Het geheim van de ware vooruitgang

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)

«« 98 / 101 »»
[1] Kijk, we zijn aan de oever van het jullie welbekende grote water; hoe zullen we er deze keer overheen komen? Ik zeg jullie: met zo'n Aanvoerder hoeven we daar niet bang voor te zijn, want Hij weet het water plotseling in vast land te veranderen. Zoiets hebben jullie nog nooit gezien. Kijk daarom maar eens hoe de prior, die het dichtst bij Hem is, Hem vraagt: o eeuwige Liefde, mijn geliefde Jezus Christus, wat zullen we bij deze eindeloos uitgestrekte zee doen? De Heer zegt: lieve vriend en broeder in Mijn liefde, we zullen er overheen wandelen.
[2] De prior zegt: o mijn Liefde, zal het water ons dan wel dragen? De Heer zegt: hoe kun je aan Mijn zijde daarnaar vragen? Weet je dan niet dat voor Mij alle dingen mogelijk zijn en dat Ik ook een Heer ben over alle wateren? Luister, Ik wil dat dit grote water meteen vast land wordt en dat zolang blijft en ons draagt, totdat we er allemaal overheen zullen zijn. Zodra we echter de bepaalde vlakte van het vaste land aan de overkant zullen hebben bereikt, zal dit vaste land weer overgaan in zijn golvende element. Aldus geschiede! Zie je nu nog water?
[3] De prior zegt: o mijn almachtige, heilige Liefde, goede, heilige Vader, hoe is dat nu mogelijk? Hoe snel is dat allemaal toch veranderd! De huiveringwekkend golvende, eindeloos uitgestrekte vlakte is droog land geworden en we kunnen er zonder angst en beven overheen wandelen. Hoe kunnen we U ervoor danken, dat U ons zo'n wonderbaarlijke, almachtige liefde hebt betoond?
[4] De Heer zegt: Mijn lieve vriend en broeder, de enige dank, die Mij dierbaar en waardevol is, is een hart dat Mij altijd boven alles liefheeft. Ik zeg je, geen dankoffer, geen dankgebed, geen gelofte uit dankbaarheid, geen dankprocessie, geen Te Deum laudamus, geen jubelfeest en geen grote dankceremonie is Mij welgevallig. Integendeel, Ik heb er een afkeer van als van een stinkend aas of het rottende vlees in de graven, dat vol stank en pestilentie is. Een deemoedig, Mij altijd liefhebbend hart is voor Mij echter een kostelijke edelsteen van onschatbare waarde in de oneindige kroon van Mijn eeuwige goddelijke macht en heerlijkheid. Tevens is het voor Mij als een druppel balsem die in Mijn vurig liefhebbende Vaderhart valt en Mij bovenmate ver kwikt en de vreugde van heel Mijn oneindige Godheid op een voor jou onuitsprekelijke wijze verhoogt!
[5] Blijf daarom in jouw liefde voor Mij en zoek eeuwig niets anders, dan ben je voor Mij alles wat je moet zijn en Ik zal ook voor jou alles zijn wat Ik als jouw God, Schepper en eeuwig liefdevolste Vader, maar kan zijn! Liefde is de enige band tussen Mij en jou, zij is de enige wonderbare, almachtige brug tussen Mij, de eeuwige, almachtige, oneindige Schepper en jou, Mijn eindige schepsel. Over deze brug kan Ik naar jou en jij naar Mij komen zoals een lieve vader naar zijn kinderen komt en de kinderen naar hun lieve vader komen.
[6] De liefde is ook jouw ware oog zoals ze in Mij het eeuwig alleen ware oog is. Alleen met dit oog is het mogelijk Mij, jouw God en Schepper, te zien zoals de ene broeder de andere ziet. Voor ieder ander oog blijf Ik als zodanig eeuwig onzichtbaar. De liefde is ook jouw ware arm, waarmee je Mij als een broeder kunt omarmen. Zo is de liefde ook alleen het ware oor waarmee je Mijn vaderstem kunt horen; geen ander oor zal daartoe ooit in staat zijn.
[7] De liefde is een oneindig groot doel, dat nooit door het verstand of door de wijsheid kan worden bereikt. Maar de liefde begint bij dit doel, en om dat te bereiken zullen geleerden en wijzen tevergeefs hun zeilen hijsen. Ja, de liefde is de meest innerlijke en sterke verrekijker van de geest, de enige waarmee je in Mijn goddelijke wonderdiepten kunt kijken, terwijl verstand en wijsheid niet eens in staat zijn om de zoom van Mijn opperkleed aan te raken. Daarom zijn jullie, jij en jouw broeders, ook zalig, omdat jullie de liefde in je dragen. En deze liefde heeft Mij ook naar jullie toegebracht en zij heeft dit water nu veranderd in een stevige brug, waarover Ik jullie nu zal leiden als de enige ware Leider en enige ware Vader en Broeder in jullie liefde voor Mij en in Mijn liefde voor jullie. Denk derhalve nooit ofte nimmer aan een andere dankbetuiging, want jouw liefde houdt alles in zoals Mijn liefde voor jou en voor jullie allen alles inhoudt. En zo gaan we dan nu over deze brug; volg Mij dus!
