Schoonheid en pracht van de middag. Onderricht over het wezen van liefde en wijsheid

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)

«« 44 / 101 »»
[1] Wel, jullie hebben naar alle kanten rondgekeken en ontelbare en omvangrijke heerlijkheden van allerlei soort gezien. Zeg me nu wat jullie van het vele wat jullie gezien hebben het meest heeft aangesproken. Jullie zeggen: beste vriend, ook jou is het gegeven om in ons innerlijk te zien; wees daarom zo goed en resumeer voor ons het beste en mooiste dat we gezien hebben. Goed dan, dat wil ik wel doen, want ik lees in jullie ogen en van jullie gezichten, wat je van al het aanschouwde het beste beviel.
[2] Het waren niet de eindeloos grote, buitengewoon prachtige, blinkende paleizen die jullie het beste bevielen. Ook de steden die aan de rivier liggen wekten niet jullie verdere belangstelling. Maar daar, meer op de achtergrond aan de overkant van de rivier naar de morgen toe, zagen jullie liefelijke heuvels waarop kleine, enigszins armoedige huisjes staan. Daar hebben jullie het meest naar staan kijken.
[3] Ik zeg jullie, als men hier op wereldse wijze naar uiterlijke schoonheid zou oordelen, dan zou men kunnen zeggen: lieve vrienden, jullie hebben een slechte smaak. Maar wanneer we geestelijk oordelen dan moet ik jullie zeggen: lieve vrienden, jullie hebben een fijne neus en daarom is jullie vermoeden heel juist dat er achter deze klein lijkende nederzettingen nog iets veel verheveners schuilgaat dan hier zo op het eerste oog te zien is.
[4] Daarom zeggen jullie ook heimelijk bij jezelf: beste vriend en broeder, als we moesten kiezen, dan zouden we wel honderd van die prachtige paleizen die we hier zien willen inruilen voor één zo'n huisje.
[5] Jullie hebben zeker geen ongelijk, maar desalniettemin verdient zo'n grandioos paleis hier in deze omgeving toch ook onze aandacht. Bekijk er maar eens een heel goed, en zie hoe het is opgetrokken uit een glanzend wit gesteente en precies zeven verdiepingen telt, waarvan elk een hoogte heeft van dertig el. Elk paleis heeft vier complete voorgevels; in elke gevel zitten zeventig grote ramen, die onderling zeven el uit elkaar liggen. Uit elk raam straalt licht als dat van de zon, terwijl elke gevel rondom voor de stralende ramen langs, en dat bij alle verdiepingen, versierd is met een zuilengang die straalt alsof hij van zuiver gepolijst, doorzichtig goud is. Het dak van zo'n paleis ziet eruit alsof het met grote diamanten platen bedekt is. Rondom dit grote paleis is bovendien nog een evenredig grote, prachtige tuin aangelegd waarin jullie duizenden prachtige, wonderbaarlijke bloemen en nog eens duizenden van alle mogelijke soorten heerlijke fruitbomen zien. Tussen de bloemen en de fruitbomen zien jullie piramiden die blinken in alle kleuren. Jullie zien dat de toppen van de piramiden versierd zijn met grote, sterk stralende bollen. Boven op deze bollen zien jullie zoiets als een kroon, die punten heeft waaruit bronnen ontspringen en waarvan het water in de stralende lucht omhoog spuit zover jullie oog reikt. In deze stralenlucht worden deze kleine druppeltjes groter, waarna zij dan in allerlei kleuren en in de mooiste ordening weer majestueus langzaam in de tuin vallen, om daar in talrijke heerlijke hemelse geuren op te lossen.
[6] Als jullie je ogen nog eens wat meer inspannen zien jullie ook in zo'n tuin heel veel bijzonder mooie, heerlijke zalige mensen van beiderlei kunne rondwandelen. Kijk, daar dicht bij de ingang van deze prachtige tuin staat een man. Hij is gekleed in wit byssus en draagt een blinkende kroon op zijn hoofd. Zijn gezicht is wit als sneeuw, zijn haar is gekleurd alsof het van goud was. Kijk eens hoe prachtig dit alles is!
