Bisschop Martinus in zijn hemelse huis - De eerste verrassing – De inrichting van het huis

Jakob Lorber - Bisschop Martinus

«« 38 / 204 »»
[1] Als bisschop Martinus nu spoedig zijn huisje bereikt en naar binnen gaat, is hij buitengewoon verrast, als Ik Zelf hem reeds op de drempel opwacht en hem nu zijn huis binnenleid: een dienst die bij de anderen door de engelen wordt verricht, omdat de anderen van het gezelschap nog veel meer vrees dan liefde ten aanzien van Mij hebben. Maar bij bisschop Martinus is juist het omgekeerde het geval, vandaar dat hij het er eigenlijk helemaal niet mee eens was, dat hij in zekere zin van Mij moest scheiden.
[2] Als hij Mij nu ook in zijn huisje ziet en Ik hem daar al op de drempel opwacht, klapt hij van louter vreugde in zijn handen en zegt:
[3] (BISSCHOP MARTINUS:) 'Ja zo, zo bevalt het mij zeker nog veel beter dan daar in Uw huis, vooral in die laatste, schitterende zaal! Mijn allerliefste Heer Jezus, als U maar bij mij bent, dan is de gewoonste hut voor mij al de heerlijkste hemel voor eeuwig.
[4] Maar hoe bent U toch zo snel, zonder dat ik het zag, hier naar toe gekomen? Dat is werkelijk al weer een buitengewoon wonder! Ja, ja, U mijn geliefde Heer Jezus, bij U gebeurt het ene wonder na het andere en ik snap van dit alles nog steeds niets, het is me nog allemaal onduidelijk, ik begrijp er nog steeds niets van! Het is toch wel vreemd, dat U er eerder was dan ik en ik heb U toch heel zeker in Uw grote prachtige zaal verlaten!'
[5] IK zeg: 'Zit daar maar niet over in, Mijn lieve broeder Martinus. Zie, als Ik niet overal de eerste en de laatste en niet overal alles in alles zou zijn, zag het er treurig uit met de hele oneindigheid. Dus kun je dan ook gaan, waarheen je maar wilt, je zult Mij overal aantreffen, waarheen je ook gaat.
[6] Ga echter nu met Mij dit huisje binnen, opdat Ik je Zelf de inrichting kan laten zien en je leren om deze ook goed te gebruiken. Kom daarom nu met Mij naar jouw huisje. Het is weliswaar klein, maar bevat toch meer dan de hele wereld, zelfs meer dan een heel zonnegebied in de natuurlijke wereldsfeer, waarvan je jezelf spoedig duidelijk kunt overtuigen. Kom daarom mee, ga en wandel met Mij jouw huis binnen! Zo zij het!'
[7] Bisschop Martinus volgt Mij meteen en verbaast zich over de afmetingen, als hij in plaats van in een vermeend klein kamertje in een reusachtig grote hal komt. Hoe langer hij deze steeds oplettender bekijkt, hoe groter deze wordt, terwijl ze alles te bekijken biedt wat onze bisschop Martinus zich maar kan voorstellen.
[8] In het midden van deze grote hal staat op een gouden voet een grote, witglanzende, ronde schijf. Daarachter op een metalen houder een volmaakte aardglobe, kunstig nagebootst, die van het grootste tot het kleinste alles bevat, wat de werkelijke aarde van het centrum tot aan de oppervlakte en daarop bevat en natuurlijk ook alles, wat er gebeurt.
[9] Achter deze globe is het hele planetenstelsel van de aardezon op dezelfde wijze hemels nagebootst, opgesteld en laat ook precies op dezelfde manier elk detail en elke karakteristieke eigenschap van iedere afzonderlijke planeet zien evenals van de zon.
[10] De vloer van deze hal is als van zuiver saffier, de hoge wanden als van smaragd, het plafond als van azuur met vele sterren. Door de grote ramen valt een heerlijk, violetrose licht in deze grote hal, die tot op halve hoogte nog met een schitterende galerij als van het fijnste jaspis getooid is, en van de hal leiden nog twaalf deuren naar daar op uitkomende vertrekken. De smaragdwanden produceren bovendien nog in de mooiste kleurschakeringen alles, wat bisschop Martinus ook maar denkt.
