Het vertrek van het leger naar de zonnetempel, overgave en verwoesting van de tempel zonder bloedvergieten. De inname en verwoesting van de vuurtempel en de tempel van de windgod.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 315 / 366 »»
[1] Nadat hij eerst nog de duizend boetelingen in het leger had ingedeeld, liet Fungar-Hellan het hele leger zich weer verzamelen en gereedmaken om verder te trekken.
[2] Toen na verloop van een dag en een nacht het hele leger weer was samengetrokken en marsvaardig gemaakt, liet Fungar-Hellan het opbreken naar de zonnetempel, waarvan de verovering en de verwoesting niets gedenk-waardigs bood omdat de priesters zich meteen overgaven en zelfs eigenhandig aan de verwoesting van deze tempel meewerkten; alleen vroegen zij om de grote holle spiegel voor andere, wetenschappelijke doeleinden die zij gedurende de tien jaar van het bestaan hadden leren kennen bij de verrichtingen tijdens de offerdienst; Fungar-Hellan stond dat ook graag toe, omdat hij zelf een grote vriend van allerlei kunsten en wetenschappen was.
[3] Na een verblijf van drie dagen, dat het leger gebruikte om uit te rusten en de generaal om munten te slaan van het buitgemaakte goud en zilver, brak het leger weer op en ging op bevel van de generaal naar de tempel van de vuurgod. Bij de verovering en verwoesting daarvan ging het er echter wel wat hardnekkiger aan toe omdat het aantal priesters zeer was toegenomen en ze zich naar alle kanten hadden verspreid; want in de buurt van iedere vuurspuwende berg was een bij-tempel opgericht waar dan bij feesten het kunstvuurwerk in ruil voor rijke offers werd geproduceerd.
[4] En zo was er voor de verwoesting van deze tempel met al zijn bijtempels een langere tijd nodig en waren er op verschillende punten ook meer verschillende moeilijkheden dan bij de vorige tempel. In het geheel duurde het veertig dagen en verliep alles grotendeels zonder bloedvergieten - tot op een enkele bijtempel na die op een steile rots was gebouwd en waarvan de priesters pochten op hun stevige positie en geen gehoor wilden geven aan de uitnodiging om zich over te geven. Hierop werd de grote rots aan alle kanten ondermijnd en opgeblazen, wat natuurlijk al de hardnekkige priesters de ondergang kostte.
[5] Na de verwoesting van deze tempels en na het beƫindigen van het slaan van de gouden en zilveren munten, wat hier meer dan twee miljoen pond bedroeg en waar tweeduizend kamelen voor nodig waren om het weg te brengen, brak het leger op naar de tempel van de god van de winden. Deze god echter maakte het Fungar flink moeilijk voor hij onderworpen kon worden. Want ten eerste hadden de priesters het water van het meer door geweldige sluizen in zijn vier afwateringen steeds hoog gehouden. Was er nu van de ene of andere kant iets vijandelijks genaderd, dan werden de sluizen geopend, en een geweldige watermassa stortte zich woedend over de vijanden uit op iedere mogelijke toegang tot deze tempel. En ten tweede waren deze priesters er ook volledig van op de hoogte hoe ze met elektriciteit van alles konden manipuleren en waarmee hun omgeving ontoegankelijk werd gemaakt.
[6] En zo had Fungar-Hellan meer dan een half jaar nodig eer hij in staat was deze tempel te bemachtigen.
[7] Na de verwoesting van deze tempel trok het leger naar de tempel van de watergod. - Over de verovering van deze tempel hierna meer!
«« 315 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.