[7] Zijn huidskleur komt heel mooi uit tegen de stralend rode garnering van zijn gewaad en de gordel om zijn lendenen, glinstert hij niet alsof hij uit vele sterretjes bestond? En kijk nu, daar komt juist een vrouwelijke geest naar de ingang van de tuin; hoe bevalt jullie deze wel?
[8] Jullie zeggen: vriend, bij de aanblik van dit wezen raakt men geheel buiten zinnen; werkelijk, zoiets volmaakts kan een sterfelijk mens zonder acuut gevaar voor zijn leven niet eens aanschouwen, laat staan bedenken! De bijna meer dan hemelse schoonheid van dit vrouwelijke geestwezen gaat werkelijk alle menselijke begrippen te boven! Wat een eindeloos verheven zoete vriendelijkheid op haar gezicht; welke onmetelijke zachte vormen en wat een prachtige gelaatskleur! Het glanzende, weelderig lichtblonde haar, op het bovennatuurlijk mooie hoofd een schitterende kroon als van de prachtigste diamanten, het glanzende hemelsblauwe gewaad met zachtrode garnering; ach hoe harmonisch en mooi is dit toch allemaal! We zien ook de ene arm waarboven dit prachtige gewaad door middel van een allermooiste sierspeld in plooien bijeen wordt gehouden. Wat een ronding en harmonie in deze arm! Hij lijkt zo zacht als een milde zucht van het mooiste morgenrood in de lente! En, o beste vriend, behalve haar arm zien we van deze engelenvrouw ook nog haar voet en haar been tot boven de knie. Waarlijk, zo'n schouwspel is zelfs voor een geestelijk oog te veel, want de harmonische zachtheid en volmaaktheid is immers met geen pen te beschrijven. Waarlijk, alleen voor God is liet mogelijk om zo'n onuitsprekelijke harmonie te scheppen! Bovendien beste vriend, zien we op de lichte achtergrond nog een heleboel van zulke hemelse heerlijkheden. Werkelijk, in zo'n gezelschap een gelukkige medebroeder te zijn, zou toch wat al te veel zaligheid zijn!
[9] Ja, lieve vrienden, er zijn hier eindeloos veel van zulke heerlijkheden; daarom vraag ik jullie nog eens: hoe bevalt jullie nu zo'n paleis? Jullie krabben je wat achter de oren, wat volgens mij wil zeggen: beste vriend, bij nader inzien hebben we eigenlijk niets meer op zo'n paleis tegen als we het vergelijken met die huisjes daar op de heuvel aan de overkant van de rivier! We zouden met zo'n zaligheid, vanzelfsprekend in de zuiver geestelijke toestand die daarvoor noodzakelijk is, in alle eeuwigheid tevreden zijn, vooral als ons zo nu en dan ook de genade ten deel zou vallen de Heer te zien. Als dat echter niet het geval zou zijn, dan zouden we zeker op onze woorden terugkomen.
[10] Ja geliefde vrienden, zoals het jullie nu vergaat bij de aanblik van al deze heerlijkheden, is het al velen vergaan. Het verschil ligt alleen hierin, dat jullie hier vrijblijvend langs komen. Maar geesten die hier werkelijk aankomen staat hier nog een hele zware beproeving te wachten waarin zij zich, zichzelf verloochenend, moeten waarmaken, wanneer ze van hier over de rivier in het heuvelland met de eenvoudige huisjes willen komen.
[11] Jullie vragen, wie zijn eigenlijk deze zalige geesten die dit paleis bewonen en waar komen ze vandaan? Het zijn geesten ten dele van arme, en ten dele ook van rijke families op aarde, die mettertijd vanuit de jullie reeds bekende avond hier zijn aangekomen. Een gedeelte van hen is echter ook hier ten gevolge van hun op het geloof aan de Heer gebaseerde streng geregelde en rechtschapen levenswijze op aarde. Verder dieper in de middag zouden jullie ook zalige heidense geesten aantreffen die op aarde trouw volgens hun geloof hebben geleefd en in de geestenwereld het geloof in de Heer bereidwillig hebben aangenomen.
