De sfeer van de tweede geest. De grondslag van het leven is de liefde van de Vader

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)

«« 7 / 101 »»
[1] Kijk, daar nadert ons al een andere geest. Ook deze moet hier aanwezig zijn opdat jullie zijn sfeer kunnen binnengaan. Kijk maar, hij wacht al op jullie en weet door een innerlijke wenk wat jullie willen. Ga dus naar hem toe en treed binnen in zijn sfeer. Nu bevinden jullie je er reeds in. Vertel Me; wat zien jullie daar? Ik zie alweer dat jullie door de grootsheid van hetgeen jullie zien niet in staat zijn een woord uit te brengen. Daarom zal Ik weer voor tolk spelen. Jullie staan van louter verwondering en verbazing helemaal verstard in de sfeer van deze geest.
[2] Ja, bij zo'n aanblik raken jullie wel enigszins buiten zinnen, want jullie zien de ene wonderbaarlijke omgeving na de andere; wereldwijd uitgestrekte heerlijke rijen velden liggen voor jullie ogen uitgespreid. Overal zien jullie liefdevolle mensen prachtige vredige huisjes bewonen. Hun onuitsprekelijk mooie en beminnelijke gestalten houden jullie blikken gevangen zodat het jullie nauwelijks mogelijk is een wezen waar jullie oog op is gevallen los te laten en naar een ander te kijken.
[3] Jullie zijn zo door een allerliefelijkst gezicht geboeid dat jullie je erin verliezen, en duizenden en nog eens duizenden trekken aan jullie voorbij en jullie merken ze vanwege die ene nauwelijks op!
[4] Op de zachte lichtgroene heuvels zien jullie buitengewoon sterk lichtende tempels; in deze tempels zien jullie zalig levende geesten, die er een bezoek brengen en er rondwandelen. Nu richten jullie je blik omhoog naar het firmament en jullie zien weer heel andere sterrengroepen die nog veel prachtiger zijn. Ja, jullie zien sterk lichtende scharen van zalige geesten die zich met groot gemak en hoge snelheid door de zuivere lucht voortbewegen; zij zweven ten dele vrij, en trekken ten dele rond als lichtende wolkjes. Jullie kijken naar de horizon waar een grote zon hoog boven staat. Haar licht is als een prachtig morgenrood en alles wat jullie zien straalt in het licht van deze zon.
[5] Niet ver van jullie af zien jullie een tamelijk hoge, maar mooi afgeronde berg, waarop een schitterende tempel staat. De zuilen glanzen als diamanten in de zon en in plaats van het dak zien jullie een lichtend wolkendek waarboven weer zalige geesten zweven.
[6] Nu zeggen jullie: eindeloos wonderbaarlijk en onbeschrijfelijk prachtig is alles wat we zien, alleen is voor ons alles nog wat veraf en we durven in de prachtige wereld die we nu zien geen stap voorwaarts te zetten; want als we dat doen, dan treden we kennelijk buiten de sfeer van onze geest en dan is het met onze bezichtiging gedaan! - Ik zeg jullie: volstrekt niet; laten we deze berg maar opgaan en de dingen daar nader bekijken. Kijk, we zijn al op de berg; wat zien jullie hier?
[7] Jullie zijn alweer met stomheid geslagen en weten van louter verbazing geen raad, want jullie waren van mening dat jullie in de tempel net zo rond zouden kunnen wandelen als bijvoorbeeld in een groot gebouw op jullie aarde. Maar toen jullie de tempel zijn binnengegaan, heeft het inwendige daarvan zich omgevormd tot een nieuwe, nog veel mooiere, onafzienbare hemelwereld, zodat jullie nu niet weten waar je aan toe bent. Toch doet dat voorlopig niets ter zake. Het juiste licht zal alles duidelijk maken. Jullie vragen Mij nu of jullie ook in de sferen van de geesten van deze tweede soort andere dingen te zien zouden krijgen.
[8] O ja, zeg Ik jullie, de verandering van deze tempel in een nieuwe wonderlijke hemelwereld is nu juist het gevolg van het feit dat jullie in de sferen van de geesten zijn getreden, die zich in deze tempel bevinden. Maar, zeggen jullie en vragen: waarom zien wij deze geesten, in wier sfeer we ons bevinden, nu dan niet? Omdat jullie door Mijn tussenkomst vanuit hun centrum kijken. Laten we een stukje teruggaan, en kijk nu, daar staat alweer onze vroegere tempel en we zien hem bevolkt met zalige geesten, die met elkaar praten over allerlei dingen die op Mij betrekking hebben.
[9] Nu hebben jullie je ervan overtuigd dat men ook in een dergelijke geestensfeer-wereld evenals op aarde, naar believen vrij kan rondwandelen. En zo kunnen we ons dan weer op onze vroegere standplaats terugtrekken. Kijk, we zijn er al.
