De meesterlijke organisatie van de politie in Hanoch. Het zwaarbewapende leger vlucht voor de tien vurige boden.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 147 / 366 »»
[1] Dat onze vluchtende politie van de poortwacht nergens anders naartoe vluchtte dan naar de duizend heren, is niet moeilijk te begrijpen en ligt voor de hand.
[2] In een ander geval zouden zij daar weliswaar geen behoefte aan hebben gehad, want wat de politiecultuur van Hanoch betreft, was deze reeds bij het allereerste ontstaan letterlijk een volkomen meesterwerk, waarmee vergeleken alle hedendaagse bewakingsdiensten louter knoeiwerk zijn.
[3] Want ten eerste was iedere huisbezitter in Hanoch zonder meer verplicht om er voor eigen rekening een politieman op na te houden die het hele huis moest bewaken.
[4] Verder moesten alle burgers van iedere straat voor zichzelf nog een, twee à drie bureaus onderhouden, waar politieberichten van de hele straat werden verzameld en dan pas aan het hof werden gerapporteerd.
[5] Alle straten hadden een naam, de huizen in iedere straat werden van nummers voorzien en iedere huisbezitter kreeg twee namen, een voor het huis en een voor zijn persoon; alle andere medebewoners hadden slechts een persoonsnaam, dat wil zeggen iedere persoon had een eigen naam.
[6] Verder had iedere straat en ieder plein een voorgeschreven kleur en voorgeschreven klederdracht, en een huisbezitter had het recht een stukje bladgoud op zijn bovenkleed te dragen, waarop het nummer van zijn huis moest staan; maar ieder ander mens moest het nummer van het door hem bewoonde huis op een witte lap dragen die aan zijn kleed was bevestigd.
[7] Deze maatregel van de politie diende ertoe dat iedereen die ook maar enigszins een voorschrift overtrad, meteen door de straatwacht gegrepen en vervolgens overgebracht kon worden naar het door hem bewoonde huis, alwaar de heer des huizes de boete moest betalen ten eerste aan het bureau in de eigen straat en ten tweede ook aan het straatbureau waar de overtreding was begaan.
[8] Daar echter alle straatbureaus een derde van de boete zelf mochten houden en tegelijkertijd het recht hadden in iedere straat te bepalen welke daden strafbaar waren, kan men zich voorstellen wat er in korte tijd allemaal niet aan strafbare feiten was bedacht. Het kwam dan ook maar zelden voor dat een huisbezitter niet dagelijks een boete moest betalen.
[9] Hij had dan wel het recht van zijn betrapte huisgenoten schadevergoeding te verlangen; maar wanneer die niets hadden, moest hij maar afwachten en kreeg hij een op de tien keer niets.
[10] Vooral als een herbergier vreemdelingen herbergde en het straatbureau daar niet meteen van in kennis stelde, was dat reeds een groot misdrijf, waarop een strenge straf stond.
[11] Daarom liep ook onze herbergier onmiddellijk naar het straatbureau en gaf daar alles aan wat hij bij onze tien boden had opgemerkt, en wat hij van de vluchtende poortwachters over hen had vernomen.
[12] Van daaruit verbreidde zich het gerucht van de vuurmannen al spoedig in de hele stad. De vluchtende wacht had van de verschijning van de tien vuurmannen bij het hof behoorlijk aangedikt aangifte gedaan, en reeds de volgende dag werd de militaire en gewapende macht bijeengeroepen en naar de herberg gestuurd waar onze tien boden zich ophielden.
[13] Een paar duizend mannen, bewapend met spiesen en lansen, belegerden de volgende morgen het logement, en de waard zei tegen zijn gasten: 'Ga naar buiten en verdedig je nu tegen vele duizenden lansen en spiesen!'
[14] En de tien vuurmannen werden gesterkt, stonden op, riepen meteen vuur op uit de aarde, - en in een ogenblik schoten op straat overal machtige vlammen uit de grond omhoog, die alle manschappen onbarmhartig op de vlucht joegen en onze tien mannen stonden daar alleen en loofden Gods almacht.
[15] De waard viel echter uit vrees en ontzetting voor hen neer, want hij was tot de slotsom gekomen dat het werkelijk goden of vuurgeesten waren die de hele stad zouden vernietigen.
[16] Maar het vervolg zal laten zien wat er verder gebeurde.
«« 147 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.