[12] In het paleis hier voor ons wonen zielen die al van oorsprong gelovige christenen waren en wel uit de sekte van de calvinisten. Drie van hen waren op aarde rijk; zij zijn hier juist niet de rijksten maar behoren meer tot de dietiende klasse. De beide eersten die jullie bij de poort hebben gezien en daar nog zien, waren op aarde heel arm. Hij was alpenherder in Zwitserland en zij was eveneens een heel onaanzienlijke koehoedster. Mettertijd leerde deze vrome herder de goede christelijke eigenschappen van het meisje kennen en hij heeft haar toen volgens zijn confessie tot vrouw genomen. Dit paar leeftic hun hele leven lang heel kuis met elkaar. Ze hadden ook enkele kinderen; deze werden volgens hun christelijke geloofsovertuiging streng opgevoed en deze principes werden dan door vijf opeenvolgende geslachten trouw in acht genomen. Zo zien jullie hier dus iets wat zelden voorkomt, een zalige familie bloedverwanten, bestaande uit ouders, kinderen en kleinkinderen. De beiden die jullie zien zijn dus de stamouders van de hele familie. De drie ondergeschikten in dit gezelschap zijn weliswaar ook verwanten van deze familie, maar zij waren mensen die zich door gelukkige aardse omstandigheden op werelds gebied hebben opgewerkt en daardoor voornaam en rijk zijn geworden. Door zo'n aardse rijkdom en aards aanzien hebben ze tijdens hun aardse leven ook veel voordeel en comfort genoten, wat de andere arm gebleven familieleden vreemd is gebleven. Daarom moeten zij hier nu juist ook veel dingen ontberen waarvan de armere familieleden nu ten volle kunnen genieten. Desalniettemin zijn ze hier ook voor jullie zo te zien toch onuitsprekelijk gelukkig, omdat ze hun wereldse aanzien en hun rijkdom merendeels voor goede doelen gebruikt hebben.
[13] Wij willen echter, daar we nu eenmaal hier zijn, de beiden voor hun tuinpoort toch een kort bezoek brengen, zodat jullie enigszins kunnen zien welke geestelijke gezindheid zij hebben. Laten we er daarom maar eens naartoe gaan. Kijk, ze hebben ons al gezien en haasten zich naar ons toe; maar zoals jullie zien blijven ze nu plotseling staan. Wat mag daarvan de oorzaak wel zijn? Ze vermoeden nog iets zinnelijks in jullie; daarom willen ze liever afwachten tot wij naar hen toekomen. Kijk nu, we zijn bij hen en de bijzonder mooie man ontvangt ons met de volgende woorden: wees gegroet met de zuiverheid van het woord van de Heer! Mag ik, de geringste dienaar van dit huis, jullie vragen welke zuivere en goede bedoeling jullie hierheen heeft geleid?
[14] Omdat jullie hier niet in staat zijn te spreken moet ik in jullie plaats wel het woord voeren. Lieve vriend, jouw vraag is rechtvaardig en uit de toon van je woorden klinkt de zuivere wijsheid van de hemelen maar kijk, een ding ontbreekt eraan en dat ene is de liefde! Je hebt weliswaar je huishouding heel goed op orde en je hele, prachtige bezit komt voort uit jouw zuivere wijsheid; maar kijk, één zandkorreltje in het rijk van de liefde van de Heer overtreft al veelvuldig al deze heerlijkheden! Kijk, zij die hier bij mij zijn, zijn leerlingen in de liefde en ik ben uit allerhoogste liefde voor hen een leider in naam van de Heer. Erken en begrijp ons vanuit dit gezichtspunt. Zie, reinheid van zeden is een prachtige deugd en de rechtvaardige is een vriend van de Heer, maar als een zondaar boete doet uit liefde voor de Heer, dan is Hem die liever dan negenennegentig mensen zoals jij, die met alle reinheid van zeden er nooit behoefte aan heeft om boete te doen.
