De leer moet verder verteld worden.(13.1.1853)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 116 / 244 »»
[1] Dan zeg IK tegen hen: "Gezegend zijn jullie, omdat je gelooft dat de Zoon des mensen door de Vader in de hemel in deze wereld is gezonden om het gevallene op te richten en het gevangene te verlossen! Maar neem jullie allen wel in acht, dat je over alles wat je nu als bijzondere tekenen van Mij hebt gezien, niemand iets vertelt, want dat zou een dubbel kwaad zijn!
[2] De helft van hen die dat zouden horen, zou zich ergeren en het gehoorde niet alleen niet geloven, maar jullie ook nog voor gek verklaren en overal kwaad van jullie spreken, want een blinde is in zijn woede.gevaarlijker dan honderd zienden! De andere helft daarentegen zou jullie getuigenis te lichtgelovig aannemen en zich in haar doen en laten uiteindelijk zelf zo beperken, dat ze dan helemaal niets meer uit zichzelf kon doen. En dat betekent dat de vrije geest van de mens gedood wordt!
[3] Maar de leer, die jullie gehoord hebben, moet je aan je vrienden en bekenden vertellen. Want Mijn woorden bevatten eeuwige waarheld, die alleen die mens vrij kan maken, die haar in zich opneemt, haar tot zijn levensrichtsnoer maakt en daardoor erkent dat het Gods eeuwige waarheid is. Want die waarheid is en was en zal altijd zijn: het bestaan en het eeuwige leven van ieder mens, die haar levend in zich heeft.
[4] Maar jammer genoeg zullen er velen zijn, die deze waarheid niet zullen horen en niet willen aannemen, en haar zullen achtervolgen alsof het een vijand was. En weer anderen zullen haar ontvluchten uit angst voor de machtigen der aarde, als ware het een dodelijke pest. Maar die dat zullen doen, zullen in zichzelf geen eeuwig leven deelachtig worden, maar de eeuwige dood zal hun deel zijn! .
[5] Wie het lichamelijke leven liefheeft en er naar streeft om het tot ledere prijs te behouden, zal met het weldra eindigende lichamelijke leven ook het eeuwige leven der ziel verliezen! Wie echter het lichamelijke leven schuwt, zal het eeuwige leven der ziel winnen! -Denk daar wel aan! Wie nog iets te vragen heeft, laat die nu vragen! Ik zal hem antwoorden.
[6] De HOOFDMAN zegt: "Heer en Meester, wat kunnen we U nu nog verder vragen!? Wie U bent, dat weten en voelen wij! Wat we. moeten doen, weten wij ook en daar zien we ook de noodzaak van in! Ook weten wij en voelen wij diep in ons, dat U het eeuwige leven hebt, en het aan ieder mens kunt geven en zult geven, als hl] naar Uw woord leeft en handelt! Meer te weten zou voor ons mensen onnodig zijn, te meer nog daar wij in Uw naam -zoals één van Uw leerlingen m~j vol overtuiging verzekerd heeft -toch al met een levend geloof zelfs zieken kunnen genezen! ..
[7] Wij zijn U voor die onverwachte en eeuwig onverdiende genade en ontferming eeuwig dank schuldig, en wij geven U de waarachtige verzekering, dat U voor Uzelf in onze dankbare harten een eeuwig gedenkteken hebt opgericht, dat de macht van de hel en alle stormen der tijden zal trotseren! -En daarom denk ik dat wij ons nu, ommat het al tamelijk diep in de nacht is, ter ruste moeten begeven. Maar Ik dring er met op aan, hoewel ik wat mij betreft nog eenmaal moet controleren hoe het met mijn manschappen staat." ..
[8] IK zeg: "Laat maar! Want, net als gisteren is daar alles in orde! Ik wil echter vandaag nog tot na middernacht wakker blijven, want Jullie zullen zien dat ons opblijven niet voor niets zal zijn. Vandaag nog zullen er reizigers uit Jeruzalem aankomen, met daaronder Farizeeën en schriftgeleerden, waarmee we veel werk zullen krijgen."
[9] EBAHL zegt: "Oh dat is erg naar, die zouden maar beter weg kunnen blijven! Dergelijke gasten vind ik steeds de onaangenaamste, want een van hen heeft net zoveel aandacht nodig als honderd andere vreemden, die hun verzorging betalen, terwijl deze alles voor niets wille~ hebben. Daarbij zijn ze nergens tevreden over, vooral als ze een bewijs van de tempel hebben dat ze van ambtswege op reis zijn! Ach, Heer, daar hebt U me echt niets opwekkends gezegd! - Ei, ei! Wat moeten we nu voor die tijd doen?
[10] IK zeg: "Maak je geen zorgen! De proviandkamer en de kelder zijn vol, voor slaapgelegenheid voor honderden is in dit..huis ook allang gezorgd en meer is niet nodig. Zij zijn terwille van Mij door Jeruzalem naar Nazareth gestuurd, maar omdat ze Mij hier zullen vinden, zullen ze niet naar Nazareth gaan. Morgen zullen jullie je allemaal aan hen ergeren, maar Ik zal hen klare wijn schenken, zodat ze uit nijd en ergernis morgen nog deze plaats zullen verlaten!"
[11] EBAHL zegt: "Dan krijgen we echter de duivel op ons nek! Want zij zullen dan in de tempel dingen over ons zeggen waar de honden geen brood van lusten!"
[12] IK zeg: "Er wordt voor gezorgd dat ze thuis niet veel zullen zeggen.. - Na deze verklaring van Mij valt er een pauze, waarin iedereen, die zich in het vertrek bevond, zich heel stil en rustig hield en alleen in het hart bezig was.
«« 116 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.