[8] Kijk nu, de stoet trekt vlot voorwaarts. Hoewel het jullie voorkomt alsof het stap voor stap gaat, kan ik jullie verzekeren dat we ons toch met een voor jullie onbeschrijfelijke snelheid voorwaarts bewegen. Aan de zijde van de Heer is geestelijk en materieel gezien één stap groter dan wanneer jullie, naar aardse maatstaven, stappen van zon naar zon zouden maken.
[9] Maar jullie moeten goed begrijpen wat het verschil is tussen aardse en zuiver geestelijke vooruitgang. Want deze beweging hier betekent niet alleen een zichtbaar voorwaarts gaan, maar veelmeer dat degene die zich door de liefde van de Heer laat leiden, in zijn innerlijke belevingssfeer in één ogenblik, dat overeenstemt met één stap, dan ook een onuitsprekelijk grotere ervaring opdoet en met zo'n stap werkelijk een eindeloos groter, verstrekkender en helderder inzicht krijgt, dan een onderzoeker met zijn verstand en wijsheid in vele duizenden aardse jaren.
[10] Nog begrijpelijker voor jullie gezegd: één stap onder leiding van de Heer is meer waard dan miljarden onder leiding van een nog zo verlichte geest! Of: één woord uit de mond van de Heer is meer waard dan alle woorden die door de wezens van alle hemellichamen vanaf het oerbegin werden en nog zullen worden gesproken en geschreven. Meer hoef ik jullie hierover toch zeker niet te zeggen.
[11] We zijn intussen het water overgestoken, want kijk maar eens achterom, dan zullen jullie in plaats van vaste grond onze onafzienbare zee weer zien. Kijk, de Heer maakt degenen die Hem volgen, daar zojuist op attent en zegt tegen de prior: kijk eens om je heen! Zie je, we hebben ons plekje al bereikt. Hoe bevalt het je hier?
[12] De prior zegt: o Heer en Vader, mijn eeuwige liefde, waar U bent, daar bevalt het mij overal onuitsprekelijk goed; maar zonder U zou het hier zijn, zoals zeker overal, om wanhopig van te worden!
[13] De Heer zegt: Mijn lieve zoon, vriend en broeder, je hebt goed gesproken; zo is het en niet anders. Met Mij kunnen jullie alles, zonder Mij echter niets! Daarom is het bij Mij ook altijd goed toeven! Maar buiten Mij is er nergens een bestendig zijn, want alleen Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven! Wie in Mij blijft door de liefde zoals Ik in hem blijf, heeft het licht, de waarheid en het leven. Daarom, volg Mij nog verder, dan zal Ik jullie een andere plek tonen en zien, hoe het jullie daar zal bevallen. Als jullie het daar naar de zin hebben, kunnen jullie je daar een woonplaats uitzoeken. Zo niet, dan zoeken we weer een andere. Volg Me dus maar!
[14] Kijk, de stoet zet zich in beweging in de richting tussen de morgen en de middag en daar, achter dat stralende gebergte zullen we in een onuitsprekelijk mooie omgeving weer halt houden. Daar krijgen onze gasten een tamelijk zware beproeving te doorstaan, want er zit nog een verborgen zwakheid in hen, namelijk de liefde voor vrouwen, tengevolge waarvan zij het celibaat hetzij uit zichzelf vijandig gezind waren, dan wel dat min of meer noodgedwongen moesten zijn. Zij deden wel als celibatairs hun plicht en hielden hun gelofte, en niet een van hen heeft zich op aarde ooit op een zinnelijk liefhebbende manier met een vrouw ingelaten.
[15] Maar dat is nu juist niet zo'n grote verdienste, want de plaats op aarde waar zij hun kloosterleven leidden, was wat vrouwelijk schoon betreft in meerdere opzichten stiefmoederlijk bedeeld. Bovendien begaven alleen oudere vrouwen zich naar dit klooster om te biechten, want voor het jongere vrouwvolk was deze orde zoals iedereen weet, veel te streng. Derhalve kon onder zulke omstandigheden een anticelibataire prikkel niet zo gemakkelijk ontstaan en de overwinning van deze celibatairen op dit gebied is er dan ook niet een, waarover latere generaties nog zouden spreken. Daarom moeten ze ook voor het aangezicht van de Heer deze proef nog doorstaan.
[16] Ik zeg jullie, bij de volgende stopplaats zullen we daarom zalige, vrouwelijke geesten te zien krijgen, bij het zien waarvan het jullie zelfs zal gaan duizelen. Bovendien zal ook dit oord zo hemels mooi zijn als jullie, met uitzondering van de heilige stad, er tot nu toe nog geen hebben gezien. Dan zal heel spoedig blijken hoe het bij deze nu geredde monniken met hun liefde voor de Heer gesteld is. - Dat zal echter pas de volgende keer onderwerp van onze beschouwing zijn.
«« 98 / 101 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.