Onenigheid tussen Judas en Thomas.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 74 / 244 »»
[1] Met dit antwoord nemen alle leerlingen, behalve Judas, genoegen en loven Mijn goedheid en wijsheid en de macht van God, die door Mij werkzaam is. JUDAS mokte echter, en zei vrij luid tegen niemand in het bijzonder: "Over Farizeeën die aan de vreemdelingen het allerheiligste heimelijk voor veel geld laten zien, roept Hij bijna een regen van zwavel uit de hemel, maar als Hij Zijn heiligdom aan vreemden laat zien en óns, de eigen kinderen, buiten sluit, is dat goed en geheel volgens de goddelijke orde! Heeft één van ons zoiets al eens beleefd? Als zij in Jeruzalem het doen is het zowel in de hemel als op aarde fout, maar als Hijzelf bijna hetzelfde doet, is het juist en geheel volgens de orde van Melchizedek! Daar is natuurlijk niets tegen te doen of te beginnen, maar het ergert je toch!"
[2] THOMAS, de leerling die Judas Iskariot nog steeds scherp in de gaten hield, zei: "Wel, ben je het eindelijk weer eens niet met iets eens? Het verwondert mij al erg dat je de Heer niet allang verweten hebt dat Hij de zon zo ver van de aarde heeft geplaatst, zodat je je potten in haar zeer hete nabijheid niet goedkoper kunt drogen dan bij het gebruikelijke houtvuur!
[3] Bedenk eens hoe goed het zou zijn om als een vogel te kunnen vliegen! Ja, zelfs mijn schouders hebben al meermalen gejeukt, en dan dacht ik dat ik mee moest trekken met een groep vrolijk voort zwevende kraanvogels; ik probeerde te huppen en te springen, maar het zware lichaam wilde zich natuurlijk ook maar geen el boven de grond verheffen!
[4] Al gauw legde ik mij echter daarbij neer en dacht: Als God gewild zou hebben dat de mensen net als vogels zouden kunnen vliegen, dan zou Hij hen net als de vogels deugdelijke vleugels hebben gegeven. Maar God zag, dat zo'n eigenschap de mens meer schaden dan baten zou, en gaf hem daarom liever een paar goede en sterke voeten, die hem heel goed van de ene plaats naar de andere kunnen dragen. Ook gaf Hij hem behalve de twee sterke voeten een paar zeer bruikbare handen en het boven alle sterren uitreikende verstand, waardoor hij zich in plaats van een deugdelijk paar vleugels, duizend andere gemakken kan verschaffen, die hem duidelijk meer genoegen kunnen schenken dan vleugels aan een vogel, want het is zeer de vraag of de vogels hun vleugels zo weten te waarderen als de mens zijn voeten, zijn handen en zijn verstand!
[5] Kijk, de mens kan ook in het water heel slecht vooruitkomen, -want hij heeft geen vinnen en geen zwemvliezen tussen zijn tenen en vingers, maar het verstand dat hij van God kreeg, leerde hem schepen te bouwen, waarmee hij nu verdere waterreizen kan maken dan een vis, die een waterpoel als zijn woonhuis beschouwt, en zich daar nooit te ver van verwijdert. En we kunnen als vaststaand aannemen dat onze latere nakomelingen nog zeer grote vorderingen zullen maken in de kunst van de scheepsbouw. Wie weet of het de een of andere wijze niet nog eens zal gelukken om zich met behulp van kunstvleugels, net als de oude Indiërs, in de vrije lucht te verheffen!"
[6] Op dat moment onderbreekt JUDAS Thomas en zegt een beetje geërgerd: "Heb ik je dan ooit als huisleraar aangesteld, dat je bij iedere gelegenheid een preek voor mij hebt? Houd je wijsheid voor jezelf en je kinderen en laat mij met rust, anders noodzaak je mij om je eens een scherp antwoord terug te geven! Want dat kan ik heel goed, als ik dat wil. Ik heb jou, als je net zo vrij sprak en deed als ik, nog nooit bekritiseerd en daarom weet ik echt niet waarom je steeds op mij zit te hakken en te vitten! Veeg jij je eigen straatje maar goed, dan zal ik wel voor het mijne zorgen! Als ik iets niet juist vind, dan geldt dat alleen maar voor mij en dan hoef jij het met mij niet eens te zijn; jij hebt niets met mij te maken, en dat geldt vanaf nu voor altijd! -Begrijp je dat?