[11] Na een tijdlang vol verbazing te hebben staan kijken, opent BISSCHOP MARTINUS eindelijk weer zijn mond en zegt: 'O Heer, Heer! Ja, wat is dit nu weer voor nieuwe goochelarij? Ach, dit slaat alles, kan men wel zeggen! Nee, nee! Ah, aha! Van buiten bijna zo klein als een vliegenhuisje - en van binnen als een hele wereld. Hoe valt dat met elkaar te rijmen? Nee, dat is voor mij tot nu toe nog het meest onbegrijpelijk, hoe iets van binnen groter kan zijn dan van buiten! Wie het wil en kan begrijpen, doet dat maar; voor mij is dit totaal onbegrijpelijk!'
[12] IK zeg: 'Mijn lieve broeder Martinus, Ik zeg je, jij zult met dit alles spoedig vertrouwd raken. Zie, in de eigenlijke, ware wereld van de geesten is alles volledig het omgekeerde van hoe het in de wereld is. Wat in de wereld groot is, dat is hier klein; wat echter in de wereld klein is, dat is hier groot. Wie op de wereld de eerste is, die is hier de laatste; wie echter op de wereld de laatste is, die is hier de eerste!
[13] Hoe groot echter is een mens op de wereld? Hij meet zes span hoog en twee span breed. Zeg echter eens welke eindeloze grootheid en diepgang zijn hart heeft als hij een wijs mens is! Ik zeg je, alle eeuwigheden zullen niet toereikend zijn om zijn wonderen volledig te onthullen en te bevatten!
[14] Jij hebt op aarde wel meer dan eens een tarwekorrel bekeken. Die is toch zeker klein qua uiterlijke afmeting en toch bevat deze zoveel van zijn eigen soort, dat de gehele eeuwigheid dit niet zou kunnen meten. Zo ligt ook hier dezelfde oorzaak die er aan ten grondslag ligt, duidelijk voor je:
[15] De buitenkant van dit huis is gelijk aan jouw nu volledig deemoedig uiterlijk wezen: het is - net als jij - klein. Van binnen komt dit huis nu echter overeen met jouw innerlijke wijsheid, die grotere zaken omvat dan de uiterlijke maat van jouw wezen. Daarom is het ook als groter zichtbaar dan de buitenkant van dit huis, dat gelijk is aan het uiterlijk van je wezen. Van binnen word je echter nog steeds groter, naarmate jij meer in de ware wijsheid vanuit Mijn liefde zult groeien. Want hier leeft ieder naar zijn wijsheid vanuit zijn liefde tot Mij, die de eigenlijke scheppende kracht is van alles wat je hier zo wonderbaarlijk voorkomt.
[16] Zie daar eens dat witglanzende, rechtopstaande bord. Het stelt jouw door Mij gereinigd geweten voor. Op dit bord zul je voortaan altijd alleen Mijn wil ontdekken, waarnaar je je dan telkens en onmiddellijk zult richten.
[17] Weliswaar is er bij ieder mens op aarde eenzelfde gewetensbord in zijn hartkamertje opgesteld, waarop altijd Mijn wil wordt opgetekend, opdat ieder zich daar getrouw naar richt. Weinigen echter letten daarop en velen maken tenslotte dit bord met allerlei zonden geheel zwart, opdat zij Mijn wil nooit meer behoeven te zien.
[18] Zie je nu, hoe natuurgetrouw dit huis van jou gemaakt is? Dus helemaal niet zo'n goochelarij als je eerst meende.
[19] Achter het bord bevindt zich een getrouwe afbeelding van de aarde, geheel hoe zij in wezen is en achter deze afbeelding de zon met de andere planeten. Mocht je het een of ander niet begrijpen, dan hoef je maar naar de achterkant van dit bord te kijken, dat naar de aarde is gekeerd; je zult daar telkens de verklaring vinden. Wil je dan echter ook weten wat je daarbij moet doen, bekijk dan de voorkant van dit bord, dan zul je altijd Mijn wil zien.
[20] Dan zie je nog twaalf deuren, die vanuit deze grote hal naar de kleine zijvertrekken voeren. In deze vertrekken zul je allerlei nog wat verborgen spijzen aantreffen. Neem deze echter pas tot je, als Ik ze allemaal voor jou van tevoren volledig heb gezegend, omdat ze je anders dom zouden maken en je dan op de duur niet meer in staat zou zijn de tekst van Mijn wil op dit bord te lezen. Als je dus bij zo'n vertrek komt, waar deze nog toegedekte spijzen zich bevinden, verlaat het dan meteen en kom naar Mij en Ik zal je dan voorgaan en de spijzen voor je onthullen en geheel en al zegenen.
[21] Nu weet je hoe de dingen er hier voor staan; handel daarnaar, dan zul je steeds meer in zaligheid groeien! Zo zij het!'
«« 38 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.