Bisschop Martinus herkent in Jezus de Heer - De vrees van de zondaar - Martinus wordt onderricht

Jakob Lorber - Bisschop Martinus

«« 33 / 204 »»
[1] Na enige tijd begon BISSCHOP MARTINUS weer te praten: 'Ja, ja, m'n lieve broeder, ik kan nu denken wat ik wil, maar jouw huidige stellingen zijn in alle opzichten steekhoudend. Onze Huisheer en Meester blijft ook de Huisheer en Meester van de oneindigheid en alle eeuwigheid! Hij is onmiskenbaar de 'Zoon' van het allerhoogste Wezen, dat zeker de al heel dikwijls genoemde 'Vader' is. Maar waar is nu de 'Heilige Geest' als zogezegd de derde goddelijke persoon?'
[2] DE WIJZE BOEKHANDELAAR zegt: 'Vriend, dan moet je het evangelie helemaal volgen. Kijk, hier is een bijbel en daarin het Nieuwe Testament. Lees Johannes, die ik al eens voor je heb aangehaald! Zie, deze zegt: 'In het begin was het Woord, het Woord was bij God, God was het Woord; dit Woord is vlees geworden en heeft (in Jezus Christus) onder ons gewoond!' enz.
[3] Op een andere plaats staat weer: 'In Jezus Christus woont de volheid van God lichamelijk!' En nog eens: 'Wie Mij ziet, ziet ook de Vader, want Ik en de Vader zijn één, - de Vader is in Mij en Ik ben in de Vader!' - en van dergelijke passages zijn er nog een heel aantal!
[4] Zie, als men dergelijke passages, evenals eigenlijk het hele Oude en Nieuwe Testament goed overdenkt, dan blijkt steeds vaker, dat Jezus de enige Heer en Schepper van hemel en aarde is.
[5] Toen de apostelen aan Hem vroegen, of Hij hun niet ook eens op de manier van de verheerlijking op de berg Tabor de Vader wilde laten zien, daar Hij hun al zo veel over Hem verteld had, verbaasde Jezus zich gewoonweg over de blindheid van Zijn leerlingen en sprak: 'Wat zeggen jullie (blinden): 'Toon ons de Vader!' en Ik ben immers al zo' n tijd bij jullie? Weten jullie dan nog niet, dat wie Mij ziet, ook de Vader ziet? Want Ik en de Vader zijn een en hetzelfde!' enz. - zoals ik in de betreffende passage al heb laten zien.
[6] Ik ben van mening, dat jij hier precies dezelfde vraag stelt als vroeger de apostelen en leerlingen aan hun Heer en Meester hebben gesteld, toen bij hen ook nog de drievoudige sluier van Mozes voor hun ogen hing!'
[7] BISSCHOP MARTINUS zegt weer: 'Ja, je hebt gelijk, je hebt volkomen gelijk het is me nu helemaal duidelijk! Hij is het! Hij is het! Hij is de enige Heer, God, Schepper en Vader van de hemel en van alle talloze myriaden engelen, zonnen, planeten en mensen! Dat Hij echter juist de aarde heeft uitgekozen, zal ook wel zijn zeer gegronde reden hebben die mij mettertijd hopelijk nog wel duidelijk zal worden!
[8] Nu echter een ander punt. Zie, broeder, hoe meer ik nu die onuitsprekelijke, allerheiligste kwestie overdenk, hoe meer onze Huisheer Jezus zonder enige twijfel als het allerhoogste Godswezen naar voren komt, des te banger wordt mijn hart. Het zou verschrikkelijk zijn om nu voor Hem te moeten verschijnen.
[9] Want dat ik hier nu als een zondaar sta zoals er geen tweede te vinden is, zoals je weet - en de almachtige God daarnaast! 0, dat zal al gauw de respectabele, eeuwige verdoemenis worden! Tot nu toe kon deze misschien niet in alle volheid plaats vinden, omdat ik de zo nabije grote Rechter niet herkend heb. Maar nu ik Hem, de Gevreesde, ontegenzeggelijk heb herkend, zal de helse dans met mij zeker wel gauw beginnen!
[10] Want zie, broeder, wij hebben Hem nu wel herkend en moeten nu tegen Hem 'Heer, Heer!' zeggen. Hij heeft echter Zelf op aarde geleerd en gezegd: 'Niet degenen die tegen Mij 'Heer, Heer!' zeggen, zullen het Rijk der hemelen binnengaan, maar alleen diegenen die de wil van de Vader doen!'. Zeg eens, vriend, hebben wij ooit deze wil in acht genomen en daarnaar gehandeld? Van de hemel kan daarom voor ons nooit sprake zijn!
[11] Wat is er nog buiten de hemel? Zie, niets dan de hel! O, niets dan de naakte hel! Ik zie nu gewoon al hoe de vlammen boven mijn hoofd samensmelten. Ook schijnt het mij al toe, alsof de duivels - ohohoh - 'God-sta-ons-bij' -! Broeder, lieve broeder, ik kan je niet zeggen, wat een verschrikkelijke angst zich nu van mij meester heeft gemaakt!
[12] Wat zullen wij zeggen, als Hij nu als de almachtige God en als de rechtvaardigste, strengste en onverbiddelijkste rechter bij ons zal komen en ons, alsof het de gewoonste zaak is, tot de hel zal gaan verdoemen en zal zeggen: 'Weg van Mij, jullie vervloekten! - naar het eeuwige vuur, dat voor alle dui- -'Godsta-ons-bij' bereid is?
[13] O, o, verschrikkelijk, verschrikkelijk, ik hoor al echt de donder van dit vreselijke vonnis. O, o, dat zal een leven zijn, een verschrikkelijk leven en een gewaarwording, wanneer ik misschien helemaal naar beneden naar de duivels zal gaan - 'God-sta-ons-bij', ik zou het van louter angst, vrees en schrik al bijna vergeten hebben te zeggen. Ik begrijp alleen niet hoe jij daarbij zo onverschillig kunt zijn, terwijl ik van angst verga en al bijna verteerd word!'
[14] DE WIJZE BOEKHANDELAAR zegt: 'Beheers je zelf, broeder en wees er zeker van, dat de Heer beter is dan Rome' s pausen en monniken Hem voorstellen. Zo lang wij Hem echter zo onzinnig vrezen, zal Hij verstek laten gaan en pas komen, als wij onze vrees in liefde hebben omgezet!
[15] Bedenk eens, wat voor genoegen zou jij er aan beleven, als je je op een mijt die je beledigd had, zou wreken? Zou een dergelijke wraak niet de ergste onzin van een gekke zot zijn? Hoe kun je zoiets daarom van de allerhoogste, goddelijke Wijsheid veronderstellen! Wat zijn wij ten opzichte van God? Zijn wij tegenover Hem wel datgene, wat een mijt is ten opzichte van ons?
[16] Zie, wij zijn immers helemaal niets tegenover Hem, zou Hij Zich dan op een dergelijke manier op ons wreken? Waartoe, vriendje, waartoe? Kalmeer, ik heb de beste hoop, dat uiteindelijk alles nog net een beetje beter zal aflopen, dan wij het ons voorstellen! Stil, ik geloof dat Hij binnenkomt. Juist, Hij komt!'
«« 33 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.