Een schare terechtgestelden komt aan. De leider vertelt hungeschiedenis. Filosofie van de liefde- en goddeloosheid

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)

«« 132 / 150 »»
[1] Thomas heeft zijn onderricht nauwelijks beƫindigd, of men hoort van buiten luid schreeuwen en huilen. Thomas maant de menigte tot oplettendheid en zegt: 'Zoals jullie horen, gaat nu al in vervulling wat ik zojuist door de genade van de Heer heb verkondigd. Een verschrikkelijk toegetakelde menigte nadert dit huis. Zij die komen, moeten zeer gekweld en hoogst beledigd zijn. Het zijn zielen van mensen die onbarmhartig zijn terechtgesteld. Zij komen steeds dichterbij. Stil nu, vrienden! Zij haasten zich al over de grote laan van de tuin naar binnen. Een man met een heel somber uiterlijk, gehuld in een zwart fluwelen blouse, het hoofd getooid met een blauw met goud gestikt kapje, loopt bijna als een dronkeman voorop en een dertigtal volgt hem. Achter hen zie ik iets dat op vlammen lijkt. O, dat ziet er heel verschrikkelijk uit. Maar stil nu!'
[2] De sombere aanvoerder blijft staan, keert zich om, monstert zijn gezelschap en zegt tot hen: 'Daar staan we nu, vol bittere ellende en smart! O, mijn arme echtgenote! Jouw schim in de gedaante van wraaksproeiende vlammen snelt tevergeefs de schandelijk vermoorde echtgenoot achterna. Heel de hel heeft tegen hem samengezworen om hem nooit meer los te laten. O mijn beste vrienden, jullie huilen tevergeefs in deze donkere wereld vol kwellingen. Wij vluchtten en schreeuwden al zo lang, maar van geen enkele kant komt ons hulp of troost tegemoet. Er is geen God en geen vergelding. Jullie schreeuwen tevergeefs om wraak voor onze moordenaars, want zou er een rechtvaardige God bestaan, dan zou Hij het onmogelijk kunnen toelaten, dat op die vervloekte satansaarde door ellendige mensen zulke gruwelen worden begaan tegen andere ellendigen.
[3] Voor welke daden hebben wij dan de dood verdiend? Wij wilden enkel wat onze keizer en koning ons beloofde, maar omdat wij dat wilden en het beloofde niet meteen van vandaag op morgen weer konden opgeven, vroegen wij erom, waardoor wij voor rebellen en hoogverraders werden uitgemaakt. Wij verzetten ons moreel en ook fysiek tegen zo'n aantijging. Daarop trok men tegen ons ten strijde met de macht van twee keizers en men zou ons niet hebben overwonnen, wanneer men niet alle denkbare middelen had aangewend. Wij gaven ons niet onvoorwaardelijk over, maar in ruil voor een door Rusland gegarandeerde amnestie. En nu staan we hier dan, afgeslacht als staatsvijanden!
[4] O, vervloekte aarde met al jouw mensen! Wie op deze satansgrond rijk, machtig en wreed genoeg kan zijn, heeft ook het volste recht aan zijn zijde. Hij kan iedereen, die zijn gewelddadige macht niet als een rechtmatige, de mensheid waarlijk geluk brengende macht erkent, als misdadiger laten vermoorden. Zij wisten hoe men de grond moet bewerken om zich gelukzaligheid te verschaffen ten koste van miljoenen arme grasbijters. Hadden wij dat al eerder gedaan, dan zouden wij hetzelfde recht hebben, maar zij zijn ons voor geweest en hebben nu ook het recht aan hun zijde.
[5] Iedere wreedheid is hun om het even, omdat zij deze als rechtmatig beschouwen en zij door niemand ter verantwoording kunnen worden geroepen. Alleen de rijke en tevens machtige heeft het recht om te leven en alles te bezitten, wat hij door zijn overwicht maar kan bemachtigen. Geloven jullie soms nog in een God en een vergelding?'
[6] Alle anderen roepen: 'Nee, nee, dat geloven we nooit!Je hebt goed gesproken! Zo is het! Een hel bestaat, en wel op aarde, maar een goede en rechtvaardige God bestaat nooit en te nimmer! Want zou er een bestaan, dan zou Hij de vervloekte aarde allang tot alle duivels hebben veroordeeld. Omdat er echter geen God bestaat, is en blijft de aarde een troon van de hel. Zo is het, ja, zo is het!'
[7] Een ander uit dit pas aangekomen gezelschap zegt: 'Heer graaf, u hebt gelijk. Ik ben het met u eens, behalve met uw uitspraak dat er geen God zou bestaan! Dat echter deze God, als scheppend principe zich even weinig om het stof der aarde bekommert als wij ons ooit druk maakten over een zweetdruppeltje, kunnen we met zekerheid aannemen. Een oorlog tussen mensen op aarde is in de ogen van de ware Godheid nog minder dan een infusiediertjesoorlog in een dauwdruppel voor de keizer van China! Daarom hebben ze gelijk gehad, dat ze ons hebben vermoord, want ze wisten hoe men de satansgrond moet bewerken om zich daarop gelukzaligheid te verschaffen!
[8] Werkelijk, dieven, straatrovers en moordenaars zijn eigenlijk de slimste mensen op aarde, want zij weten de waarde van dingen, mensen en hun leven het beste te taxeren. Aan het leven van miljarden mensen is God niets gelegen. Of zij elkaar allemaal doodslaan of dat er hier en daar nog enkele overblijven, is God om het even. Daarom mogen wij in het vervolg niet meer zo dom zijn als we tot nu toe waren. Wij sluiten een verbond en wat we ook maar tegenkomen, moet genadeloos worden afgemaakt!'
[9] Een derde zegt: 'Ik ben van mening, dat we toch een beetje consideratie moeten hebben met bepaalde personen, bijvoorbeeld met onze ouders, vrouwen, broeders, zusters en kinderen en ook nog met een goede vriend.'
[10] De tweede zegt: 'Och wat, consideratie! Consideratie is niets anders dan lafheid ten opzichte van anderen, die men vanwege een of ander voordeel nog wat langer wil laten leven, tenzij men, zich bewust van eigen zwakte, hen voor machtiger houdt dan zichzelf. Ouders? Hoongelach van de hel! Dat zijn de eerste tirannen voor hun kinderen. De vrouw? Nou ja, als zij nog jong en weelderig is, kan men haar ontzien, maar wordt zij eenmaal oud en lelijk, dan geen consideratie meer, omdat zij dan niemand meer tot vermaak kan dienen. Kinderen als leuke speelpoppen bevallen me ook wel, alhoewel ik die volkeren op aarde die hun molligste kinderen slachten en opeten, voor verstandig houd, omdat er beter vlees aan zit dan aan de magere. Zijn zij echter eenmaal groot, dan ook geen consideratie meer voor deze bloedzuigers van hun ouders! Broeders en zusters en andere vrienden zijn op aarde de lastigste medemensen en zullen het hier des te meer zijn. Daarom helemaal geen consideratie met hen! Zouden de mensen op aarde het inzicht hebben dat ik hier nu heb, dan zou de eerstgeborene zich wel weten te ontdoen van deze lastige rivalen. Maar wat op die domme aarde mens heet, is, op enkele geraffineerde spitsboeven na, puur vee en nog dommer dan dat. Zo komt het dan dat de een blijft leven ten koste van de ander, totdat hij wordt verslagen door een slimmere of door het oude gif van de lucht crepeert. Daarom geen pardon en geen consideratie meer met wie dan ook!'
«« 132 / 150 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.