Huisregels en liefde.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 112 / 244 »»
[1] Toen wij thuiskwamen, wilden de kinderen ook bij Mij blijven.
[2] EBAHL hield er echter strenge huisregels op na en daarom verbood hij dat speciaal de meisjes en de beide vrouwen en zei: "Jullie hebben nu genoeg gezien, meegemaakt en gehoord, onthoud dat en leef ernaar , dan zullen jullie niet zonder zegen blijven, zoals de Heer Zelf het jullie buiten bij de zee heeft gezegd. -Maar ga nu weer aan je werk!"
[3] De meisjes en de beide moeders trekken zich met weemoedige harten terug en gaan naar hun vertrekken, waarvan Ebahls huis er veel had, want het was vrijwel het grootste huis in heel Genezareth.
[4] Maar IK zeg daarop tegen Ebahl: "Vriend, waarom stuur je ze weg? Weet je, het is wel juist om strenge en goede huisregels voor de kinderen aan te houden, en het is zeer te prijzen om de meisjes voor de wereld te bewaren, maar kijk, hier, waar Ik ben, is geen met gevaar dreigende wereld, maar alleen een hemel vol met zegeningen, en die moet je je kinderen niet misgunnen!"
[5] Toen EBAHL dat van Mij hoorde zei hij: "Oh, als ze voor U maar niet te lastig zijn, zal ik ze dadelijk weer hier laten komen! Maar mijn kinderen staan graag met open mond toe te kijken en te kletsen, en daarom stuurde ik ze weg opdat ze U niet lastig zouden vallen."
[6] IK zeg: "Noem eens één ding ter wereld, behalve de grote slechtheid van de mensen, dat lastig voor Mij zou kunnen worden? - Ga en breng ze allemaal weer hier!"
[7] Ebahl ging en bracht ze allemaal weer bij Mij. En het jongste meisje kwam dadelijk naar Mij toe en begon Mij te strelen en te omarmen.
[8] Ebahl verbood het haar en zei dat dat onhebbelijk was.
[9] Maar IK zei tegen hem: "Vriend, laat haar begaan, want zij heeft al het beste deel gekozen! Ik zeg jou en jullie allen: Wie niet zoals dit meisje naar Mij toekomt, zal de weg naar het rijk van God niet vinden! Dit kind heeft hem al gevonden! Jullie moeten met liefde, en wel met de vurigste liefde tot Mij komen, als je het eeuwige leven wilt oogsten!
[10] Dit meisje bewijst met de daad, wat het in het hart voelt, maar jullie praten verstandig en houden je hart koel! Schiet het jullie dan nog niet te binnen, wie Ik zou kunnen zijn en ook werkelijk ben?"
[11] Dan vallen allen neer en EBAHL pakt Mijn voeten vast en kust ze nederig en zegt na een verlegen pauze vanwege het grote ontzag: "Heer! Ik heb het allang gevoeld, maar mij ontbrak de moed daartoe!"
[12] IK zeg: "Nu, straf dan het meisje niet, dat jullie allen moed gaf om bij mij op het water te komen! Hier heeft ze jullie weer moed gegeven om Mij lief te hebben! Oh, Ik houd dan ook erg veel van dit meisje! Zij heeft, wat jullie nog moeten zoeken en niet zo vlug zullen vinden! Streef echter naar de ware levende liefde tot God en de naaste, dan zul je rijkelijk genade en zegen ontvangen!"
[13] De HOOFDMAN zegt: "Heer, ik heb behalve voor mijn vrouwen mijn vele kinderen, die zich in Rome bevinden, nooit liefde voor iemand gevoeld, maar handelde steeds redelijk naar recht en billijkheid. Ik handhaafde de wet nooit streng, maar altijd mild en dat ging steeds goed. Maar nu voel ik dat men de mensen moet liefhebben en hen uit liefde goed kan doen, dat wil zeggen: Men kan zelf willen om de mensen naar kracht en mogelijkheid dat te geven, wat men voor zichzelf als rechtvaardig en nodig ziet, -en dat is naastenliefde.
[14] Wel, als men de naaste zó liefheeft, dan heeft men God daardoor ook al lief. Bedenkt men echter bij de liefde tot God, dat God Zelf de eerste en volmaaktste liefde moet zijn, en alleen als gevolg daarvan de zinnen en geestenwereld heeft geschapen, dan moet deze zuivere gedachte wel de hoogste liefde tot God de Schepper opwekken in de geschapen mens, en de mens kan er dan niet meer onderuit om God, als de liefdevolste schepper aller dingen, boven alles, met al de krachten die in hem leven, lief te hebben.
[15] Omdat ik nu na alles wat Ik van U gedurende deze paar dagen gezien en gehoord heb, zonder twijfel aanneem dat U de Schepper Zelf of anders zeker Zijn eeuwige Zoon bent, en U Zich hier op de aarde aan ons in onze vorm vertoont en ons leert om God en U te kennen, is het een noodzakelijk gevolg dat ook ik U boven alles moet liefhebben. Ook al heb ik niet de moed om U zo te omarmen als dit waarlijk heel gevoelige meisje, dan omarm ik U toch in mijn hart en prijs U boven alles! En ik geloof dat het zo ook goed is."
[16] IK zeg: "Zo is het helemaal goed, maar beter is het als de liefde ook zo groeit zoals bij dit meisje! -Zie maar eens hoe ze letterlijk gloeit van liefde voor Mij!"
«« 112 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.