De ideeën van Borus over de aard van de mens.(29.11.1852)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 93 / 244 »»
[1] De OVERSTE zegt: "Dat zullen we nog wel zien, want binnen de aardse verhoudingen is de mensheid nog steeds slechter in plaats van beter geworden! Wat stellen Mozes en al de grote profeten nu nog voor? Ik zeg jullie: In de zogenaamde betere kringen lacht men erom en men houdt ze voor weliswaar vrome, maar voor de geest van de mensen totaal zinloze fabeltjes en men slaat de leer van Pythagoras en Aristoteles veel hoger aan dan alle profeten! Dat is dan wel een duidelijk bewijs dat de wet van Jehova, hoe verheven en waar die oorspronkelijk ook is, toch beslist niet bij de mensen datgene bereikt wat zij inhoudelijk wil bereiken!
[2] Wat helpen alle openbaringen, als zij niet voor altijd voorzien zijn van concrete middelen om de mensen een onverflauwd respect in te boezemen voor de goddelijke openbaring? Laat een ouderpaar maar eens proberen hun kinderen zonder straf op te voeden, dan zouden we maar al te snel ondervinden hoeveel ontzag de onmondige kinderen voor de nog zo wijze en goede lessen van hun ouders zullen hebben!
[3] Daarom geef ik niets voor lessen en zelfs voor wetten, als die aan de mensen gegeven worden zonder bijbehorende sancties, want de mens is in de aard slecht en moet de roede voelen om goed te worden!"
[4] BORUS zegt: "In dit opzicht ben ik het helemaal met je eens, maar er blijft toch een grote moeilijkheid, die je pas dan zult leren kennen, als je daarover uit Zijn eigen mond een les zult krijgen!
[5] Weetje, als wij een mechaniek zien waarmee een bepaald werk verricht wordt, dan zullen wij ons eerst verbazen. Verklaart men ons echter het mechaniek, dan zullen wij meteen een aantalonvolkomenheden ontdekken en onze vingers zullen letterlijk gaan jeuken om die kennelijke onvolkomenheden te verbeteren. Daarom gaan wij naar de meesterknecht en geven hem raad.
[6] Maar de meesterknecht zal dan glimlachen en ons ongetwijfeld zo toespreken: 'Beste vrienden, dat kan wel zijn, -maar het is toch niet mogelijk, want de machine houdt rekening met veel belangrijke punten! De opdrachtgever heeft haar naar zijn behoefte besteld; voor deze behoefte is alleen de huidige zichtbare inrichting juist, en iedere toevoeging zou de machine duidelijk benadelen! De machine behoeft slechts een bepaalde kracht te overwinnen en moet daarom geen grotere kracht hebben dan die zij voor het bepaalde doel nodig heeft. Zou men haar krachtiger maken dan zou de wever daarmee met iedere slag zijn draden breken en zo ook maar geen el produkt per dag produceren. Daarom moet de machine voor het doel waarvoor zij gebouwd is, precies de vorm hebben die ze heeft, en alles wat meer of minder is, is fout aan die machine! Ah, als de machine eens door langdurig gebruik versleten zal zijn, dan wordt het pas tijd om haar weer in de oorspronkelijke staat te brengen, zodat zij weer aan haar doel beantwoordt.'
[7] Kijk, dat zal de verstandige meesterknecht ons uitleggen, en wij beiden zullen tenslotte toch tegen elkaar moeten zeggen: De meesterknecht heeft gelijk, want iedere meester moet zijn werk toch beter kennen dan zo'n paar namaakmeesters als wij! En een ongeveer gelijkluidend antwoord zouden wij in dit opzicht van Jezus de Heer krijgen als wij Hem vroegen hoe het mogelijk is dat de mensen in het bijzijn van de goddelijke wijsheid toch nog zo duivels slecht kunnen worden!
[8] Wat weten wij af van het innerlijk en de geaardheid van de mens? Vaak zouden wij willen vloeken waar de Heer nog royaal zegent! Want noch het goede noch het slechte beseffen wij volkomen.
[9] Al is een mens nog zo goed, toch heeft hij meer of minder zelfzucht in zijn hart. Daarmee beoordeelt hij dan ook steeds zijn medemensen, en hij rekent het hen altijd het eerst en het liefst als fout aan, als ze dingen doen waardoor hij denkt benadeeld te worden. Omdat iedere andere mens echter ook wel wat zelfzuchtig is, beoordelen alle mensen elkaar onjuist. Deze misvattingen veroorzaken wederzijdse ontevredenheid, en vervolgens ergernis, nijd, toorn en nog meer van zulke lofwaardigheden.
[10] Wie anders dan de mens is zodoende schuldig aan het slechter worden van de mensen? Daarom slijt de levensmachine ook na verloop van tijd en moet zodoende ook door haar verheven meesterknecht van tijd tot tijd gerepareerd en zo nu en dan zelfs van de grond af aan weer opgebouwd worden.
[11] En zo'n tijd van algeheel herstel schijnt nu, na meer dan duizend jaar, te zijn aangebroken. Daarna zal het betere deel van de mensen weer een poos meekunnen; maar voor meer dan hoogstens tweeduizend jaar zullen de gerepareerde mensen niet meer meegaan, en in het hiernamaals zal het ons niet ontgaan, dat gebeuren zal wat ik je nu heb gezegd!"
[12] De OVERSTE zegt: "Nou, ik feliciteer je! Je bent een waardig leerling van je meester! Ik zie nu al, dat ik het voorlopig niet tegen je op kan nemen in de ware wijsheid. Maar ik zal alle mogelijke moeite doen om het met behulp van mijn beste vriend Chiwar in korte tijd zo ver te brengen, dat ik over dergelijke zaken met jou kan overleggen, want aan de huidige tempelwijsheid van Jeruzalem heeft men hier niet voldoende, -wat niet verwonderlijk is, omdat de tegenwoordige tempelwijsheid ook niet veel voorstelt!"
«« 93 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.