Een nieuwe ontdekking: het geheime leger van Drohuit.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 285 / 366 »»
[1] En Fungar-Hellan zei: 'Waarom zou ik verder met je meegaan en de gruwelijke maatregelen in ogenschouw nemen die door Agla getroffen zijn voor mijn ondergang?! Ik heb aan hetgeen ik tot nu toe te weten ben ge- komen meer dan genoeg, en het is toereikend voor haar zekere dood, - ook al was zij duizendmaal jouw dochter! Ga daarom liever met mij mee opdat ik je iets van mijn voorzieningen laat zien!'
[2] En Mahal antwoordde: 'Juist deze keer moet je zeer beslist met mij meegaan, want wat je nu zult zien, zal van het grootste belang voor je redding zijn!
[3] Wat je tot nu toe hebt gezien, zijn mislukte maatregelen die slechts bedoeld zijn om jouw persoon te doden; maar wat je nu zult aanschouwen dat dreigt al je macht in één klap te vernietigen!
[4] Volg me daarom snel opdat we er niet te laat aankomen, want wat ik je nu moet laten zien bevindt zich niet in deze tuin, maar in een iets meer afgelegen deel van deze stad. Laten we daarom snel opbreken en verder trekken!'
[5] Na deze woorden riep Fungar-Hellan meteen zijn hele gevolg bijeen, en het hele grote gezelschap vertrok, Mahal volgend. En deze ging door afgelegen stegen en straten van de stad en kwam na twee uur op een groot, vrij plein binnen de grote stadsmuur, waarvan Fungar-Hellan vreemd genoeg niets wist.
[6] Daar aangekomen vroeg Mahal aan Fungar-Hellan: 'Vriend, ken je dit plein?'
[7] En Fungar-Hellan antwoordde volkomen verbaasd: 'Waarlijk, ik ben toch in deze stad geboren en kan mij niet herinneren dit plein ooit te hebben gezien of er op de een of andere manier ooit van gehoord te hebben! Wat moet dat met dit plein dat groot genoeg is om een miljoen soldaten op te stellen?'
[8] En Mahal zei: 'Vriend, slechts een beetje geduld, en je zult gaan inzien wat hier gebeurt! Kijk nu scherp naar de verst gelegen hoek van deze ruimte, waarvoor men wel een uur nodig zou hebben om er rechtstreeks naar toe te lopen, en dadelijk zal zich een beweging van zeer veel mensen aandienen!'
[9] En Fungar-Hellan keek scherp toe en bemerkte al gauw een heel groot leger dat naar het plein marcheerde.
[10] Hier vroeg Mahal weer aan Fungar-Hellan: 'Vriend, jij zegt zo'n helder verstand te bezitten en alles te weten wat er in het hele rijk gebeurt, - weet jij ook dat hier ongeveer een miljoen soldaten tegen jou en koning Gurat in het gebruik van wapens worden geoefend?'
[11] Hier werd Fungar-Hellan bleek en kon alweer geen woord uitbrengen van louter woede.
[12] En Mahal zei: 'Wij mogen niet door hen ontdekt worden, want dan zouden wij verloren zijn! Maar we zullen nu weer de stad in trekken en daar zal ik je nog andere dingen laten zien die van nog groter belang zijn! Daarom keren we meteen weer om, opdat Drohuit, die hier voorop loopt, ons niet zal herkennen!'
[13] Fungar-Hellan sloeg van verbazing zijn handen ineen en volgde Mahal.
«« 285 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.