Wonderbaarlijke plantengroei op de planeet Miron (Neptunus). Veranderlijkheid van de levensvormen

Jakob Lorber - De natuurlijke zon

«« 54 / 74 »»
[1] De bodem van deze planeet is in doorsnee eerder vlak dan bergachtig. De vlakten worden gewoonlijk door beken en grote en kleine rivieren doorsneden, waarbij de rivieren dan door een of andere bergkloof onder groot geraas en gebruis in de zee storten. Stilstaande wateren van enige omvang, zoals meren, vindt men nergens; de grootste daarvan hebben een omtrek van nauwelijks enkele uren gaans.
[2] Maar des te meer zijn er zowel aan de noordelijke als de zuidelijke grens vulkanen en derhalve ook dikwijls kokendhete bronnen, ja soms zelfs heel hete beken, waardoor in dit land de temperatuur eveneens voor een aanzienlijk deel verhoogd wordt. Want ten eerste wordt de lucht verwarmd, die door deze vlakten en dalen stroomt, en zo kan er niet gauw sprake zijn van een koude wind; ten tweede worden daardoor echter ook het land, of liever de aarde, reeds van binnenuit verwarmd en krijgt het dus, zoals gezegd, een hogere temperatuur, waardoor het dan ook heel vruchtbaar wordt en overal de opmerkelijkste vruchten voortbrengt.
[3] Wat de vulkanen als zodanig betreft, moet met betrekking tot hun vuur opgemerkt worden, dat de vlam en de gloed ervan niet zoals bij jullie op aarde vuilrood van kleur is, maar lichtgroen, een kleur die ten eerste veel lichter is dan rood en ten tweede als verwarming ook weldadiger werkt dan de rode kleur.
[4] Zo zien de bewoners van deze planeet ook de zon zelf in een groenwit licht. De reden daarvan is gelegen in de uitgestrekte atmosferische luchtregio alsook in de bijzondere zuiverheid daarvan. Om deze reden vertonen ook ver verwijderde delen van het land zich niet zo blauw als bij jullie, maar groen; de oorzaak is ook hier het licht en voor het merendeel, zoals gezegd, de atmosferische lucht. Daar tegenover zijn de bladeren van de bomen, de struiken, de planten en ook het gras blauw; het is dus precies omgekeerd als gewoonlijk bij jullie op aarde. Weliswaar hebben we ook op Saturnus overwegend de kleur blauw aangetroffen; maar daar is deze kleur nog lang niet zo intensief en levendig als hier.
[5] Nu zouden sommigen kunnen vragen: Hoe is dat toch mogelijk? - Dat is heel goed mogelijk en kan door hen, die diepere kennis van de lichtbreking hebben, heel gemakkelijk begrepen worden. De groene kleur van het licht is de meest intense en dus ook de krachtigste; daarom doordringt deze kleur ook vrijwel de gehele plantenwereld op de planeten, die dichter bij de zon liggen, en weerkaatst ze in de bladeren en groene takken van de planten. Alle overige kleuren zijn dus ook minder intens en kunnen dus alleen teerdere voorwerpen doordringen. - De kleur blauw is echter het minst intens, vandaar dat die ook het minst verbruikt wordt en de lucht daar steeds mee gevuld kan zijn; om die reden vertonen op jullie planeet veraf gelegen voorwerpen zich ook altijd blauw gekleurd.
[6] Op onze planeet Miron echter is vanwege de grote afstand en ook vanwege de grote rijkdom aan lucht precies het tegenovergestelde het geval. - De kleur groen is op deze grote afstand van het stralende lichaam, dat de zon is, noodzakelijkerwijze minder in intensiteit geworden; want jullie kunnen aannemen, dat op de hele planeet Miron niet zoveel zonnestralen vallen als alleen al op het Afrika van jullie aarde. Als deze weinige zonnestralen nu op het uitgestrekte oppervlak van de luchtregio van Miron vallen, worden deze, aangezien het weldadigste zijn, onmiddellijk opgenomen. Alleen de blauwe straal, die veel minder levenwekkend is, wordt door de zuivere lucht doorgelaten en valt op de planten - om welke reden, zoals reeds opgemerkt, de planten zich - met uitzondering van de bloemen - dan ook voor het overgrote deel in de mooiste blauwe kleuring vertonen. Maar dergelijke gedetailleerde beschouwingen zijn voor ons doel niet nodig; bovendien is er voor iedere denkende geest toch al buitengewoon veel gezegd. Daarom zullen wij ons direct naar de eigenlijke plantenwereld van deze planeet wenden!
[7] Wat de vegetatie van deze planeet betreft, die is voor jullie begrippen in de ware betekenis iets buitengewoon wonderbaarlijks.