[7] Denk nog maar eens terug aan Kis, toen de Heer die omstreden zaak tussen mij en jou heeft geregeld; dat moet voor jou en mij voldoende zijn en meer hebben wij beiden met en onder elkaar niet te regelen! Als ik je ergens om vragen zal, kun je mij op die vraag een goed antwoord geven, -vooropgesteld dat je daartoe in staat bent! Maar het zal heel lang duren voor ik je die eer aan zal doen!"
[8] THOMAS zegt: "Maar, broeder Judas, zeg eens, wat voor kwaads en beledigends heb ik nu tegen je gezegd dat je zo boos op mij bent? Is het dan soms niet waar dat je maar al te vaak, zover ik weet, met God de Heer getwist hebt omdat Hij de zon zo ver van de aarde af gezet heeft en omdat Hij jou geen vleugels heeft gegeven om te vliegen, zoals alle stomme vogels in de lucht?"
[9] Omdat Judas Iskariot niets terug wil zeggen gaat Thomas even later verder: " Als je boos op mij wilt zijn, wees dat dan maar zonder enige aanwijsbare reden! In het bijzijn van de Heer lijkt zo'n onbroederlijke houding niet erg prijzenswaardig! Iemand met zo'n inborst als jij hoort ook volstrekt niet thuis bij de leerlingen van de Heer en je zou duizendmaal beter handelen als je terug ging naar je pottenbakkerij, in plaats van hier volkomen zinloos het gezelschap van God te hinderen en te verontreinigen met je tegen de goddelijke orde ingaande karakter. Ben je dan al helemaal de bergrede van de Heer in Samaria vergeten, waar de Heer gebiedt om zelfs vijanden lief te hebben, de ons vervloekenden te zegenen, en goed te doen, die ons kwaad doen?
[10] Als je echter Gods woord niet wilt naleven en je niet bij iedere gelegenheid wilt oefenen in de zelfverloochening, vraagje dan in Godsnaam zelf af waarom je ons gezelschap met je aanwezigheid lastig valt!
[11] Dagenlang spreek je met niemand van ons ook maar één woord, en vraagt iemand je wat, dan geef je hem helemaal geen antwoord of je snauwt hem zo ruwen grof mogelijk af, zodat hij je een tweede keer zeker geen vraag meer zal stellen. Is dat dan een manier van doen voor een leerling van de Heer? Foei, schaam je, en wordt een ander mens, -maak anders dat je wegkomt!
[12] Werkelijk, dat nu juist ik degene was die je bij dit gezelschap bracht, spijt me meer, dan wanneer ik een roofmoord zou hebben begaan! Ik zal de Heer op mijn knieën smeken of Hij je door Zijn almachtige geweld van ons verwijdert, als je langs minnelijke weg niet zou willen gaan!"
[13] Nu antwoordt JUDAS met zichtbaar ingehouden toorn, maar met een glimlachend gezicht: " Jij, noch de Heer kunnen mij bevelen om te gaan of te blijven! Want ik ben net zo goed als ieder ander van jullie ook een vrij mens en kan doen wat ik wil! Kijk, als ik wist dat ik niet die doorn in jouw oog was, die ik beslist ben, dan zou ik jullie gezelschap allang hebben verlaten en een ander hebben opgezocht. Maar om jou goed te kunnen ergeren, blijf ik, en ik wil voor jou een toetssteen zijn voor de ideale beproeving van je geduld, lankmoedigheid en liefde voor je vijanden, en ik wil van jou de toegepaste bergprediking leren en deze dan zelf toepassen! - Heb je me begrepen, wijze Thomas?"
[14] THOMAS wendt zich tot Mij en zegt: "Heer, ik en wij allen smeken U om verwijdering van dit schurftige schaap! Want in zijn nabijheid is broederlijk samenleven niet denkbaar en zo is het voor ons niet mogelijk om Uw heilige leer toe te passen, want hij is en blijft steeds een opruier en verrader! Waarom moet hij dan hier bij ons zijn, als hij niet alleen niets van Uw heilige leer in praktijk wil brengen, maar altijd meewarig om ons glimlacht wanneer wij ons inspannen om volgens Uw woorden te leven en te handelen?"
«« 74 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.