Een van de duizend raadsleden spreekt tot de tien boden. Een van de tien boden richt het woord tot de duizend raadsheren.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 150 / 366 »»
[1] Een van de duizend raadsheren stond op en ging de tien tegemoet, boog volgens de gewoonte aan het hof voor hen en sprak:
[2] 'Machtige afgezanten, waarschijnlijk van een ons onbekende vorst en heer over alle vuurspuwende bergen die in groten getale om ons heen zijn! Treed nader, ja begeef je in ons midden en voer jullie opdracht uit; want zie, de zaal is groot en wij zijn met velen! Daarom moeten jullie ongeveer in het midden van de zaal gaan staan, opdat wij allen jullie voordracht goed kunnen horen die stellig van veel belang is; want wij zijn grote vrienden van goede voordrachten en willen ook alles opvolgen wat wij als goed onderkennen.
[3] Mocht zich daaronder echter onzin bevinden, dan zullen jullie als mannelijke wezens van een hoger soort nog beter inzien dan wij, dat wij dat niet kunnen aannemen, dat wil zeggen uit vrije wil.
[4] Je kunt ons met jullie ontzettende macht als wezens van een hoger soort er wel toe dwingen, maar dan heb je daarmee weinig of niets bereikt en wij even weinig gewonnen van juffie buitengewoon gezantschap!
[5] Wees daarom zo goed om daar in het midden jullie voordracht tot ons te richten; want wij allen evenals de koning hebben onze oren geopend voor jullie woorden en verwachten van zulke buitengewone wezens als jullie met het volste recht ook iets buitengewoons!'
[6] Hierop begaven de tien zich volgens de wens van de raadsheer naar het midden van de zaal, en een van hen richtte namens alle tien de volgende woorden tot de hele hoge raadsvergadering en zei:
[7] 'Vrienden en broeders, wanneer jullie terugdenken aan jullie vaders, dan moet je bij jezelf toegeven dat deze allen zonder uitzondering nakomelingen van Adam en eigenlijk ook kinderen van God waren in de tijd dat Lamech, een tijdgenoot van de nog levende Lamech op de hoogte, nog als een godlasterende koning hier in deze stad op wrede wijze het volk van de laagte regeerde!
[8] Het kan beslist voor sommigen van jullie zeker niet geheel vreemd en volkomen onbekend zijn wat in diezelfde tijd de Heer van hemel en aarde allemaal heeft gedaan om ten eerste menige dwaasheid op de hoogte te verwijderen en vervolgens de laagte te reinigen van al het vuil van de jullie vast niet geheel onbekende oude boze slang.
[9] Verder zullen jullie weten hoe jullie vaderen de zuivere, door God zo hooglijk gezegende bergen verlieten en naar de steeds onzuiverder wordende laagten getrokken zijn, terwijl de hogepriester Lamech op de hoogte, die nog leeft, hun beslist ruimschoots had aangetoond hoe ondankbaar, God, hun heilige Vader, onwaardig, en hoe noodlottig zo'n een onderneming is.
[10] Maar jullie vaderen keerden Lamech de rug toe; begerig naar de mooie vrouwen van de laagte, liepen zij in groten getale de laagte in, terwijl menigeen zelfs vrouw en kinderen op de hoogte achterliet.
[11] Dit is een onloochenbaar feit; je kunt dat bij duizend nog levende getuigen navragen, als jullie ons niet willen geloven!
[12] Maar jullie zijn nu kinderen van de kinderen Gods van de hoogte en hebben jezelf tot machtige heersers van de laagte opgeworpen zonder ook maar in het minst door God daartoe geroepen te zijn.
[13] Je hebt de rechtmatige koning Uraniƫl eerst verleid, toen verdrukt en gedood; zijn zonen hebben jullie vaak getuchtigd of bespot als ze jullie aan God herinnerden.
[14] In plaats van de aanbevolen opening van de beide tempels van de Heer, hebben jullie slechts een ellendige politiemacht in het leven geroepen en hebt al op vele plaatsen de afgodendienst ingevoerd en het geloof aan de ene ware God officieel verboden en het volk met verfoeilijke belastingen opgezadeld.
[15] Oordeel nu zelf wat je daardoor van de eeuwig ware God en Heer voor loon verdiend hebt!
[16] Speek nu, wij zullen met alle geduld naar jullie luisteren; en als jullie uitgesproken zijn, dan zullen wij weer verder praten met jullie! - Oordeel en spreek daarom! Amen.'
«« 150 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.