je innerlijke wereld, zodat je je in jezelf als een volmaakt mens kon vinden; maar toen je jezelf gevonden had, wist je niet waar je was, zodat je dat vroeg.
[6] En drie sterren van je eigen hemel maakten zich los en zweefden uitzonderlijk helder stralend voor je aangezicht; maar je begreep dit teken nog niet en vroeg weer.
[7] Toen weken de drie sterren ver terug en de middelste opende zich en verslond de beide buitenste; pas toen vernam je in je een krachtige, op donder lijkende stem, die je de eerste fundamentele leer gaf over jezelf en over datgene, wat je moet worden en watje moet doen.
[8] Nu vraag je je weer af: `Maar die sterren, die sterren, wat zijn dan die sterren in mijzelf? Waarom schoten zij aanvankelijk zo flitsend heen en weer? Waarom en hoe werden zij één en hoe en waarom werden zij daarna weer een voor een afgezonderd en tot rust gebracht?'
[9] Zie, die sterren zijn aanvankelijke niets anders dan de uit de buitenwereld i n de ziel opgenomen wetenswaardigheden ofwel het verstand in de engere zin van het woord.
[10] Het heen en weer schieten van de sterren betekent echter het zoeken van de ziel in zichzelf naar de wegen van de waarheid en het leven.
[11] Het tot één geheel worden van het licht van de sterren duidt aan dat de ziel Mij uit alle macht vastgegrepen heeft.
[12] Dat de sterren daarna dan weer op zichzelf staan en rustig worden beduidt, dat alleen door de liefde tot Mij het zichzelf zoekende leven zich gevonden heeft in zijn Oerbeginsel, dat oneindig is evenals het zich in Hem weergevonden leven in Hem en door Hem.
[13] Daarom heb je jezelf daar herkend en je vroeg vanuit de grond van je zijn: 'Waar ben ik?'
[14] En de drie losgemaakte sterren gaven je het antwoord; maar je begreep het nog niet. Uitgaande van de middelste ster luidde het antwoord van de sterren aan jou, dat je nu in het midden van je eigen liefde zelf liefde en leven bent, bereid om al het licht vanuit Mij in je op te nemen. Hetgeen je weer van het volgende kunt afleiden. Bij je tweede vraag weken de sterren eindeloos ver van je weg zodat je hun eindeloze omvang kon vaststellen, waarop de middelste ster, die de zuiverste liefde uitbeeldde, de beiden buitenste in zich opnam, die weer een beeld waren van je geloof en je vroegere wijsheid.
[15] Toen deze één werden vernam je ook het eerste grote, levende woord in je; en pas dat woord leerde je het grote visioen van je eigen leven in jezelf te herkennen.
[16] Dit woord was echter Mijn woord in jou of dat werkelijke woord waardoor jij, zoals alle dingen, eens ontstaan bent; en dit woord leerde je, dat je de grote, innerlijke overeenkomsten van de buitenwereld met de innerlijke, werkelijk levende, eeuwige wereld zult begrijpen.
[17] Bijgevolg zal ook jij een schrijver worden, maar niet zoals de anderen, maar een schrijver van de overeenstemmende tekens van het leven in de mens in alle zichtbare en onzichtbare dingen, die van het kleinste tot het grootste de gehele oneindigheid vervullen.
[18] Daarom zal Ik je ook andere tekens geven; ja geheel vrije tekens zul je hebben, waarmee je kunt aangeven wat er in de tekens van de anderen tot de geest behoort en zodoende tot het innerlijke, eeuwige leven, of: wat de anderen zullen optekenen voor het vleselijke oog en hier en daar ook voor het oog van de ziel, maar niet voor het geestesoog, daarin zal door jou de geest van de innerlijke waarheid getoond worden.
[19] En zo zijn de vrije tekens van de overeenstemmingen jou ten deel gevallen! Nu weetje ze weliswaar nog niet te gebruiken en ken je de tekens zelf nog niet; maar maak je daar geen zorgen over!
[20] Zie, in de school van je eigen hart, die je vandaag voor het eerst gezien hebt, zul je alles vinden! De geest van de liefde in je zal je in alle geheimen inwijden en je openbaren hetgeen tot nu toe voor alle ogen verborgen was; wees daar volkomen van verzekerd! Amen.'
«« 65 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.