[10] Laten we ons weer uit de sfeer van onze gastvrije geest terugtrekken en we zullen ons weer op onze heel eenvoudige geestelijke zon bevinden. - Daar jullie nu buiten die sfeer zijn en onze goede geest zich ook nog in ons gezelschap bevindt, kunnen jullie zelfs met hem van gedachten wisselen. Hij kent jullie heel goed daar hij eveneens van jullie aarde afstamt en zelfs bloedverwantschap met jullie heeft. Voorlopig wil Ik hem trouwens nog niet nader aan jullie bekendmaken want er zullen nog betere gelegenheden komen waarbij we alle geesten die ons bij deze gelegenheid dienen, nader zullen leren kennen.
[11] Luister maar wat de geest jullie te zeggen heeft: `O vrienden, jullie, die nog in je lichaam op de harde aarde wandelen, begrijp, ja begrijp toch het leven in zijn diepste wezen! Het is oneindig en zijn rijkdom is onmetelijk! De grondslag van het leven is de liefde van de Vader in Christus in ons! Begrijp dit diep in jullie harten, dan zullen jullie in jezelf hetzelfde vinden als jullie in mijn sfeer hebben gevonden. Wat jullie hebben gezien was maar eenvoudig. Maar in de kern van het leven ligt oneindig veel.
[12] Het is nauwelijks vijftig aardjaren geleden dat ik net als jullie als burger van het harde leven op aarde rondwandelde. Vaak heeft de gedachte aan de toekomstige dood van mijn lichaam mij diep aangegrepen. Maar, geloof me, mijn angst was ijdel en ongegrond, want toen de dood over mijn lichaam kwam en ik dacht voor eeuwig ten onder te gaan en vernietigd te worden, toen pas ontwaakte ik als uit een diepe droom en ik ging dadelijk in dit ware en volmaakte leven over.
[13] Al heb ik tot nu toe de eigenlijke levensvoleinding nog lang niet bereikt, toch kom ik dichter bij de steeds duidelijker wordende levensvervolmaking. Hoe groot en heerlijk deze moet zijn, kan ik jullie nog niet laten zien. Ik kan alleen uit de rijkdom van mijn innerlijk schouwen wel opmaken dat de vervolmaking van het leven in de Vader door de zuivere liefde tot Hem iets moet zijn, waarvan geen geest in mijn sfeer ook maar het geringste kan begrijpen.
[14] Gelukkig, ja oneindig gelukkig is degene die op aarde de liefde tot de Heer tot zijn enige behoefte heeft gemaakt, want hij heeft ter vervolmaking van het leven de kortste weg ingeslagen! Want, geloof me lieve aardse broeders en zusters, wie op aarde de liefde tot de Heer in zich draagt, die draagt ook de voltooiing van het leven in zich; hij heeft dat allerheiligste en allergrootste volmaakte doel, waarnaar ik nog een lange, verre weg te gaan heb, in zich en bij zich.
[15] Mijn levensomstandigheden zijn weliswaar reeds vervuld van een onuitsprekelijk geluksgevoel, maar alles wat jullie in mijn sfeer hebben gezien en nog eindeloos veel meer, wat jullie niet gezien hebben, maar wat ik voortdurend gelukzalig in steeds vernieuwde wonderbaarlijke rijkdom kan overzien, is niets vergeleken bij slechts één enkele blik die gericht is op de Vader. Kijk daarom in je aardse leven vóór alles ononderbroken naar Hem, dan zullen jullie te zijner tijd zeker heel gemakkelijk en in korte tijd daarheen gebracht worden, waar de Vader woont te midden van hen die Hem liefhebben!'
[16] Hoe bevalt jullie de taal van deze geest? Waarlijk, zeg Ik jullie, als het deze geest gegeven zou zijn Mij nu als jullie gids hier te zien, dan zou hij door een al te sterk geluksgevoel als het ware vernietigd worden. Daarom, begrijp en bedenk toch in welk een zaligheid jullie je onbewust bevinden doordat Ik Mij dag in dag uit bij jullie bevind, jullie opvoed en onderricht en jullie met Mijn eigen vinger de meest rechte en korte weg wijs naar Mij toe.
[17] Laat je daarom toch niet bekoren door de wereld, want deze is vol dood, slijk en hels vuur! - Hoe zich dit echter na het afleggen van het lichaam ontwikkelt, zullen we bij menige geest van onze geestelijke zon als een goede toegift nog kortstondig te zien krijgen. Ik zeg jullie: wee de wereld vanwege haar slechtheid, want haar loon zal heten: verschrikkelijk en buitengewoon ellendig is het zich in de toorn van God te bevinden! Maar nu verder niets meer hierover. Er komt reeds een andere geestelijke gastvrije vriend naar ons toe voor een volgende gelegenheid, en we willen tijdens zijn aanwezigheid weer iets nieuws uit zijn levenssfeer putten.
[18] De twee eerdere geesten zullen we voorlopig echter in ons gezelschap houden, want Anselm H.W zal de nabijheid van zijn grootvader toch wel kunnen verdragen! - En bijgevolg zullen we het voor vandaag weer hierbij laten.
«« 7 / 101 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.