Chiwar en de satan.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 89 / 244 »»
[1] De OVERSTE zegt: "Vriend, ik houd van je, want zo'n eerlijke ziel als jij, ben ik nog nooit tegengekomen! Werkelijk, je hebt helemaal gelijk! Ik ken deze Jezus nog veel te weinig om mij meteen ten volle bij jouw mening aan te kunnen sluiten. Maar ik denk ook wel: Als de belofte geen totaal lege noot is, die zich in de geschiedenis, zeker sinds David, in ieder geval op deze aarde nog nooit heeft waar gemaakt -want van het eeuwige rijk van David zijn nu de Romeinen een nog zichtbaarder tegenbewijs dan de veertig jaren durende Babylonische gevangenschap -, dan ben ik helemaal niet onwillig om jouw geloof te delen. Maar het gaat er nu alleen maar om, wat jullie over al deze dingen zeggen en wat de priesters en Farizeeën van de andere steden!?"
[2] CHIWAR zegt: "Wat ik je hier zeg, zeggen wij allen in deze stad; die uit Kapérnaum zullen tengevolge van enige harde lessen, die zij bij verschillende gelegenheden hebben gekregen, daar niet zoveel van afwijken, en wat de overige steden betreft, die laten wij voorlopig met rust en wij laten hen tot een gunstiger moment in hun oude waan!
[3] Als jouw plaats in het vervolg hier is, laat mij dan maar mijn gang gaan, en dan is Galiléa op zichzelf binnen enkele jaren volkomen onafhankelijk van de tempel! Galiléa staat in de tempel toch al helemaal op het laatste perkamenten blad! Wat maakt het nu uit of we ook dit laatste blad eruit scheuren? De Romeinen en Grieken staan aan onze kant, dat is zeker, daarbij nog een beetje van de almachtige, levende genade van God, en het zal voor de tempel heel moeilijk worden om onze hysopstruiken af te likken!"
[4] KORAH, de overste zegt: "Ik geef je overal groot gelijk in en ik ben er nu ineens nog meer dan vroeger van overtuigd dat je gelijk hebt. Maar we moeten wel altijd bedenken, dat de aartsengel Michaël, de machtigste hemelgeest na God, met al zijn kracht en macht drie dagen en nachten een harde strijd met de satan moest strijden om het lichaam van Mozes! Als de satan het nu eens tegen ons opnam, hoe zouden wij de strijd met hem dan doorstaan?"
[5] CHIWAR zegt: "Niet met een, maar met tienduizend satans neem ik het alleen op, hoewel ik in de verste verte geen Michaël ben! Je moet alleen maar moed hebben en het slechte loeder alle wegen versperren, dan kan hij met zijn hele hel vol duivels niets doen, maar als je hem eenmaal zwakke plekken toont, waar hij zich gemakkelijk aan kan hechten, dan zou de strijd zeker honderdmaal zo zwaar worden!
[6] Maar zo waar een God mij heeft geschapen: ik zal nooit een tempel voor de satan bouwen en wierook voor hem strooien opdat hij mij met rust zou willen laten! Laat hij maar komen als hij zin heeft om met Chiwar te vechten, en jullie zullen er getuige van zijn dat ik in minder dan drie dagen met hem klaar ben!"
[7] De OVERSTE zegt: "Vriend, je waagt veel om als mug het tegen een leeuw op te nemen en hem zelfs gewoonweg tot de strijd uit te dagen, terwijl je God eigenlijk zou moeten vragen, of Hij je voor eeuwig zou willen vrijwaren voor de vervolging van de satan!"
[8] CHIWAR zegt: "Vriend, ik ken echter een naam, en die is voldoende voor legioenen satans en duivels! Waar is hij dan, als hij de moed heeft om met mij in een gevecht verwikkeld te raken?
[9] De mug is weliswaar in kracht uitgedrukt helemaal niets ten opzichte van een leeuw, maar als de mug het wil, jaagt zij de sterkste leeuw toch dagreizen ver op de vlucht! Zij vliegt in zijn oor en zoemt zodanig in zijn oor dat de leeuw tenslotte meent dat er een ontzettende storm raast, en de koning der dieren slaat al gauw smadelijk op de vlucht!
[10] Zodoende is het echt niet nodig om tegenover de machtige overmachtig te zijn, maar echte wijsheid is dan het belangrijkste! Kijk, zelf ben je met een behoorlijke portie echte duivelachtigheid bij ons gekomen, en mijn mogelijke wijsheid heeft die verdreven, en jij staat nu als een vrij man en als een door ons gekozen overste voor ons allen, en de satan heeft ons daardoor geen schade kunnen berokkenen -en zal ons er ook verder geen kunnen berokkenen!