[8] Zo groeit er bijvoorbeeld een vruchtboom heel weelderig tot een bepaalde omvang en hoogte van ongeveer honderd klafter, en wel tot een leeftijd van ongeveer twintig tot dertig Mironjaren - waarbij niet vergeten moet worden dat een Mironjaar bijna dertien van jullie maanden duurt en geen zonnejaar, maar een maanjaar is. Als zo’n boom helemaal volgroeid is, dan vindt er bij die boom van de ene dag op de andere een plotselinge verandering plaats. Ofwel hij verdwijnt plotseling uit het bestaan, en op de plaats van de boom ontdekt de onderzoeker een groot aantal geheel nieuwe insecten, ofwel de boom werpt zijn takken af, die zich ervan losmaken ongeveer zoals de bladeren van jullie bomen in de herfst, en nu brengt de stam volkomen andere takken voort en mettertijd ook heel andere vruchten. - Als de boom in insecten verandert, dan leven deze een tijd, maar alleen op de plaats waar de boom heeft gestaan; daarna sterven ze af en ontwikkelt zich uit hun gemakkelijk ontbindende molm binnen korte tijd een geheel nieuwe plantensoort, die evenwel absoluut geen verwantschap heeft met de voorgaande boom. - Jullie moeten niet aannemen dat bij zo’n vormverandering iedere keer dezelfde insecten tevoorschijn komen. Dat is daar veeleer afhankelijk van de steeds verschillende posities van de manen; vandaar dat zo’n te gronde gegane boom op verschillende momenten en verschillende plaatsen in verschillende soorten insecten kan overgaan, waaruit dan weer nieuwe planten kunnen ontstaan, ofwel kan de boom na het afwerpen van zijn takken al naargelang van de genoemde omstandigheden in verschillende andere boomsoorten overgaan.
[9] Zoals het met deze of gene boom gaat, zo gaat het ook met kleinere planten.
[10] De wet van zulke overgangen strekt zich ook uit tot de viervoetige, grotere en de grootste landdieren. Het rijk van de amfibieën, van alle insecten en ook van alle vogels is aan de wet van deze overgangen onderworpen. Echter niet op de manier zoals bij jullie op aarde de rupsen en insecten; want bij jullie ontstaat er uit dezelfde rups ook steeds dezelfde vlinder en uit dezelfde worm hetzelfde insect. Op onze planeet Miron gebeurt dat evenwel allemaal al naargelang de omstandigheden van de dingen en tijd; daarom kan niemand daar ook bepalen, wat er hier of daar tevoorschijn zal komen.
[11] Om deze reden leggen de bewoners van deze planeet zich ook helemaal niet sterk toe op de natuurwetenschap, met name wat de planten- en lagere dierenwereld betreft. Maar ze doen wel hun waarnemingen, waar de natuur vormbestendig begint te worden.
[12] [o gebeurt het op Miron herhaaldelijk, dat de een of andere vogel, vlinder of ander vliegend insect zijn eieren legt, en dat uit deze eieren, die gewoonlijk in de warme aarde gelegd worden, in plaats van een soortgelijk of ander dier een nieuw soort plant tevoorschijn komt, die een tijdje bestaat en dan weer volkomen afsterft. Uit de molm van deze uitgestorven planten, en niet zelden ook uit hun zaden, ontstaan dan in plaats van soortgelijke planten weer nieuwe dieren; soms kan men zelfs in behoorlijk grote en stevige zaadschillen of hulzen, wanneer men die openmaakt, reeds een tamelijk goed gevormd diertje aantreffen, dat een vorm heeft die lijkt op een reeds eerder gezien dier of van een geheel nieuw, nog nooit gezien dier.
[13] Nu zou iemand misschien kunnen zeggen: Dergelijke dingen treffen wij toch ook op onze aarde aan; want wie zou niet weten dat vrijwel iedere soort vruchten en pitvruchten niet zelden wormen in zich heeft, en dat galappels, bladgezwellen bij beuken, galnoten van een eik, de knoestige stronk van een rozenstruik en dergelijke meer niets anders zijn dan heel specifieke planteneieren, waarin een levende worm geboren wordt. - maar Ik zeg: Dat klopt wel, maar er is een groot verschil tussen een voortdurend zelfde verschijnsel en een steeds ander verschijnsel.
[14] Op deze reden kan deze planeet wel geheel terecht ‘Miron’ (wereld van wonderen) heten, aangezien de vormen van de plantenwereld alsook voor een groot die van de dierenwereld zo buitengewoon veranderlijk zijn, dat een uitgestorven plant, boom of diersoort niet weer als dezelfde tevoorschijn komt. - In hoeverre deze planeet verder nog aan zijn naam beantwoordt, zal het navolgende ons duidelijker laten zien.
«« 54 / 74 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.