Voorwoord

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)

0 / 101 »»
[1] De ontwikkeling van de schepping is een geestelijk proces met als doel de opvoeding en rijping van onvolmaakte schepselen tot kinderen van God. Deze grote ontwikkelingsgang wordt sinds ondenkbare tijden met onuitputtelijke liefde en wijsheid door God geleid. Onophoudelijk laat Hij al Zijn schepselen inzichten en krachten toevloeien die, aansluitend aan hun ontwikkelingstoestand, noodzakelijk zijn om de voleinding te kunnen bereiken. Openbaringen van goddelijke waarheden en van Gods wil aan de mensen zullen dan ook nooit ophouden. Dat met de bijbelse verkondiging ook de openbaringen van God beëindigd zouden zijn, laat zich uit de Bijbel niet bewijzen. Integendeel, in de Heilige Schrift is meermaals sprake van de 'Geest der waarheid', die alle ware discipelen en volgelingen van Jezus te Zijner tijd in alle waarheid zal leiden. Jezus heeft degenen die Zijn geboden daadwerkelijk onderhouden, uitdrukkelijk toegezegd dat Hij Zich aan heil zal openbaren. (Joh. 14:21)
[2] In alle tijden en bij alle volken zijn er steeds mensen geweest die door het innerlijke Woord openbaringen hebben ontvangen. De mystiek van het avondland en zijn vertegenwoordigers zijn daarvan een getuigenis. Op deze luisterrijke weg komen wij figuren tegen als Paulus, Bernard van Clairveaux, meester Eckehart, Johannes van het Kruis, Jakob Böhme en Emanuel Swedenborg, waarbij ook Geert Groote, Jan van Ruusbroec en wellicht nog andere Nederlandse mystici kunnen worden genoemd. En als bekroning van deze weg mag het werk van Jakob Lorber (1800-1864) genoemd worden. Met Lorber hebben wij een gelijksoortig verschijnsel als bij de oude profeten. Ook dezen vernamen in hun binnenste de goddelijke stem, die hen verlichtte en in staat stelde grote waarheden uit te spreken, zoals aankondigingen van komende gebeurtenissen en leringen van zedelijke aard. Hoe vaak werd door de bijbelse profeten niet gezegd: 'Zo spreekt de Heer' en dan volgt de god delijke verkondiging. Precies eender legitimeert Lorber zich met het innerlijke Woord, dat hij ontving als profeet voor deze tijd.
[3] De belangrijkste, in de jaren van zijn roeping (1840-1864) door middel van innerlijke dictaat ontvangen werken zijn: Het Grote Johannes Evangelie, De Huishouding van God, De jeugd van Jezus, Aarde en Maan, De natuurlijke zon, De geestelijke zon, Bisschop Martinus en Van de hel tot de hemel. Van de Nieuwe Openbaring wordt gezegd dat deze de Bijbel niet overbodig maakt, maar daarvan de 'ontsluiering' is.
[4] De geestelijke zon
[5] In het onderhavige werk De geestelijke zon bezitten wij een hoofdwerk over het hiernamaals. Het werd door Jakob Lorber opgetekend in de periode van november 1842 tot december 1843, aansluitend aan de beschrijving van de natuurlijke zon. Terwijl het werk De natuurlijke zon ons in de wondere wereld voert van onze 'eigen' centrale ster en van dit hemellichaam een nauwgezette beschrijving geeft van zijn gesteldheid, zijn natuurrijken en van zijn bewoners, gaat het tweedelige werk De geestelijke zon ver buiten de grenzen die de natuur getrokken heeft.
