Jezus als Heer, Vader en Broeder - Gelijkenis van de vorst en de ministers - Eerbied en liefde

Jakob Lorber - Bisschop Martinus

«« 90 / 204 »»
[1] IK zeg: 'Sta op, lieve broeder en denk niet voortdurend aan Mijn heerlijkheid, maar alleen daaraan, dat jij nu in de liefde volledig Mijn broeder bent, dan zul je Mijn nabijheid gemakkelijk verdragen. Ik ben alleen een Heer voor diegenen, die ontrouw zijn aan Mijn woorden en zich toch groot dunken in alle wijsheid. Maar voor diegenen die hun hart vervuld hebben met alle liefde, ben ik geen Heer, maar slechts een almachtige broeder en geef hun als een ware Vader alles wat Ik heb! Sta dus daarom op, lieve broeder, en heb voortaan niet meer zo'n grenzeloze eerbied voor Mij vanwege Mijn heiligheid.
[2] Zie, als er op de wereld een machtige vorst naar zijn wijze ministers komt, dan vallen deze van louter eerbied aan zijn voeten. En het is goed, dat ze dat doen voor hun vorst; want zolang ze dienaren zijn, is hij ook hun heer! Als zulke dienaren echter hun vorst buitengewoon liefhebben en tegen hem zeggen: 'Heer, U bent een uiterst goede vorst. U verdient niet alleen ten volle onze achting, maar ook al onze liefde. Neem daarom voortaan onze trouwe diensten zonder enige beloning aan. Wij willen, omdat wij U nu meer liefhebben dan ons leven, U ook dienen met elke vezel van ons leven. En als U van ons honderd levens zou verlangen, dan willen wij U deze geven, omdat U nu een echte vorst van ons hart bent geworden!' - wat denk je, broeder, zal de vorst waarschijnlijk met zulke dienaren doen?
[3] Zie, een dergelijke, oprechte liefde zal hem ontroeren in het diepst van zijn hart en hij zal tot hen zeggen: 'O, mijn liefste vrienden, omdat jullie niet alleen in je hoofd, maar ook in je hart zo'n heerlijke troon hebt opgericht, heers ik nu niet meer door mijn geweld en macht over jullie, maar door de zo grote liefde voor mij in jullie! Jullie allen dragen mij nu in je hart, dat nu geheiligd is doordat mijn hoogheid daarin tegenwoordig is. Jullie allen dragen dus nu diegene in je, die ik zélf in Mij draag. Om die reden zijn jullie nu ook allemaal datgene, wat ik zelf ben, dus mijn innigste broeders. Daarom zullen jullie ook alles hebben, wat ik zelf heb!'
[4] Welnu, evenals zo'n wijze vorst tot zijn dienaren zou spreken en hen in de adelstand zou willen verheffen, omdat ze hem zo zeer in hun hart hebben opgenomen, zo spreek Ik ook tot diegenen, die Mij - evenals jij - in hun hart hebben opgenomen. Dus voor degenen die Mij boven alles liefhebben en Mij volledig in hun hart dragen en daarom door en door geheiligd zijn door Mij Zelf in hen, ben Ik geen heer meer - net zo min als Ik voor Mij Zelf een heer ben maar de meest innige broeder voor eeuwig! En wat Ik heb, dat hebben zij ook, omdat zij Mij Zelf in zich hebben door hun grote liefde!
[5] Besef je nu, lieve broeder, wat het betekent, als Ik je 'broeder' noem, zoals Ik ooit ook Mijn twaalf apostelen broeders heb genoemd? Begrijp je het nu, sta dan op en breng met Mij deze arme mensen in je huis. Alleen, verraad Mij niet al te snel tegenover je gasten. Dit honderdtal hier weet trouwens nog lang niet, dat Ik de Heer ben. Want het zijn Chinezen, die op de wereld op het punt stonden Mijn getuigenis - weliswaar zeer misvormd - aan te nemen, waardoor ze ook allemaal terechtgesteld werden samen met de missionaris. Wat ze op de wereld derhalve niet konden bereiken, zal hun hier volledig ten deel vallen. Nu weet je alles; sta daarom snel op en handel samen met Mij - want van nu af aan zal Mijn huis met het jouwe in één huis worden verenigd!'
«« 90 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.