Ken Gods werken tot vermeerdering van de liefde.(5/6.3.1853)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 142 / 244 »»
[1] JARAH zegt: "Met hulp van de Heer heb ik het wel begrepen, maar het begon mij wel weer erg te duizelen! Want ik ben daardoor tot de volle overtuiging gekomen, dat een geschapen geest een eeuwigheid nodig heeft om ook maar een van die oneindig grote hoofdmiddenzonnen door en door te leren kennen. Jij hebt daarvan verteld dat hun aantal in de eindeloze eeuwige ruimte naar menselijke begrippen ontelbaar is, en dat elk van hen de draagster of liever de heerseres is van drie ordes middenzonnen met hun aardezonnen, die in eindeloos grote banen om haar heen draaien en waarvan het aantal door geen sterfelijke geest bevat kan worden! Maar als zo'n ontzettend grote hoofdmiddenzon iedere geschapen geest al een eeuwigheid kost om te bezichtigen, hoe lang zal hij dan met al die ontelbare anderen bezig zijn!?
[2] Oh, het zou echt niet slim van mij zijn als ik mij zoiets zou wensen! Ik blijf mooi bij mijn liefde thuis en denk daarbij: 'Zo'n zon is wel iets reusachtig groots en een geweldige getuige van de eindeloze wijsheid en eeuwige macht des Heren, maar zij kan de Heer, haar God en Schepper , niet zien, begrijpen en boven alles liefhebben zoals ik!' -En kijk, dat is naar mijn mening veel meer waard, dan een eindeloos grote zon te zijn in een voor mensen onmeetbare diepte van de eindeloze scheppingsruimte! En wie weet of de Heer mij misschien niet net zo lief heeft als zo'n grote zon!?
[3] En weet, aardige jongen, deze aarde van ons zou op die enorme zon misschien als een nauwelijks merkbaar stofje te zien zijn, maar toch loopt Hij nu op haar bodem, van Wiens minste ademtocht het bestaan van al die talloze hoofdmiddenzonnen afhangt! En daarom denk ik dat niet altijd dat het grootst in de ogen van de Heer is, wat van de eindeloze scheppingsruimte een nauwelijks meetbaar deel uitmaakt, maar wat innerlijk groot is!
[4] Wat ben ik als kind voor wat betreft lichaamsgrootte vergeleken met onze kleine aarde, en toch voel ik in mijn borst een ruimte waarin al jouw hoofdmiddenzonnen met al hun talloze bijzonnen en aarden plaats te over hebben! Mijn kleine oog overziet met één blik duizendmaal duizend sterren; het is maar de vraag of al die grote zonnen dat kunnen!? -Heb ik gelijk of niet!"
[5] Nu zeg IK: " Je hebt volkomen gelijk, en het is zo, en jij alleen weegt op tegen duizend zonneheelallen die de eindeloze scheppingsruimte vullen. Maar het is altijd goed voor de mens dat hij Mijn werken kent ter vermeerdering van de liefde tot Mij, zijn Vader!
[6] Maar het begint nu te schemeren en wij zullen onze vrienden gaan wekken! Ze moeten echter beslist na elkaar gewekt worden. Jij moet verder aan niemand iets over al het geziene vertellen vóór je een wenk zult krijgen van Mijn en nu ook jouw engel, die Ik zichtbaar, maar anders gekleed, tot aan je volwassenheid bij je zal laten. De andere engelen moeten nu weer onzichtbaar worden -het zij zo!"
[7] Ogenblikkelijk verdwijnen de engelen op die ene na, die Raphaël heette en deze werd gekleed zoals men dat in Genezareth gewoon was.
[8] Als JARAH Raphaël zo gekleed ziet, zegt zij: "Zo is het goed, zo beval je me beter dan in je hemelse glans, want zo zie je er helemaal als een mens uit, en ik zal echt van je houden, -alleen is het de vraag, wie intussen je grote taken voor het besturen van de werelden zal overnemen!"
[9] De ENGEL zegt: "Lieftallige dochter van God, heb daar geen zorgen over, want ik kan altijd hier en daar en overal zijn zonder dat je iets van mijn afwezigheid zult merken, behalve zo nu en dan een paar ogenblikken. Dat blijft allemaal hetzelfde. Ik zal mij trouwens erg haasten om bij jou terug te komen, want ik houd al meer van jou dan van al mijn ontelbare zonnen, waarvan we er op een goede keer nog verscheidene samen zullen bezoeken. -Maar nu wil de Heer de broeders wakker maken, daarom moeten wij even stil zijn!"
[10] JARAH zegt: " Ja, ja, ik gehoorzaam graag en ben al muisstil!"
«« 142 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.