De heilbede van de aartsvaders. Antwoord van de Heer. Voorbereidingen voor de wederkomst van de Heer.

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)

«« 40 / 153 »»
[1] Alle profeten en apostelen komen naar Mij toe en zeggen: 'Ja, amen! Uw naam worde geheiligd, zowel hier in Uw hemelen alsook op Uw aarde, de waarachtige leerschool voor de geslachten die voor een eeuwig bestaan ontkiemen onder Uw hart. Alleen dat ene, heilige Vader, vragen wij U als uit één hart en één mond: laat het eindelijk eens afgelopen zijn met het snode werk van de satan! Neem weg van Uw aarde het purper en laat goud, zilver en edelstenen verdwijnen, opdat de mensen niet meer azen op de glans van deze onzalige dingen, maar enkel streven naar zuivere liefde en waarheid. Hoeveel schatten van de geest moeten er wel ten grave gedragen worden, omdat het jagen naar al deze ijdele dingen de mensheid hindert om haar geest volgens Uw orde op te wekken en daaruit onvergankelijke rijkdommen te putten voor tijd en eeuwigheid!
[2] Maak toch eens een einde aan de praktijken van satan! Met het verdwijnen van zijn invloed op de sfeer van het menselijk handelen moet de mensheid meer geneigd zijn tot het goede en het ware; zoniet, dan zal de mensheid zich steeds dieper in het verderf storten. Wel zijn Uw raadsbesluiten onnaspeurlijk en Uw wegen ondoorgrondelijk. Het is niemand bekend hoe U te werk gaat om tenslotte alles naar de beste bestemming te leiden. Voor vele wezens is wel een zeer lange tijdsduur vereist voor ze hun uiteindelijke bestemming bereiken. Dus het bekorten van de lange weg en de tijdsduur, zoals U, o Heer, het Zelf aan Uw volkeren hebt beloofd, is wel de vurigste wens van ons, die God goedgezind zijn!
[3] Het is werkelijk jammer voor Uw mooie aarde, dat zij niet in staat is de haar telkens opnieuw toegebrachte wonden te genezen, als U haar de steeds eendere kwelgeesten niet van het lijf houdt. Wat U, Heer en Vader, echter doen zult, doe dat spoedig, want anders worden de mensen verteerd door te grote angst voor de te verwachten dingen die de aarde nog zullen overkomen! Wij hier hebben natuurlijk gemakkelijk wachten, daar vanwege onze grote zaligheid bij U, heilige Vader, ook voor ons duizend aardjaren gelijk zijn aan een vluchtige lentedag, maar voor de nog in sterfelijke omhulling levende broeders op aarde worden bange minuten tot jaren, en jaren tot eeuwigheden. Daarom, o Vader, open Uw rijke bron van liefde en genade, beproef de armen op aarde genadig en bekort deze slechte tijd! Uw heiligste wil geschiede altijd!'
[4] Ik zeg: 'Jullie doen er goed aan zo te vragen, maar het vergaat jullie met je vragen zoals diegenen die overal te laat kwamen en daarom ook voor Mij steeds te laat moeten komen omdat Ik overal en in alles de Eerste ben. Jullie zijn als de ledematen van Mijn lichaam, die niet in staat zijn eerder te handelen dan wanneer Mijn geest ze tot handelen aanzet. Als jullie echter bij alles Mijn geest nodig hebben, hoe kunnen jullie dan denken dat Ik eerst door jullie verzoek ertoe bewogen moet worden om iets te bewerkstelligen, waarvan Ik de noodzaak al heb ingezien nog voordat een geest uit Mij zich verheugde over een vrij bewustzijn! Wanneer jullie pas over een zaak beginnen na te denken, heb Ik al zo'n duizend jaar lang voorzorgsmaatregelen getroffen en alles zo op gang gebracht, dat de uitwerking precies zo aan het licht moet treden. Anders zou tenslotte het algemene hoofddoel onmogelijk bereikt kunnen worden, namelijk jullie eeuwige, vrij scheppende leven in Mijn goddelijke tegenwoordigheid.
[5] Moet Ik dan alle hiërarchieën door een vuur uit de hemel in één klap verdelgen? N a het grote werk van de verlossing gaat dat nu juist niet meer! Geen algemene zondvloed en geen ondergang van Sodom en Gomorra meer!
[6] Maar ieder kwaad op aarde is nu zijn eigen rechter en de straf volgt de zonde op de voet. De hiërarchen verlangden naar hun oude, wrede priestervrijheid, en zie, zij is hun gegeven, maar zonder materiële macht! Als de hiërarchen in het vervolg echter gebruik zullen blijven maken van hun wrede vrijheid, dan zullen ze daardoor duizenden ertoe aanzetten om van hun slechte parochie over te gaan naar een betere. Terwijl jullie Mij hier staan te vragen, zijn er al duizenden van Rome afgevallen! Kan de tijd dan nog meer verkort worden? Is niet alles gedaan voor haar ondergang, die nu spoedig noodzakelijk zal zijn geworden?
[7] Hoe zou Ik ooit weer op aarde kunnen komen, als er niet op doelmatige wijze een eind zou worden gemaakt aan de aloude praktijken van de slechte hiërarchie? Zou Ik echter als God komen, wel, jullie begrijpen zeker, dat de hele aarde dan gericht zou worden en er geen wezen op haar nog in staat zou zijn om vrij adem te halen.
[8] Wanneer Ik echter naar de aarde kom, kan Ik alleen maar naar de armen komen. Dan pas is er op aarde een juiste vereffening van al het heerszuchtige streven mogelijk en daarnaast ook Mijn tegemoet snellen naar de verlorenen.
[9] Jullie verzoek was echter toch terecht, want het werd jullie zo ingegeven, maar Mijn handelen was jullie allang vooruit! Maar nu komt Robert-Uraniël met zijn scharen. Wees daarom allemaal bereid om verder te trekken, want dat is noodzakelijk!'
«« 40 / 153 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.