Voordat de tien vuurboden de burcht betreden geeft de Heer hun instructies. De tien boden spreken de duizend raadslieden in de raadzaal toe.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 149 / 366 »»
[1] Toen nu de weg naar de gouden burcht op deze hoogst wonderbaarlijke wijze was gebaand, sprak de Heer wederom tegen de boden: 'Nu kunnen jullie verdergaan!
[2] Dwing echter niemand door geweld tot omkeer, maar verkondig de gerechte boete en predik in Mijn naam! Eis de opening van de beide tempels en waarschuw de raad indringend voor iedere beelden- en afgodendienst, en verkondig met klem Mijn op handen zijnde gericht. Dat is alles wat jullie hier te doen staat.
[3] Geeft het hof daaraan gehoor, blijf dan hier als priesters, zoals Ik jullie op de hoogte heb gezegd; maar als het hof slechts voorwendt zich naar jullie woorden te richten, wijs het dan streng terecht over zijn huichelarij en verlaat meteen het hof om je naar de pleinen en straten te begeven, en verkondig daar in het openbaar emstige boetedoening en Mijn naam!
[4] Heb geen vrees voor de wapens van de machtelozen, want ik zal ze vernietigen nog voordat zij door bloeddorstigen tegen jullie gebruikt kunnen worden!
[5] En predik zo gedurende drie hele jaren in de stad! Als men jullie bespot, vertrek dan uit de stad en predik nog gedurende vier jaar tot het volk op het platteland! Als een volk zich geheel tot Mij zal keren, laat het dan naar de hoogte trekken, dan zal Ik daar voor hen zorgen en hun onmiddellijk van alles voorzien wat zij op de wereld nodig hebben om te leven.
[6] Maar waar een volk zich niet laat bekeren, verlaat het dan meteen weer en trek naar een andere plaats!
[7] Verblijf echter slechts vier jaar op het land; en als Ik jullie zal roepen, keer dan zonder omkijken meteen weer naar de hoogte terug!
[8] Nu weten jullie wat je te doen staat; ga nu in Mijn naam de burcht binnen! Amen.'
[9] Hierop vervolgden onze boden hun weg, begaven zich in de gouden burcht en troffen daar in een geweldig grote zaal de duizend raadslieden met hun schijnkoning in het midden, in een belangrijke vergadering aan.
[10] Zij beraadslaagden juist met elkaar hoe zij zich van deze tien vuurmonsters konden ontdoen.
[11] Maar juist toen zij daarvoor een vreselijk huichelachtige maatregel behandelden en besloten om slechts schijnbaar gehoor te geven aan de woorden van de tien en zich daar uiterlijk aan te houden, maar heimelijk geen enkel middel onbeproefd te laten om de vuurboden de stad uit te werken, - trad plotseling tot ontzetting van alle duizend raadsleden inclusief hun schijnkoning het tiental de raadzaal binnen en sprak:
[12] 'Vrede zij met jullie! Volgens jullie plan zul je ons nooit de stad uitkrijgen; maar als onze tijd voorbij zal zijn, zullen wij deze stad tot jullie ondergang toch al verlaten, - echter niet ten gevolge van jullie laaghartigheid, maar omdat Degene die ons naar jullie toe heeft gezonden dat wil!
[13] Laat dat om te beginnen duidelijk zijn en bereid je voor op hetgeen wij jullie van God, de almachtige Heer, moeten verkondigen! - Open daarom jullie oren en luister naar ons! Amen.'
«« 149 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.