[6] De geestelijke zon is liet ongrijpbare eeuwige leven, dat steeds nieuw uit de Oerbron, de goddelijke liefde ontspringt en in alle wereldsferen de gedachten van God vorm en bestendigheid verleent. Ook de mens als geestelijk wezen en kind van God draagt een vonk van deze oorspronkelijke scheppingskracht in zich en heeft daardoor• het vermogen om in de fijnstoffelijke geestelijke wereld gestalte te geven aan zijn eigen innerlijke zielenwereld. Zo bezit iedereen zijn eigen geestelijke zielensfeer die, afhankelijk van zijn ontwikkelingsniveau, bepaalde grenzen heeft welke zich in gestage toenadering tot het universele goddelijke leven, toch allengs beginnen te verwijden. Dit leerboek over de omstandigheden in het hiernamaals voert ons als het ware in tien geestessferen, hetgeen betekent dat wij in het innerlijke blikveld treden van tien verschillende geestelijke wezens, die ooit op deze aarde in een stoffelijk lichaam hebben geleefd. Hun inzicht heeft gestalte gekregen door de graad van hun liefde tot de hemelse Vader. Deze geestessferen zijn weliswaar aan elkaar verwant, maar zijn desondanks gevormd door de eigen aard van hun zielenwereld. Bij het binnentreden door de lezer in de sferen van deze tien geesten - waaronder de apostelen Petrus, Marcus en Paulus, de profeet Daniel, de ziener Swedenborg en tenslotte Johannes als toonbeeld van liefdeswijsheid - ontsluit zich een geestelijk beeld van overweldigende grootte en weidsheid.
[7] In steeds aangrijpender beelden en scènes wordt ons een blik gegund in de geheimenissen van de schepping van de natuurlijke aarde tot aan de centrale zonnen. Daarenboven openbaren zich uit de sferen van deze verlichte geesten samenhangen tussen de zichtbare werelden van het universum en die van het onzichtbare geestelijke Al, welke zich lenen om het beperkte wereldbeeld van vandaag fundamenteel om te vormen en tot een overtuigende helderheid te brengen.
[8] Hier reiken ware religie en wetenschap elkaar de hand tot een nieuw verbond, en de mensengeest begint een vermoeden te krijgen van de grenzeloze liefde, wijsheid en almacht van de Schepper, die langs miljoenenvoudige wegen al het aardgebondene in de vrijheid van de geest terugvoert.
[9]
[10] De uitgever
[11]
[12] Noot van de uitgever:
[13] - In werken over de geestelijke wereld worden vaak de termen morgen, middag, avond en nacht gehanteerd om de vier windstreken, resp. oost, zuid, west en noord aan te geven. - Voorkomende oude lengtematen: 1 klafter = 1,90 meter, 1 mijl = 7,42 km
[14]
[15] Het Godsrijk
[16]
[17] Het luid gewoel der wereld zwijgt. - -
[18] Wij zien omhoog naar stille geesteshoogten,
[19] en met verlichte blik van het gemoed zien wij
[20] hoe 't Rijk der Waarheid zich ter aarde neigt.
[21] Rond onze ziel speelt nu zijn hemels licht,
[22] En door ons wezen stroomt zijn heilig vuur.
[23] En uit de diepste bronnen van het hart
[24] breekt eeuwig leven door.
[25]
[26] Hoe wondergroot toch is Gods rijksgebied!
[27] Het strekt zich uit naar aller tijden verte,
[28] omspant de aard' en talloos veel gesternte
[29] en is, waar men in 't hart het goede ziet!
[30] Wie heeft daarin het zielental geteld?
[31] Wie kent de volheid van zijn kracht en macht?
[32] Wie kent de zaden, talloos hier gezaaid,
[33] de gouden zegen van de groei, het rijpen?
[34]
[35] Hier waait de Geest des Vaders, stil en rein!
[36] Hier heerst de vrijheid in haar volle kracht!
[37] Hier bloeit de hoop, en 't geloof haar lichtgestalte
[38] vermeit zich in der liefde voorjaarsschijn.
[39] Het Godsvertrouwen reikt naar zijn voleinding,
[40] de deemoed is verlegen in haar eigen licht.
[41] De hartstocht rust, geheel verzoend, in vrede.
[42] Aandacht verdiept in een hoogbezield gebed.
[43]
[44] De Zon van 't Rijk, dat is des Vaders Geest!
[45] Zie toch hoe de eeuw'ge geesten Hem omringen,
[46] Hem naderen in alsmaar nauw're kringen,
[47] tot heel hun leven in het Zijne vloeit!
[48] Wie wordt zich hier zijn kindschap niet bewust?
[49] Wie voelt niet pijnlijk wat hem in de stof ontbreekt?
[50] Een hevig heimwee brand in onze borst,
[51] want naar haar Oerbron, onze ziele dorst.
[52]
[53] Jakob Lorber
[54]
[55] De geestelijke Zon
[56] Ik ben het licht der wereld.
[57] Wie Mij volgt, zal niet in
[58] duisternis wandelen, maar zal
[59] het licht des levens bezitten.'
[60]
[61] Joh. 8:12
«« 0 / 101 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.