Het zevende gordelpaar - overeenkomend met de langdurig onbekende planeet Neptunus (Miron)

Jakob Lorber - De natuurlijke zon

«« 53 / 74 »»
[1] Omdat ook deze zevende gordel, die wij nu zullen bezoeken, overeenkomt met een jullie nog onbekende planeet, zal het nodig zijn om ook hier een kort bezoek aan de planeet te brengen, om je een volkomen voorstelling te vormen van deze gordel. Want ten eerste zou de zonnegordel, zonder de planeet te kennen, geen overeenstemmend beeld hebben, en ten tweede zou de gordel ook niet zo grondig bekeken en begrepen kunnen worden, als niet eerst zijn corresponderende planeet enigszins bekeken en begrepen zou zijn.
[2] We kunnen ons dus gevoeglijk direct naar de planeet wenden. - Maar om een houvast te hebben waar hij in de reeks planeten zijn plaats heeft, zal het nodig zijn hem eerst een naam te geven. Aangezien deze planeet tot nu toe van jullie geen naam gekregen heeft, is het dus de vraag, welke we hem moeten geven. - Jullie zouden zeggen: Dat is toch onbelangrijk, als hij maar een naam heeft, hoe die ook luidt; men zal zich onder die naam toch altijd hetzelfde voorstellen.
[3] In feite hebben jullie natuurlijk wel gelijk. Maar als jullie bedenken dat de naam van een ding niet zo onbelangrijk is als iemand zou denken, zal het ook hier erg van belang zijn dat we deze planeet geen erenaam, maar een echte naam geven. - Maar waar zullen we die vinden? - Op aarde zeker niet; want daar weet men niets van de planeet. - Op de overeenkomstige zonnegordel misschien? - Die kennen we nog niet. - Het zal dus wel het beste zijn deze planeet de naam te geven, die hij van zijn bewoners heeft. - Natuurlijk zullen jullie nu zeggen: Maar die kennen wij toch ook niet. -Maar Ik zeg: Ook al kennen jullie hem niet, Ik ken hem wel en weet heel goed hoe zij hun planeet noemen. - Nu is de vraag: Hoe heet deze planeet dan? De naam ervan is Miron - wat zoveel wil zeggen als: ‘wereld van wonderen’.
[4] Kijk, uit deze naam blijkt al het eerste begrip, en hij zegt als het ware in één woord wat voor gesteldheid deze planeet heeft. Het navolgende zal de zaak echter nog meer rechtvaardigen. - Nu kunnen we op de eerste aspecten van de planeet Miron ingaan.
[5] Hoe ver staat hij van de zon af? - Iets meer dan duizend miljoen mijl op zijn grootste afstand tot de zon. - Hoe groot is hij? Qua grootte is het een planeet, die het midden houdt tussen Uranus en Saturnus, dus anderhalf duizend maal zo groot als jullie aarde. - De dampkring ervan is groter dan de dampkring van de planeet Jupiter, en heeft een doorsnede van bijna honderdduizend mijl.
[6] Hoe snel draait hij om de zon? - Omdat deze planeet heel langzaam beweegt, heeft hij wel bijna vijfhonderd jaar nodig voor hij zijn baan rond de zon één keer voltooit.
[7] Heeft deze planeet ook manen? - Deze planeet heeft tien manen43, die er op verschillende afstanden omheen cirkelen en door hun verschillende posities de nachttijd van deze planeet tamelijk goed verlichten. - Ze staan tamelijk ver van de planeet af, zodat de eerste al meer dan zestigduizend mijl er vanaf staat en de laatste zich op een afstand van meer dan een miljoen mijl bevindt. - Naar de omlooptijd van deze laatste maan, die bijna dertien van jullie maanden in beslag neemt, worden daar ook de jaren geteld. ]De zonnejaren worden daar echter niet geteld, omdat ze ten eerste geen merkbare verschillen op de planeet teweeg brengen maar ten tweede ook te lang zouden zijn, en ten derde kunnen ze als gevolg van de niet zo lange levensduur van een mens ook moeilijk geteld worden, omdat zo’n zonnejaar al minstens vijf tot zes generaties mensen omvat.
[8] Ook op deze planeet zijn alleen de streken rond de evenaar bewoond; de poolstreken ervan zijn zozeer met eeuwige sneeuw en ijs bedekt, dat daar helemaal niet te denken valt aan bewoonbaarheid van die gebieden.
[9] Als jullie je op deze planeet zouden bevinden, zouden jullie de zon nauwelijks zo groot waarnemen als een gulden bij jullie. Maar de bewoners zien haar desondanks even groot als jullie haar vanaf de aarde zien. De reden hiervan is de grotere ontwikkeling van het oog, waardoor de pupil meer afgevlakt is en zodoende een grotere stralenbundel kan bevatten dan jullie oog. De tweede reden echter is tevens de voor deze planeet buitengewoon hoog boven het oppervlak reikende luchtregio, waardoor aan de uiterste grenzen ervan nog altijd een aanzienlijke hoeveelheid zonnestralen worden opgenomen, die volgens de bekende wet van de straalbreking steeds dichter op elkaar gedrongen op het oppervlak van de planeet vallen en daar, met name in de gebieden rond de evenaar, nog altijd een heel aangename temperatuur tot stand brengen.
