De polaire innerlijke bouworde van de aarde en van alle organische lichamen als gelijkenis voor de door de Heer gekozen volgorde van zitplaatsen.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 62 / 366 »»
[1] Daarop namen allen naast de Heer plaats, en wel Henoch en Lamech van de hoogte aan de rechterkant en Lamech uit de laagte aan de linkerkant; en de Heer sprak:
[2] 'Zie nu, Mijn uitverkoren kinderen, zo zitten wij helemaal goed, en nog bovendien in de mooiste ordening!
[3] Dat zien jullie alle drie nog wel niet zo goed in; maar wij hebben nu immers rustig de tijd om over allerlei dingen met elkaar te praten! Zo zullen wij totdat de zon geheel is opgegaan nog veel kunnen bespreken, en dus ook deze goede orde waarin wij nu zitten.
[4] En Ik zie al dat Mijn Lamech aan de linkerzijde nog niet geheel bevrijd is van de gebruiken aan het hof en daarom meteen zou willen vernemen waarom de volgorde waarin wij zitten goed gekozen is. Wat is dan de reden daarvan, of wat zal die zijn? Wij kunnen die volgorde immers dadelijk voor ogen brengen; luister maar naar Mij!
[5] Zie, de aarde die jullie bewonen, is een rond lichaam! De oppervlakte ervan is ongevoelig, maar het inwendige is opgebouwd uit levensvatbare organen en het leeft dan ook net als een dier.(1)
[6] Om te kunnen leven is echter vooral een middelpunt nodig, of beter gezegd een aantrekkingspunt, dus een zwaartepunt dat ten gevolge van zijn aantrekkingskracht alles naar zich toetrekt. En door dat samendringen naar dat punt wordt het noodzakelijkerwijs geprikkeld, verhit en ontstoken. Zo heeft ook deze aarde, zoals nog talloze andere aarden in Mijn eindeloze scheppingsruimte, alsook de zonnen en manen, zo'n middelpunt, dat geheel gelijk is aan het hart van de dieren, en ook van de mensen in hun natuurlijke sfeer.
[7] Maar dit zogenoemde middelpunt mag zich noch bij dieren, noch bij mensen en hemellichamen precies in het midden van hun totale organische massa bevinden, maar het moet altijd ongeveer op drie vierde daarvan zijn plaats hebben, opdat het niet volledig verdrukt wordt en zich daardoor niet meer kan roeren.
[8] Maar als het zich altijd en overal buiten het eigenlijke massazwaartepunt bevindt, of buiten het eigenlijke midden, kan de hele zwaarte er niet van alle kanten op drukken, zodat het dan vrije speelruimte heeft en zich ongehinderd kan bewegen. Want wordt het van de kant van de grote massa te zeer bekneld, dan kan het naar de kleine en dus ook minder zware kant van de massa uitwijken.
[9] Wanneer echter de hoofdmassa ten gevolge van de traagheid die haar noodzakelijk eigen is, en van haar eigen natuurlijke zwaarte zich toch niet zo ver boven haar massazwaartepunt kan verheffen, maar zeer spoedig weer van haar streven moet afzien om zich dan, daar ze niet anders kan, weer naar haar massazwaartepunt te begeven, dan kan het eigenlijke stimulerende zwaartepunt weer vrij terugkeren en prikkelt dan door de haar eigen aantrekkingskracht weer het trage massazwaartepunt, dat dan weer naar het eigenlijke aantrekkingspunt opdringt. En zodra dat weer onder te grote druk komt te staan begeeft het zich onmiddellijk weer naar de lichte of kleine kant.
[10] Door dat steeds heen en weer bewegen, dat weliswaar slechts zeer mechanisch en eentonig is, wordt dan het zogenaamde natuurlijke dierlijk-organische leven tot stand gebracht.
[11] En is de bewegende kracht in een organisme zo bewerkstelligd, dan deelt die zich vanzelf aan de gehele massa mee, prikkelt deze min of meer, en een geheel organisme wordt daardoor dan tot leven gebracht en kan naargelang de aard van dat leven gebruikt worden.
[12] Van Mijn kant is daar natuurlijk wel alles voor nodig, en van tevoren moet Ik het hele massaorganisme punt voor punt opbouwen en het zo, als beschreven, pas geleidelijk aan inrichten.
[13] Is het eenmaal op die wijze doelmatig ingericht, dan leeft het organisme voort, zolang als Ik het de benodigde voeding wil geven; onttrek Ik die echter, dan wordt het al gauw zwak en traag, zakt dan in elkaar, verdrukt en verteert zichzelf dan weer punt voor punt, zoals het voordien was opgebouwd, om tenslotte geheel uiteen te vallen en als een volledig opgeloste wilssubstantie geestelijk in Mij terug te keren.
[14] Zie, dat is een basis van Mijn organische bouwplan! Dat zal pas in het licht van jullie eigen geest geleidelijk aan duidelijker worden, en daarvan hoeven jullie nu niet meer te begrijpen dan alleen maar dat de volgorde waarin we nu zitten precies overeenkomt met de bouworde van Mijn schepping. Hoe echter, - dat zal dadelijk blijken!
[15] Zie, Ik ben immers het belangrijkste levens- en aantrekkingspunt van de hele oneindigheid; jullie echter zijn Mijn organen ter opname van het leven uit Mij! - Maar zeg Me, Mijn Lamech, zit Ik nu precies in het midden tussen jullie?'
[16] Hier verbaasde Lamech zich en zei: 'Neen, o Heer en Vader! Want bij vier personen is dat immers onmogelijk; maar zie, het midden zou tussen U en Henoch liggen!'
[17] En de Heer zei daarop: 'Zie, daarom is dit een juiste en goede ordening, omdat Ik als grond van al het leven en bewegen Mij in het drie vierde deel temidden van jullie bevind en jij zo de kleinere en lichtere noordpool en Henoch en Lamech de zware en veel grotere zuidpool voorstellen!
[18] En zo willen wij ons dan ook wederzijds aantrekken en opwekken door allerlei grote beschouwingen in de eindeloze sfeer van het leven!
[19] Wie iets heel bijzonders weet, laat die het te kennen geven, dan kunnen wij het daarover wel met elkaar eens worden! Dat is Mijn geringste zorg, - en daarom kan jij, Lamech, meteen een begin maken! Amen.'
«« 62 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.