[11] Ik weet wat ik weet en kan wat ik kan, maar ik sta er voor in dat de satan in der eeuwigheid niet mijn heer en meester wordt!"
[12] KORAH zegt: "Vriend, roep niet te hard, want de boze heeft overal zijn ogen en oren! Met de hulp van Jehova en van jouw mij nog te weinig bekende Messias, zal hij ons wel zeker niets kunnen doen, maar we moeten hem beslist niet uitdagen! God behoede ons voor wat voor bezoek van hem dan ook!"
[13] CHIWAR zegt: "Natuurlijk zal ik de strijd niet zoeken, - maar ook niet de geringste angst daarvoor hebben!"
[14] Toen Chiwar die woorden had uitgesproken, stapte er opeens een enorme grote REUS de eetzaal binnen, kwam met een kwaad en honend gezicht voor Chiwar staan en zei met een donderende stem, waarvan de steunpilaren van de eetzaal begonnen te trillen: "Ben jij die lichtzinnige mug, die in het oor van de leeuw een stormgeraas wil ontketenen? Probeer eens, ellendige aardworm, hoe je het in een gevecht met mij kunt klaarspelen! Ik kan ook iets, wat nog zeer onbekend voor je zou kunnen zijn! Kijk, jouw messias is alleen maar afhankelijk van mijn grootmoedigheid, omdat het voor mij nu niet bepaald eervol is om met muggen een gevecht te beginnen, maar als hij teveel praatjes heeft naar mijn zin, laat ik hem zonder meer aan het kruishout vastmaken, en dan kun jij je messias aan het kruishout aanbidden! -Maar wat wil je nu doen als ik je ogenblikkelijk in stukjes scheur ter grootte van een zonnestofje?"
[15] Dan staat CHIWAR rustig van zijn plaats op en zegt op gebiedende toon tegen de reus, respectievelijk de satan: "Zoals jij ellendige binnengekomen bent, zul je ook moeten maken dat je weer verdwijnt - en wel met het ernstige voornemen om in der eeuwigheid nooit meer deze heilige plaats te betreden -, anders zal Jezus de Heer je richten!"
[16] Bij het noemen van de naam van Jezus week de reus meteen een aantal passen terug en dreigde woest gloeiend van toorn, deze zeer gehate naam nooit meer tegen hem te noemen!
[17] Maar CHIWAR zegt: "Ik moet toch gedruis in je oor maken, zodat je ondervindt hoe de leeuw voor een zoemende mug vlucht!" -Vervolgens begint hij weer: "Jezus, de Zoon van de Allerhoogste, berechte en tuchtige je! Jezus, de Zoon van de Allerhoogste, verdrijve je van hier voor eeuwig! Jezus, de Zoon van de Allerhoogste, tuchtige je voor je talloze misdaden!"
[18] De satan wachtte echter de laatste zin niet meer af, maar verdween onder een donderend gehuil.
[19] Dan zegt CHIWAR tegen de van angst nog als een espenblad trillende Korah: "Heb je nu gezien, hoe men leeuwen op de vlucht kan jagen? Waarom heeft hij mij dan niet meteen in stukjes gescheurd? Kijk, dat is zijn onmacht! Laat hem maar terugkomen als hij daar zin in heeft, en ik verzeker je bij de naam van Jezus, dat hij een tweede keer nog sneller verdwijnen zal dan hij deze keer verdwenen is!"
[20] De OVERSTE zegt: "Luister vriend, ik bewonder jouw onbegrijpelijke moed buitengewoon, en -bij alle aartsvaders! - ik voel mij nu helemaal in hun wondervolle tijd teruggebracht! Maar laat het je toch gezegd zijn, dat je de satan nooit weer tot een nieuw gevecht uitdaagt, want hij is oneindig vindingrijk en moet alle vormen, zelfs die van een engel des lichts, aan kunnen nemen, en ik geloof, dat hij in een zacht hemels kleed veel gevaarlijker is dan zoals wij zojuist de helse eer hadden om hem te zien!"
[21] CHIWAR zegt: "De toetssteen hebben wij, en daaraan is direkt te zien wiens geesteskind de een of andere hoe dan ook gevormde verschijning is! Maar we behoeven ons nu niet druk te maken, want dit zou wel eens voor een hele tijd voldoende kunnen zijn!"
«« 89 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.