[10] Omdat deze planeet echter ook in natuurlijk opzicht al minstens duizend miljoen mijl dichter bij een andere zon staat dan jullie aarde, ook al staat die zon er natuurlijk nog zeven biljoen en negenhonderdduizend mijl vanaf, en omdat de dampkring van de planeet van zo groot belang is, zoals jullie hebben gehoord, komt het licht en ook enige warmte vanaf de andere zon de planeet ten goede. Maar het verschil tussen de warmte van de eigenlijke en van deze vreemde zon is desondanks even verschillend als bij jullie hartje winter verschilt van de midzomer.
[11] Op deze wijze benut deze planeet ook de stralen van nog andere zonnen, waardoor in de poolstreken het overmatig aangroeien van ijs verhinderd wordt; want het ijs komt alleen voor tot een bepaalde hoogte, ongeveer zoals op jullie aarde het geval is. Boven deze regio, waar de stralen elkaar van alle kanten beginnen te ontmoeten, wordt de temperatuur van de lucht ook weer in zoverre milder, dat zich daar geen sneeuw of ijs meer kan vormen. Zoals gezegd, kunnen jullie dat op jullie aarde zelf opmerken. Want als een bergtop boven de zestienduizend voet44 uitsteekt, steekt deze ook al boven de ijsregio uit. Om die reden zullen jullie zien dat het hoogste punt van de Chimborasso in Amerika alsook van het Himalajagebergte in Azië en nog verscheidene andere bergtoppen op deze twee continenten geen sneeuw en ijs hebben. - De omstandigheden op de polen van deze planeet zijn hetzelfde als die van jullie aarde.
[12] Het bewoonbare land lijkt zelf op een gordel en is zowel aan de zuid- als aan de noordzijde door vrijwel onbeklimbare bergen omsloten, waarover niemand gemakkelijk naar de zeegebieden kan komen, waar het voortdurend ongeveer even koud is als bij jullie in Noord Siberië. Op de zee drijft voortdurend het zogeheten drijfijs; daarom zou het ook niet erg raadzaam zijn om zich er met schepen op te wagen.
[13] Omdat deze meer dan duizend mijl brede gordel dus een ingesloten dal vormt, waarin slechts enkele kleinere bergen oneffenheden vormen, en dit hele hemellichaam binnen tien uur om zijn as draait en er dus een nacht van nauwelijks vijf uur is - daarom heeft deze gordel ook een even goede temperatuur als bij jullie een gemiddeld warme zomer. Deze temperatuur is niet meer onderhevig aan veranderingen, behalve soms door de winden en de frequente maanswisselingen. En daaruit kan vanzelf de conclusie getrokken worden, dat de bewoonbaarheid van deze planeet, ondanks zijn grote afstand tot de zon, niet de meest onaangename is, en tevens heel geschikt om de nodige planten en dieren voort te brengen en tot leven te brengen.
[14] Hiermee hebben we dus de noodzakelijke elementen van deze planeet leren kennen. - Nu zou een sterrenkundige hier nog wel tegenin kunnen brengen: Als er in ons zonnestelsel nog een planeet zou zijn, hadden wij die allang ontdekt, aangezien wij zelfs de veel kleinere kometen ontdekken, ook als die voor het ongewapende oog volkomen onzichtbaar blijven. - Maar Ik zeg hier: Dat de planeet niet ontdekt is heeft als reden, dat deze zo langzaam beweegt, dat hij door alle astronomische instrumenten niet wordt waargenomen, als gevolg van de grote afstand en nog meer het korte tijdsbestek dat de waarneming duurt. Zo gebeurt het nog altijd dat deze ster als een vaste ster wordt beschouwd - natuurlijk van een heel onbeduidende grootte - en op deze manier nog niet als planeet herkend kan worden. Hetzelfde was immers ook het geval met de veel dichterbij staande planeet Uranus, die door zwakke instrumenten eveneens verscheidene duizenden jaren slechts voorbijgaand bekeken werd als een nauwelijks opmerkenswaardige vaste ster. Het zou de geleerden dan ook duidelijk kunnen zijn dat er ondanks hun scherpe waarnemingen nog altijd een planeet kan bestaan, die zij als gevolg van de ontoereikendheid van hun instrumenten en waarnemingen nog niet als zodanig hebben kunnen herkennen en nader bepalen45.
[15] Nu we ook dit uiteen hebben gezet, kunnen wij gevoeglijk aan de gesteldheid van de planeet zelf beginnen. Onder de gesteldheid zullen wij echter niet het vaststellen van alle bestanddelen van de planeet als zodanig verstaan, maar alleen de bewoonbare bodem, de gesteldheid daarvan, de plantengroei en ook de bewoners.
«« 53 / 74 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.