De heimelijke bespreking van de duizend raadsheren. De reactie van de tien boden als echte gedachtelezers. Het ultimatum van de tien boden en hun vertrek uit de burcht. De verlegenheid van de raad van de duizend.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 151 / 366 »»
[1] Toen de raadsheren dat van de tien hadden gehoord, trokken zij heimelijk flink hun neus op en overlegden als volgt:
[2] 'Er zit nu niets anders op dan hoe dan ook in deze hysopstruik te bijten, al is die nog zo zuur, bitter en wrang; want er met geweld tegenin gaan, betekent alleen maar olie op het vuur gieten.
[3] Zo is het ook met de politiek! Wij kunnen daarmee wel tegen de blindheid van de mensen ageren, maar wat kunnen wij er mee bereiken tegen deze mensen, die ons immers al van meet af aan haarfijn hebben doorgrond?!
[4] Maar wat wij wel kunnen doen is het volgende: wij kunnen deze boden eerst nog bijzonder kritische tegenargumenten voorschotelen alvorens hun verzoeken volledig aan te nemen!
[5] Wij zijn niet op ons achterhoofd gevallen en ons verstand is prima in orde; dat zal deze tien tot aan de opening van de beide tempels nog genoeg te doen geven! Laten we het daar voorlopig maar op houden!'
[6] Na dit geheime besluit richtte zich vervolgens een van de tien boden tot de raadsheren en sprak:
[7] 'Menen jullie raadsheren, die wijs en buitengewoon slim willen zijn, dat je geheime besluit ons is ontgaan? - Wel, dan vergissen jullie je toch wel enorm!
[8] De Heer van hemel en aarde heeft het gehoor van onze geest zo zeer gescherpt dat wij jullie geheimste gedachten als luid uitgesproken woorden kunnen horen!
[9] Wat willen jullie dus doen met geslepen wijsheid?
[10] Denken jullie dat wij nauwelijks in staat zijn de kritiek van jullie ellendige verstand te weerleggen?
[11] O jullie dwazen, wat is jullie verstand nu? - Niets dan een zwakke naglans van de heldere wijsheid die eens jullie oervaders bezaten in zo'n verheven licht, dat ze deed denken aan een opgaande zon!
[12] Diezelfde wijsheid uit God bezitten wij nog in onverminderde mate, - en jullie willen het daar tegen opnemen met jullie naglans?!
[13] O wat een dwaasheid om niet in te zien dat de duisternis slechts zo lang kan standhouden als het licht niet komt; maar is het licht uit de hemelen gekomen, wat wil je dan nog met je duisternis?
[14] Werkelijk, zoals de nacht vlucht voor de opgaande zon en overal geheel teniet wordt gedaan door de lichtglans van de zon, zo moet ook al jullie verstand plotseling wijken en volledig teloorgaan waar het licht van God uit ons begint te stralen!
[15] Maar wij hoeven ons helemaal niet in te laten met lange leringen en gesprekken; jullie hebben alleen maar te doen wat wij van jullie vragen!
[16] Onze wil, die ons door God is ingegeven, hebben wij jullie meegedeeld en dat is voldoende!
[17] Willen jullie daarnaar handelen, dan zal het goed zijn voor jullie en voor het hele volk, en willen jullie dat niet, dan kun je er zeker van zijn dat wij jullie tot niets zullen dwingen, niet door onze macht over het vuur en nog minder door onze wijze woorden!
[18] Verwacht in ieder geval niet dat wij ons nu langer in jullie midden zullen ophouden en hartroerende vermaningen zullen geven; dat is alleen voor arme en zwakke mensen.
[19] Voor jullie blijft er echter niets anders over dan ofwel blinde gehoorzaamheid, zoals je die van het volk verlangt, of het gericht; want de Heer doet met jullie zoals jullie met het volk doen!
[20] Dat waren onze laatste woorden tegen jullie; doe wat wij zeggen of doe het niet! Amen!'
[21] Hierop verliet het tiental weer de zaal en de burcht, en zij begaven zich vandaar weer naar de herbergier die hen eerder kost en inwoning had aangeboden.
[22] Maar de raadsheren krabden zich stevig achter de oren, want zij werden nu van alle kanten vastgezet en zagen geen oplossing. Want volgden zij de woorden van de tien op, dan lieten zij zich kennen voor het volk; en handelden zij volgens hun eigen bevinding, dan hadden zij de dreiging van de tien tegen zich.
[23] Goede raad was hier dus voor de raadsheren zeer duur.
«« 151 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.