[15] En jij, reine vrouw van deze reine man, jouw levenswandel was werkelijk als die van een allerreinste ster, en een nooit geschonden kuisheid was jouw weg naar dit heerlijke rijk! Maar in de eeuwige morgen wonen zeer veel vrouwen die maar al te vaak tegen hun vlees gezondigd hebben. Maar deze zondaressen hebben hun schuld ingezien, verdeemoedigden zich berouwvol voor de Heer en ontbrandden toen in grote liefde voor Hem, zodat ze niets anders meer zochten dan zoveel genade van Hem te ontvangen dat Hij zich over hen zou mogen ontfermen, en hen na hun dood zou mogen opnemen bij de allerminsten onder hen die zich mogen verheugen over Zijn oneindige erbarming! En kijk, zij wonen nu in de eeuwige morgen allerzaligst en voortdurend in gezelschap van de Heer! Waarlijk, heerlijk en buitengewoon schitterend is hier alles, maar de allerkleinste strohut in het rijk waar de Heer woont, heeft oneindig meer waarde dan al deze pracht!
[16] Kijk eens, hoe dit paar nu met de hand op het hart eenstemmig zegt: o machtige vrienden van de Heer, jullie hebben ons met weinig woorden oneindig veel gezegd. We hebben weliswaar al heel lang het vermoeden gehad dat er nog iets hogers en verheveners moet zijn dan dit hier, maar we wisten de weg niet, want onze wijsheid was in staat hier het meest verhevene tot stand te brengen. Nu weten we dat dit alles slechts werd toegelaten, opdat we daaruit steeds meer de liefde zouden mogen erkennen. Zeg ons daarom wat we moeten doen om slechts één druppel van de echte, waarachtige liefde waardig te worden.
[17] Nu zeg ik tegen hen: lieve vriend en jij lieve vriendin, hebben jullie nooit gehoord wat de Heer tegen de rijke jongeling heeft gezegd: `Geef alles weg en volg Mij!' En hebben jullie in het Boek niet gelezen waarin de Heer een eeuwig geldende vergelijking heeft getrokken, toen vooraan in de tempel een rechtvaardige farizeeër aan de Heer zijn daden, volkomen volgens de wet van Mozes, kenbaar maakte, terwijl tegelijkertijd helemaal achter in de tempel een arme zondaar zich van berouw op zijn borst sloeg en zei: `O Heer, ik ben niet waardig mijn ogen naar Uw heiligdom op te heffen!' Wie van beiden heeft de Heer hier gerechtvaardigd? Jullie zeggen: de deemoedige zondaar. Kijk, hieruit kunnen jullie nu heel gemakkelijk de eigenlijke weg naar de Heer vinden. Handel dus ook zo want het woord van de Heer geldt ook ten volle in de hemelen en wel voor alle eeuwigheden!
[18] En verder: voor Hem bestaat er niets wat rein is of rechtvaardig, want Hij alleen is rein, rechtvaardig, goed en barmhartig! Houden jullie je niet voor volmaakt maar doe wat de zondaar in de tempel deed en wat een jullie welbekende medegekruisigde van de Heer deed, en dan pas zullen jullie de ware rechtvaardiging vinden die bestaat uit de enige liefde tot de Heer. Word arm, ja wordt volkomen arm, opdat jullie rijk mogen worden in de liefde van de Heer!
[19] Kijk, nu staat het paar op en keert wenend terug. En zie hoe allen zich voor het paleis verzamelen en aandachtig naar dit stamouderpaar luisteren. Kijk hoe ze allen hun sieraden afleggen en ook hun prachtige kleren verwisselen voor heel armoedige kleding en hoe het stamouderpaar al deze heerlijkheden aan de drie armsten overdraagt. Zoals jullie zien haast zich nu een groot gezelschap van honderden mensen naar buiten naar ons toe.
[20] Jullie vragen: maar beste vriend, wat zullen we met hen doen? Maar ik zeg jullie: maak je daarover maar geen zorgen; jullie zullen bij deze gelegenheid een waarlijk hemels schouwspel te zien krijgen, waarbij je zoals jullie plegen te zeggen, bijna horen en zien zullen vergaan! Maar zo'n schouwspel zullen we pas de volgende keer te zien krijgen. En hiermee is het genoeg voor vandaag.
«« 44 / 101 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.